De oude Grieken en Romeinen vereerden de twaalf Olympische goden, heet het. Ze worden inderdaad genoemd door de dichter Hesiodos en zijn ook niet helemáál zonder betekenis, maar het is in feite maar een beetje theorie.
Vergelijk het met het rooms-katholicisme. Katholieken vereren officieel God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest, maar wie Rome bezoekt zal vaststellen dat van de ruim 280 kerken binnen de stadsmuren er twee zijn voor de heilige Drie-eenheid, één voor Jezus en een kleine vijftig voor Maria. Wie kijkt naar de bidprentjes herkent Padre Pio en de huilende Madonnina van Civitavecchia, maar geen God de Vader, Zoon of Heilige Geest. De geloofspraktijk wijkt af van de theorie.
Kunnen we een feitelijke hiërarchie vaststellen voor het Romeinse Rijk? De Amerikaanse oudhistoricus Ramsay MacMullen heeft het ooit gedaan voor enkele gebieden. Je kijkt dan naar alle inscripties – ze zijn verzameld in een boekenkast die bekendstaat als het Corpus Inscriptionum Latinarum – en kijkt welke goden werden genoemd. Als de inscripties zijn gemaakt in opdracht van een keizer of een magistraat, vallen ze af: dit is de staatscultus. Wat resteert, moet de echte, doorleefde cultus van de gewone mensen weergeven, vergelijkbaar met de verering van een Madonnina of een Padre Pio.
Het uitzoeken moet MacMullen weken hebben gekost. Ik heb het zelf (voor De rand van het Rijk) gedaan voor de provincies Germania Inferior en Gallia Belgica. Met deze database gaat dat supersnel. Hier is de uitslag, waarbij Jupiter op 100 is gesteld. De linkse kolom gaat terug op MacMullen.
Latium | Germania Inf. | Belgica | ||||
1 | Mars | 194 | Matres | 168 | Mercurius | 139 |
2 | Venus | 101 | Jupiter | 100 | Mars | 136 |
3 | Jupiter | 100 | Nehalennia | 67 | Jupiter | 100 |
4 | Fortuna | 92 | Mercurius | 43 | Liber Pater | 84 |
5 | Hercules | 71 | Mars | 37 | Apollo | 52 |
6 | Silvanus | 45 | Hercules | 34 | Hercules | 41 |
7 | Diana | 44 | Fortuna | 21 | Sol/Mithras | 37 |
8 | Sol/Mithras | 43 | Juno | 16 | Matres | 30 |
9 | Victoria | 40 | Diana | 16 | Minerva | 19 |
10 | Cybele | 36 | Sol/Mithras | 16 | Diana | 13 |
11 | Juno | 30 | Apollo | 11 | Juno | 13 |
12 | Ceres | 28 | Minerva | 11 | Fortuna | 8 |
13 | Isis | 25 | Isis | 8 | Victoria | 8 |
14 | Mercurius | 25 | Silvanus | 8 | Venus | 5 |
15 | Apollo | 24 | Victoria | 7 | Silvanus | 3 |
Eerst even een kanttekening. De frequente vermelding van Nehalennia is een vertekening: er zijn een paar dozijn votiefstenen bekend, die echter allemaal afkomstig zijn uit twee heiligdommen.
Desondanks kunnen we met de tabel vaststellen dat niet overal dezelfde goden werden vereerd. Zo speelden de Olympische goden in de Lage Landen dus totaal geen rol. De in het Middellandse-Zeegebied populaire liefdesgodin Venus haalt in Belgica maar net de top-15 en in Neder-Germanië zelfs die niet. Er is dus een stevige regionale verscheidenheid, waarbij alleen de oppergod Jupiter en de oorlogsgod Mars overal tot de meest vereerde goden behoren, met Hercules als goede derde.
Verder roept een tabel als deze vooral vragen op. Uit de aantallen blijkt dat overal maar zo’n vijf of zes goden werkelijk populair waren, maar in Italië vonden de andere nog altijd behoorlijk verering, terwijl de subtoppers in de noordelijke provincies nauwelijks votiefstenen kregen. Misschien betekent dit dat Tungren, Nerviërs, Bataven en Ubiërs een kleinere selectie maakten dan de Romeinen in het zuiden, misschien betekent het dat ze, naast het kerngroepje van vijf of zes, goden vereerden die geen prijs stelden op votiefstenen.
Opvallend is de enorme populariteit van Mercurius en Liber Pater (Dionysus) in Belgica, waar niet één godheid opduikt met een inheemse naam. Het is aannemelijk dat met Mercurius in feite een god als Lug, Esus of Teutates wordt bedoeld, terwijl achter Liber Pater een inheemse wijngod kan schuilgaan. Veel meer dan een aannemelijke hypothese is dat echter niet en het roept bovendien de vraag op waarom men in Neder-Germanië geen Latijnse namen gaf aan de eigen goden. Wie het weet mag het zeggen.