De U-480 – Eerste experimentele Stealth-onderzeeër

3 minuten leestijd
Detailopname van de Alberich coating zoals die ook verscheen op de U 480
Detailopname van de Alberich coating zoals die ook verscheen op de U 480 (CC BY-SA 3.0 - Jan Wellen - wiki)

Tot op de dag van vandaag beschouwen velen de U-480 van de Duitse Kriegsmarine, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in de vaart werd genomen, nog steeds als de eerste experimentele Stealth-onderzeeër ter wereld. Een op de romp aangebrachte innovatieve rubberen coating maakte immers de onderzeeboot zo goed als onwaarneembaar voor de sonar van vijandelijke oorlogsschepen. Het verhaal:

De Alberich coating

Eind 1942 werd op de scheepswerf van de “Deutsche Werke” te Kiel begonnen met de bouw van de U-480. De duikboot moest het prototype worden van een nieuwe generatie aanvalsonderzeeërs die dankzij een revolutionaire technologie de Duitse Kriegsmarine opnieuw het overwicht op zee zou bezorgen. Zo werden op de 67 meter lange romp van de U-480 rubberen tegels aangebracht die de detectie van sonarsignalen door vijandelijke schepen moesten verijdelen. Deze zogenaamde Alberich coating, verwijzend naar de gelijknamige dwergkoning die zich volgens Germaanse saga’s onzichtbaar kon maken, bestond uit twee lagen synthetisch rubber die elk ongeveer twee tot tweeënhalve millimeter dik waren. Een eerste met minuscuul kleine gaatjes geperforeerde onderlaag om de waterdruk op grotere diepten te weerstaan, bestond uit tegelvormige rubberen platen, bedekt met een tweede gladde rubberen bovenlaag. Deze met een speciale lijm bevestigde dubbelgelaagde structuur maakte dat de onderzeeboot vrijwel onwaarneembaar werd voor sonarpulsen.

Verder was de U-480 uitgerust met twee krachtige zescilinder dieselmotoren die aan de oppervlakte een snelheid konden ontwikkelen van bijna 18 knopen, ongeveer 33 kilometer per uur. Een ander kenmerk van de onderzeeër was de ingenieuze snorkelinstallatie waarmee de duikboot op periscoopdiepte gebruik kon blijven maken van de dieselmotoren. Verder beschikte de U-480 eveneens over twee elektromotoren voor het varen onder water. De speciaal hydrodynamisch gebouwde romp liet daarnaast tegen hoge snelheid duiken toe tot op een diepte van 230 meter. Daarnaast had de duikboot een actieradius van meer dan 8.500 zeemijl, ongeveer 14.000 kilometer. Op het gebied van de bewapening was de U-480 uitgerust met vijf torpedobuizen, waarvan vier op de boeg en één aan de achtersteven van waaruit de veertien torpedo’s waarover de onderzeeër bij het begin van iedere opdracht beschikte konden worden afgevuurd. Op het dek was een 3,46 inch scheepskanon gemonteerd en op de voor- en achterplecht stond luchtafweergeschut.

HMCS Alberni, tot zinken gebracht door de U 480
HMCS Alberni, tot zinken gebracht door de U 480

Der Krieg auf See

Onder het bevel van Oberleutnant zur See Hans-Joachim Förster (1920-1945) werd de U-480 op 6 oktober 1943 in dienst genomen. Na een reeks proef- en trainingsvaarten begon de U-480 in juni 1944 aan zijn eerste oorlogspatrouille die, op het neerschieten van een Catalina vliegboot na, tot grote frustratie van Förster weinig succesvol was. Begin augustus vertrok Förster vanuit de Franse havenstad Brest aan zijn tweede patrouille. Enkele dagen later bracht hij samen met twee koopvaardijschepen ook het Canadese korvet HMCS Alberni en de Britse mijnenveger HMS Loyalty tot zinken. Die succesvolle raid leverde Förster bij zijn terugkeer in Duitsland het felbegeerde Ridderkruis op. Belangrijker nog was dat de Alberich coating op de romp van de onderzeeër zijn efficiëntie had bewezen. De U-480 was onzichtbaar gebleven voor de vijandelijke sonarapparatuur. De Kriegsmarine zette daarop het licht op groen voor de bouw van nieuwe onderzeeërs uitgerust met deze speciale coating. In totaal werd nog begonnen met het bouwen van een tiental van dergelijke U-Boten, maar dit kon het verloop van de oorlog niet meer beïnvloeden.

Hoe het de U-480 verder verging

Na een korte verlofperiode verliet de U-480 op 6 januari 1945 de marinebasis in het Noorse Trondheim voor een derde patrouille. Het zou de laatste worden van de U-480. Lange tijd werd aangenomen dat de duikboot tijdens zijn derde en laatste patrouille in een confrontatie met de Britse fregatten HMS Rowly en HMS Duckworth tot zinken was gebracht. Pas toen in 1997 enkele duikers nabij het eiland Wight per toeval het wrak ontdekten van een Duitse U-Boot kwam de ware toedracht aan het licht. Een team onderwaterarcheologen van de universiteit van Bournemouth onder leiding van Innes McCarthey identificeerden met zekerheid het wrak als dat van de U-480. Nader onderzoek toonde aan dat de onderzeeër gezonken was nadat een zeemijn de achtersteven had opengereten. Een fatale explosie die het leven kostte aan Förster en zijn voltallige bemanning…

Ook interessant: Eerste onderzeeër voer in 1958 onder de Noordpool door

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schreef Rudi Schrever verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×