Aan het eind van de maand kijken mensen in loondienst graag op hun bankrekening of het salaris al is overgemaakt. Nog maar enkele decennia geleden kregen mensen hun beloning contant in een zakje of envelop, meestal wekelijks of maandelijks. Wie nog verder teruggaat in de tijd komt erachter dat ‘salaris’, als fenomeen én als begrip, een lange geschiedenis heeft.
Etymologisch gezien is de term salaris ontleend aan het Latijns salarium, dat ‘zoutrantsoen’ of salaris betekent. In de tiende eeuw voor Christus waren de Kelten in Europa de eersten die zout als betaal- en ruilmiddel gebruikten. De Romeinen namen dit over en betaalden hun soldaten doorgaans uit in zoutrantsoenen, het ‘witte goud’. Ook rondtrekkende ambtenaren in het Romeinse Rijk kregen dit soort honoraria. Hierdoor ging salaris zoiets betekenen als ‘bezoldiging voor officieren’ en ‘onkostenvergoeding voor ambtenaren’. Omstreeks 150 na Chr. verschoof de betekenis van salarium naar jaarsalaris.
In het Middelnederlands, de benaming voor de Nederlandse taal tussen grofweg 1200 en 1500, schreef men het woord vaak als ‘solaris’. Etymologische woordenboeken vermoeden hier een verwantschap met de Latijnse munt solidus en de muntnaam schelling.
Zout bleef na de Oudheid nog eeuwenlang een kostbaar goedje, dat voorbehouden bleef aan de elite. Het kreeg dan ook niet voor niets de bijnaam ‘het witte goud’: zout was ideaal om eten te conserveren en smaakvoller te maken in een tijd dat koelkasten nog niet bestonden.
De waarde van zout ontsnapte niet aan de aandacht van Europese vorsten. Zo stelde de Franse koning Filips IV (1268-1314) een zouttaks in, de zogenoemde gabelle, om zo de staatskas te spekken. Ook Nederland kende nog lang een accijns op zout. Deze belasting op de import van zout werd in 1579 ingevoerd en is officieel tot 1951 van kracht geweest.
Soldij
De financiële vergoeding die soldaten krijgen wordt soldij genoemd. Anders dan wel eens gedacht is dat woord niet afgeleid van het Latijnse woord ‘sal’. Soldij vindt zijn herkomst in het woord solidus, de naam van een gouden Romeinse munt die in de vierde eeuw door Constantijn de Grote werd ingevoerd.
Meer historische uitdrukkingen (en scheldwoorden)
Lees ook: De biografie van de duivel
Boek: De mooiste uitspraken van onze ouders en grootouders