De stadhouder Willem IV van Oranje-Nassau was de eerste stadhouder in alle gewesten van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Hij was de grootvader van de latere koning Willem I der Nederlanden.

In de zestiende en zeventiende eeuw waren er twee stadhouders; de stadhouders van Friesland en de stadhouder van de andere gewesten. Tijdens de stadhouderloze tijdperken was er in Friesland wel een stadhouder. Tijdens de geboorte van Willem bevond de rest van de Republiek zich in het tweede stadhouderloze tijdperk.
Toen Willem vijf jaar oud was, kwam hij zo ongelukkig ten val dat hij zijn hele leven een scheve rug had. Hij ging studeren op de universiteiten van Franeker en Utrecht en was vooral goed in talen en geschiedenis. Toen hij achttien werd was hij officieel stadhouder. Niet alleen in Friesland, maar inmiddels ook in Groningen, Drenthe en Gelderland.
Huwelijk van stadhouder Willem IV

Toen het stel na hun huwelijk in de Republiek aankwam werden ze weinig enthousiast onthaald. De regenten waren namelijk niet blij met het huwelijk met een prinses uit Engeland, de grootste handelsconcurrent en ook zou het huwelijk het prestige van de stadhouderschap weer vergroten. In Leeuwarden was men wel blij met de Engelse prinses.
Einde van het stadhouderloze tijdperk
In Holland, Zeeland en Utrecht en Overijssel was vijfenveertig jaar geen stadhouder geweest. In de deze periode had de corruptie van de regenten zulke grote vormen aangenomen, dat de bestuurders steeds meer gehaat werden door de bevolking. Toen de Fransen in 1747 binnen vielen en Bergen op Zoom innamen was de maat vol. Grote delen van de bevolking schreeuwde weer om een Oranje om het land te redden. Zoals na het rampjaar 1672 de Republiek werd gered door Willem III, zo werd dat nu van Willem IV verwacht. Door de Franse dreiging werd Willem benoemd tot stadhouder van alles gewesten. Zo was er dus voor het eerst een stadhouder die over alle gewesten heerste. Ook werd hij bevorderd tot kapitein-generaal en admiraal. Hij regelde meteen dat zijn functie erfelijk was, zodat hij de eerste erfstadhouder werd.

Hervormingen
Omdat het er staatsrechtelijk niet zo goed voor stond in de verschillende gewesten hoopten veel Orangisten dat Willem als stadhouder de noodzakelijke hervormingen doorvoerde. Hij moest onder meer de corruptie aanpakken. Willem deed echter weinig, hij was geen hervormer.
Ondanks dat stadhouder Willem IV geen man van veranderingen was, was hij wel een harde werker. Dit werd hem uiteindelijk fataal in 1751. Hij was op dat moment veertig jaar en vier jaar stadhouder van alle gewesten geweest. Pas een paar maanden later, in 1752 werd hij bijgezet in de Nieuwe Kerk in Delft.
Stadhouder Willem IV werd opgevolgd door zijn zoon: stadhouder Willem V van Oranje-Nassau.
- Belangrijke artikelen over het Nederlands Koningshuis
- Boek: Willem IV – Stadhouder in roerige tijden, 1711-1751