Twee herontdekte portretten van Rembrandt van Rijn worden begin juli geveild door veilinghuis Christie’s, zo meldt NRC vandaag. Het gaat om de gesigneerde portretten van de vermogende Leidense loodgieter Jan Willemsz. van der Pluym en diens echtgenote Jaapgen Carels. De ovale portretten dateren uit begin zeventiende eeuw en waren bijna tweehonderd jaar niet meer in het openbaar te zien.
Het gaat om kleine werkjes, van nog geen twintig centimeter hoog. Daarmee behoren ze tot de kleinste geschilderde portretten van Rembrandt. In 1824 waren de schilderijen voor het laatst in het openbaar te zien. Dat was tijdens een andere veiling van Christie’s. Ze werden toen als werken van Rembrandt verkocht aan een onbekende Britse familie. Hierna waren de werken ongeveer tweehonderd jaar niet meer te zien, ook niet voor wetenschappers.
Het bestaan van de werkjes is hierdoor relatief onbekend en in veel publicaties over het oeuvre van Rembrandt worden ze überhaupt niet vermeld. Alleen de inmiddels overleden Amerikaanse conservator Walter Liedtke van het Metropolitan Museum in New York beschreef de kleine portretten in een publicatie.
Onderzoek
Veilinghuis Christie’s heeft de portretten door het Rijksmuseum laten onderzoeken. De instelling bevestigt dat het om werk van Rembrandt gaat. De kunstenaar had een band met de twee geportretteerde personen. In 1635 kocht het echtpaar een tuin naast die van Rembrandts moeder en een zoon van het stel trouwde met een nicht van Rembrandt. Het enige kind uit dat huwelijk was kunstschilder Karel van der Pluym. Hij ging vermoedelijk in de leer bij zijn beroemde oom. Sommige van zijn werken zijn in het verleden aangezien voor echte Rembrandts.
Het veilinghuis schat de waarde van de portretten van Willemsz. van der Pluym en Jaapgen Carels op 5,7 tot 9 miljoen euro.
Boek: Het grote Rembrandt boek
