De Stichtse Landbrief uit 1375 is een belangrijk document uit de geschiedenis van de provincie Utrecht. De datum 17 mei 1375, toen bisschop Arnold II van Horne (1339-1389) de Stichtse Landbrief ondertekende, wordt wel beschouwd als het startpunt van de provincie Utrecht.
De Stichtse Landbrief beperkte de macht van de bisschop ten gunste van adel en burgers, die meer medezeggenschap kregen. De bisschop mocht volgens de Stichtse Landbrief voortaan alleen oorlogvoeren of belasting heffen als de standen daarvoor toestemming gaven. En alleen personen uit het Nedersticht kwamen vanaf 1375 nog in aanmerking voor hoge functies.
Historische context
Op 23 september 1122 maakte het Concordaat van Worms een einde aan de Investituurstrijd (1075-1122), een decennialang conflict tussen keizer en paus over het recht om hogere geestelijken, zoals (rijks)bisschoppen, te benoemen. in Worms werd bepaald dat de wereldlijke macht het benoemingsrecht van bisschoppen – men noemde dit Rijkskerkenleer – kwijtraakte. De Rooms-Katholieke Kerk won dus aan invloed.
Hoe lagen de machtsverhouding in het Nedersticht in de veertiende eeuw? De standen, de latere Staten van Utrecht en de huidige Provinciale Staten, bestonden in de veertiende eeuw uit vertegenwoordigers van de geestelijkheid, de ridderschap en de vijf steden. Destijds waren dat naast Utrecht en Amersfoort ook Rhenen, Wijk bij Duurstede en Montfoort.
De stad Utrecht had de meeste invloed en van de overige steden waren alleen Amersfoort en Rhenen belangrijk. De dorpen hadden geen enkele invloed. Zij behoorden tot het platteland, dat door de ridderschap werd vertegenwoordigd.
Van Horne in geldnood
Arnold II van Horne was in de jaren 1371 tot 1378 bisschop van Utrecht en daarna, van 1378-1389, bisschop van Luik. Tijdens zijn ambtsperiode in Utrecht was de bisschop in behoorlijke geldnood gekomen vanwege de oorlogen die met Holland gevoerd werden, de Eerste Gelderse Successieoorlog (1371-1379) en losgeld dat voor de vorige, zwakke bisschop Jan van Virneburg (?-1371) betaald moest worden. De schuld bedroeg in 1375 ongeveer 70.000 gulden.
De financiën moesten hoognodig op orde gebracht worden, maar adel en burgers wilden pas medewerking verlenen als Van Horne machtsconcessies deed.
Stichtse Landbrief
De standen duwden Arnold II van Horne op 17 mei 1375 de Stichtse Landbrief onder ogen, die hij moest tekenen. Hiermee was de medezeggenschap van de Utrechtse burgers op het landsbestuur geregeld. De Utrechtse gilden, die al 175 jaar militaire steun verleenden aan de Utrechtse bisschop, werden hiermee beloond en kregen inspraak. Hierna gingen de standen aan de slag om de financiële wanorde aan te pakken.
De Stichtse Landbrief kreeg het karakter van ‘de grondwet van Utrecht’, die bindend was voor iedere nieuwe Utrechtse bisschop. Tot 1528 heeft ook iedere bisschop bij zijn intrede een eed op de Landbrief gezworen. Ook kan de Landbrief beschouwd worden als het startpunt voor de Staten van Utrecht als standenvergadering.
Overzicht van boeken over de Middeleeuwen
Of lees: Artikelen over de Middeleeuwen
Bronnen ▼
Boeken en artikelen
-Roland Blijdenstijn & Provincie Utrecht, brochure Tastbare Tijd 2.0. Cultuurhistorische atlas van de Provincie Utrecht (Utrecht: Provincie Utrecht, 2015) 1-15.
-Ronald P. de Graaf, Oorlog om Holland, 1000-1375 (Hilversum: Verloren, 2004) 124-125.
-Ferdinand Grapperhaus, ‘De Landbrief van de bisschop van Utrecht van 1375‘, Jaarboek van Oud-Utrecht (Utrecht: Oud-Utrecht, 1996) 88-114.
Internet
-http://nl.wikipedia.org/wiki/Stichtse_Landbrief
-http://www.dbnl.org/tekst/sten009monu01_01/sten009monu01_01_0003.php
-Literatuur en inleiding op de Stichtse Landbrief van Het Utrechts Archief