Het bekende megalithische monument Stonehenge in Groot-Brittannië was geen druïdetempel of prehistorisch observatorium, maar een vredesmonument dat gebouwd werd om verschillende Britse stammen te verenigen. Dat meldt de universiteit van Sheffield.
Wetenschappers van de universiteiten van Sheffield, Manchester, Southampton, Bournemouth en University College London vormden in 2003 het Stonehenge Riverside Project. De afgelopen jaren onderzochten ze verschillende hypothesen over het beroemde monument.
Volgens de wetenschappers werd Stonehenge niet gebouwd als prehistorisch observatorium en was het ook geen zonnetempel of een tempel van druïden. Ook werden de bouwers van Stonehenge volgens de onderzoekers niet geïnspireerd door de oude Egyptenaren.
De wetenschappers stellen dat de stenen van het megalithische monument waarschijnlijk de voorouders van verschillende clans vertegenwoordigen. Het monument werd gebouwd tussen 3000 en 2500 voor Christus, in een periode waarin er stukje bij beetje meer eenheid ontstond tussen de inwoners van het gebied. Sommige van de stenen kwamen uit het zuiden van Engeland, andere uit het westen van Wales. Professor Mike Parker Pearson van de universiteit van Sheffield:
“Toen Stonehenge werd gebouwd ontstond er één cultuur op het eiland. Van de Orkney-eilanden in het noorden tot de zuidkust begonnen de huizen, het aardewerk en andere zaken er hetzelfde uit te zien.”
Volgens de professor was dit een grote verandering ten opzichte van de voorgaande eeuwen. De bouw van het monument was een grote operatie. Duizenden mensen hebben er volgens de onderzoekers aan gewerkt en ook dat gezamenlijke project zou weer verbindend hebben gewerkt.
De onderzoekers vermoeden dat het monument verrees op een plek die al belangrijk was voor de prehistorische Britten. Ze ontdekten onder meer dat er twee paden in het landschap liggen die wijzen in de richting van de zonsopkomst van midzomer en zonsondergang van midwinter. “Misschien zagen ze deze locatie als het centrum van de wereld”, aldus professor Parker Pearson.
Het Stonehenge Riverside Project is het grootste archeologische onderzoek naar Stonehenge ooit. De onderzoekers vonden in de buurt van Stonehenge resten van huizen en een groot dorp. Op ongeveer anderhalve kilometer afstand van Stonehenge vonden de wetenschappers sporen van een zogenaamd mini-Stonehenge. Hier werden geen stenen gevonden, maar wel 27 gaten waar de stenen moeten hebben gestaan. De onderzoekers gaan er van uit dat dit monument ooit bestond uit rechtopstaande blauwe doleriestenen. Dit tweede monument werd daarom Bluestonehenge gedoopt.