In het boek Thuis in Europa (Uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2016) neemt historicus Han Lörzing als een soort Geert Mak, maar dan in veel beknoptere stijl, de lezer mee op reis door 37 landen in het Europa van na de Tweede Wereldoorlog. Lörzings verhalen zijn sterk geschreven. Ze lezen vlot en raken de historische kern.
Structuur en doelstelling boek
Lörzings boek bestaat uit 72 korte historische exercities, die chronologisch geordend zijn aan de hand van vijf thema’s: wederopbouw (1945-1958), welvaart (1959-1973), twee werelden (1974-1988), verenigd (1989-2004) en onvrede (2005-2016). De korte verhalen vormen een kleine tijdreis door de geschiedenis van Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Hierbij doet Lörzing alle 37 landen van het continent aan.
Het doel van dit boek omschrijft Lörzing zelf in het Voorwoord als volgt:
“Dit boek wil laten zien dat Europa ook aantrekkelijk en interessant kan zijn. Het is geen pleidooi voor meer of minder samenwerking, wel een zoektocht naar wat we gemeen hebben en waarin we verschillen. Die zoektocht heeft de vorm van een reis door de tijd. (…) Wat vooral uit de momentopnamen van onze reis naar voren komt, is dat Europa het werelddeel is van het goede leven. We maken mooie dingen, we houden van goed eten en drinken, en we koesteren ons erfgoed.” (9)
Terwijl Europa politiek gezien misschien wel steeds minder relevant in de wereld lijkt te worden, zo eindigt Lörzing het Voorwoord, koopt de hele wereld producten uit Europa of brengt het continent een bezoek.
Historische kern
In Lörzings boek komt een hele reeks onderwerpen, landen en ook personen aan bod. Zo maken we in het boek kennis met de Italiaanse scooterfabriek Piaggio in 1947, de in 1949 uitgebrachte cultfilm The Third Man over het door de geallieerden bezette Wenen, de introductie van de anticonceptiepil in West-Duitsland (als eerste Europese land) op 1 juni 1961, de opening van de eerste Europese MacDonalds in Zaandam op 21 augustus 1971, de Val van de Muur in Berlijn in 1989, de lancering van de Nokia 3210 op 18 maart 1999 in Finland en de ‘Deense cartoonrellen’ in 2005.
Lörzings boek is ideaal voor mensen die hun algemene kennis willen voeden of van (ont)spannende, korte geschiedenisverhalen houden. Ook docenten geschiedenis en historisch geïnteresseerden zullen raad weten met Thuis in Europa. De verhalen zijn goed geschreven, lezen dan ook vlot en raken de historische kern van de betreffende gebeurtenissen.
Om u een kleine impressie te geven van de schrijfstijl van Lörzing, de diversiteit en het narratieve karakter van de korte verhalen – die uit 4 à 5 pagina’s bestaan -, volgt hieronder een kort fragment van een verhaal uit het boek. Er zijn tekstdelen weggelaten, dus het verhaal is niet integraal overgenomen. Het fragment gaat over de Beatles en de Stones (1962, p.91-94):
1962: keerpunt in de popmuziek
Op 5 oktober 1962 brengen vier popmusici uit Liverpool hun eerste single uit. De A-kant wordt een succes, en daarmee hun eerste hit. Datzelfde jaar komt in Londen een andere Britse band voor het eerst bij elkaar. Beide groepen zullen een enorme invloed op de populaire muziek krijgen.
Succes laat soms even op zich wachten. De Beatles hadden vijf jaar nodig om de anonimiteit van middelbare school-bandjes achter zich te laten en een serieuze carrièrestart te maken die zou leiden tot wereldroem. Pas in augustus 1960 besloot het gezelschap zich The Beatles te noemen. De vaste kern bestond toen al uit John Lennon, Paul McCartney en George Harrison, op dat moment respectievelijk 19, 18 en 17 jaar oud. De Beatles pendelden de eerste jaren tussen Liverpool, hun bakermat, en Hamburg, waar zij in het plaatselijke clubcircuit speelden. Het waren wilde jaren waarin de jonge mannen zich uitleefden in het Hamburgse nachtleven.
In 1961 begonnen de Beatles in en rond Liverpool enige naam te maken met covernummers. Aan het eind van dat jaar besloot hun nieuwe manager, Brian Epstein, de sprong te wagen naar een landelijk contract bij een platenmaatschappij. De eerste poging, bij het platenlabel Decca, is nog altijd legendarisch, als aanleiding tot een van de beroemdste miskleunen uit de geschiedenis. Het hoofd van de afdeling talentjacht van Decca, Dick Rowe, had de keuze tussen de Beatles en een groep met de naam Brian Poole and the Tremeloes. Hij koos voor de laatsten, wat hem voor eeuwig de bijnaam ’the man who turned down The Beatles’ opleverde. Epstein slaagde er later in 1962 in zijn groep bij platenmaatschappij EMI alsnog op de plaat te krijgen.
Op 5 oktober kwam het eerste singletje van de Beatles uit, ‘Love Me Do’. De verkopen van ‘Love Me Do’ waren niet overweldigend. Het nummer bereikte in de twaalfde week met een zeventiende plaats zijn hoogste notering in de Britse charts. Maar nieuwe nummers en intensieve tournees vergrootten de bekendheid van de groep, niet alleen in het Verenigd Koninkrijk, maar ook in Europa. De doorbraak in het buitenland kwam aan het einde van 1963. Niet met ‘Love Me Do’, maar met de eeuwig klassieker ‘She Loves You (yeah yeah yeah)’, die eind 1963 in Zweden twee weken op de eerste plaats van de hitlijsten stond.
Lees ook: The Beatles vs The Stones
Op 7 juni 1963 brachten de Stones hun eerste single uit, acht maanden na het platendebuut van de Beatles. Op de A-kant stond ‘Come on’, een cover van een nummer van Chuck Berry. De platenmaatschappij was Decca. Dit keer was Dick Rowe wél alert geweest. Hij was overigens getipt door George Harrison.
Net als bij de Beatles viel de verkoop van de eerste single van de Stones niet mee. ‘Come on’ kwam niet verder dan de eenentwintigste plaats in de Britse charts. Maar het jaar daarop kwam de doorbraak. De Stones hadden inmiddels de tijd van de covers achter zich gelaten en speelden eigen materiaal, zoals ‘It’s All Over Now’, waarmee zij hun eerst nummer een-hit in het Verenigd Koninkrijk hadden. Na een jaar van binnen- en buitenlandse tournees braken zij wereldwijd door met ‘I Can’t Get No Satisfaction’, dat in vrijwel elk land waar hitlijsten bestonden de eerste plaats bereikte.
Zo waren er in het midden van de jaren zestig twee Britse popgroepen die in Europa en Noord-Amerika de muzikale smaak van een jonge generatie bepaalden. Tezamen met andere, in die jaren nauwelijks minder bekende groepen zorgden zij ervoor dat hun land, met Swinging London als hoofdstad, het centrum van de jeugdcultuur werd.
Boek: Thuis in Europa – Han Lörzing