Als je iets of iemand ‘van haver tot gort kent’, houdt dat in dat je iets doorgrondt of iemand heel goed kent. Deze uitdrukking lijkt uit de agrarische wereld te komen: de boer kent zijn haver en gerst als geen ander. Toch heeft ‘van haver tot gort’ niets met graansoorten te maken.
Oorspronkelijk luidde de uitdrukking ‘van aver te (tot) aver’. Het woord ‘aver(e)’ betekende in het Middelnederlands – zoals onze taal van 1200-1500 heette – ‘nakomeling’ en was afgeleid van ‘af’. De uitdrukking hield dus in ‘van zoon tot zoon, van de ene voorouder tot de ander, van geslacht op geslacht’.
In sommige Nederlandse regio’s spreekt men de ‘a’ uit met een’ h’ ervoor. Het gezegde veranderde daardoor in ‘van haver tot haver’. Op een gegeven moment vatte men haver op als de benaming van een graansoort, waardoor grappige varianten op de uitdrukking ontstonden, zoals van haver tot gerst, van haver tot klaver en van haver tot gort. Laatstgenoemde uitdrukking is uiteindelijk als enige overgebleven.
Boek: De mooiste uitspraken van onze ouders en grootouders
Bronnen â–¼
– onzetaal.nl