Nederlanders staan bekend als kaaskoppen maar dat betekent niet dat iedere Nederlander elke dag kaas eet. Soms rijzen de prijzen de pan uit en moet men voor goedkoper broodbeleg kiezen. Een andere mogelijkheid: zuinig doen met de kostbare kaas. Schuifkaas kan in dat geval uitkomst bieden.
Volgens verschillende bronnen ontstond het fenomeen schuifkaas in de Hongerwinter, de laatste winter van de Tweede Wereldoorlog waarin op grote schaal honger werd geleden, met name in het westen van het land. Als men in die tijd een kostbaar stuk brood had weten te bemachtigen maar er nauwelijks kaas was om dat brood mee te bedekken, legde men soms een heel klein plakje kaas op het sneetje, lang niet genoeg om de hele boterham mee te bedekken. Bij iedere hap schoof men het kleine beetje kaas vervolgens steeds iets verder naar achter, zonder er van te eten. Bijvoorbeeld door de mond maar een klein beetje te openen, zodat de kaas tegen de bovenlip bleef haken. Men rook de kaas wel, maar at er dus niet van.
Als de droge boterham op was, viel het kleine stukje kaas uiteindelijk van het laatste restje boterham en kon een ander gezinslid ook een broodje schuifkaas eten. Of men bewaarde het plakje kaas voor een volgende gelegenheid. Hetzelfde werd ook wel eens met spek gedaan en dan sprak men van ‘schuifspek’.
Schuifkaas kwam hierna symbool te staan voor de zuinige Nederlander. Ook in het Vlaams is het begrip bekend.
Daar is schraalhans keukenmeester
De uitvinding van de kaasschaaf
De Hongerwinter van 1944-1945
Bronnen â–¼
-https://www.vlaamswoordenboek.be/definities/term/schuifkaas
-https://www.bargoensewoorden.nl/vergeten-woord/schuifkaas/