Het Van Gogh Museum in Amsterdam toont vanaf vandaag een bijzondere collectie van 27 tekeningen van Emile Bernard, een van de beste vrienden van Vincent van Gogh. Deze werken worden voor het eerst samen tentoongesteld en bieden volgens het museum een intiem inkijkje in de artistieke vriendschap tussen de twee kunstenaars.
Deze presentatie komt voort uit nieuw wetenschappelijk onderzoek naar de kunst die Vincent en zijn broer Theo van hun tijdgenoten verzamelden. Bernard stuurde de tekeningen in 1888 aan Van Gogh. Ze fungeerden als beeldmateriaal bij de artistieke dialoog die zich per brief tussen de twee kunstenaarsvrienden ontvouwde, en waren alleen voor Van Goghs ogen bedoeld.
Vriendschap
Vincent van Gogh (1853-1890) en de vijftien jaar jongere Emile Bernard (1868-1941), ontmoetten elkaar in Parijs in 1886: eerst in het kunstenaarsatelier van Fernand Cormon, waar ze beiden in de leer waren, daarna in de kleine schilderswinkel van Julien (père) Tanguy. Na deze tweede ontmoeting werden ze goede vrienden. De twee discussieerden veel over de moderne schilderkunst. Na Van Goghs vertrek zetten de kunstenaars hun discussie per brief voort.
(…) ik vind trouwens alles mooi wat je maakt, zoals je weet – en misschien heeft vóór mij niemand zoveel van jouw werk gehouden als ik. Vincent van Gogh aan Emile Bernard, ca. 5 oktober 1888 [698]
Prostitutie
Zeventien van de zevenentwintig tekeningen die Bernard aan Van Gogh stuurde hebben prostitutie als onderwerp. Ze gaan over de Parijse prostitutie als een onderwerp voor een moderne kunst die alle kanten van het stedelijke leven liet zien – ook de rauwe randjes. Een van deze tekeningen is Bordeelscène (1888), waarin Bernard een moment uitbeeldde waarop een prostituee een klant verleidt in de salon van een bordeel, terwijl de eigenaresse van het etablissement (de madame) goedkeurend toekijkt.
De andere tekeningen hebben uiteenlopende onderwerpen, zoals het landelijk Bretons leven en vrijetijdsbesteding in Asnières, een voorstad van Parijs. Een enkele tekening verbeeldt een Bijbels tafereel. De tekeningen zijn in vlotte, vlugge inktlijnen opgezet, en ingekleurd met waterverf. Ze laten Bernards souplesse als kunstenaar goed zien.
De tekeningen zijn tot en met 12 januari 2025 in het Amsterdamse museum te zien.