Ik heb hier al eerder over het modewoord ‘verhalen’ geblogd. Daarin gaf ik aan dat de term ‘verhaal’ slaat op fictie. Misschien gebaseerd op waargebeurde zaken, maar zo neergeschreven of verteld dat het een spannend geheel wordt dat mensen graag lezen of horen. Een verhaal is daarom niet noodzakelijkerwijs (helemaal) waar.
Ik pleitte er dan ook voor om geschiedenis, de feiten over ons verleden, geen verhalen te noemen en die daarom door historici te laten vertellen. Want die beroepsgroep is ervoor opgeleid om een genuanceerde versie van wat er vroeger gebeurd is over te brengen. Zowel op schrift als, hoop ik, mondeling. Waarom? Omdat de historische leek, en dat kan een wetenschapper uit een andere richting, een romanschrijver of een pr-persoon zijn, niet het overzicht heeft dat een historicus heeft en dus geheid de fout ingaat.
Ik heb sinds ik hem schreef in april 2012 geen enkele reactie op die blog gehad. Niet dat ik dat verwachtte, maar je kunt eigenlijk wel merken dat er niet veel mensen zijn die hier een probleem in zien. Als ik een opmerking maak met de strekking zoals hierboven beschreven, zegt men meestal: waar maak je je druk om? Tja. Waarom? Omdat ik dit gebruik van termen hand over hand zie toenemen. En er worden nieuwsgierig makende termen aan toegevoegd. Binnen één etmaal kwamen er twee instanties van de combinatie ‘verborgen verhalen’ bij mij voorbij. De één was een foldertje van ons Dordrechts Museum met de titel Verborgen verhalen van Dordrecht en de andere was een titel van een EO jeugdserie. De onderwerpen waren nogal verschillend, want het museum noemde een serie ‘masterclasses’ (ook zo’n modeterm) zo en kondigde aan dat die vooral bedoeld waren voor geïnteresseerden in de geschiedenis van de stad die benieuwd zijn naar wat normaal verborgen blijft. De tv-serie ‘Verborgen Verhalen’…
“…is gebaseerd op waargebeurde verhalen van kinderen, nagespeeld door acteurs. Bij ieder verhaal hoort een wijze bijbelspreuk die ook nu nog actueel is.”
Waar slaat dat verborgene op? Over Dordrecht zijn zoveel boeken geschreven, zoveel artikelen verschenen in allerlei tijdschriften en er is zoveel te zien in de stad waarvoor je maar even hoeft te googlen en je hebt de hele geschiedenis van dat object of pand. Niet dat het altijd even correct is wat je daaruit leert, maar dat het moeilijk te vinden is klopt gewoon niet. Dat woord verborgen is al helemaal niet op zijn plaats bij de pubers van de EO. Of zou men bedoelen dat de problemen van de kinderen voor hun ouders verborgen bleven, maar dat ze er geen been in zien hun hele hebben en houden op de buis te gooien? Eventueel met schuilnamen en onherkenbaar gemaakte gezichten. Als dat al gebeurt… En dan moet er ook nog een Bijbelse moraal bij, al kun je dat van een christelijke zender natuurlijk wel verwachten.
Maar het is nog veel erger: kerken, paleizen, musea, ja zelfs universiteiten slaan je met ‘verborgen verhalen’ om de oren. Als je googlet op die woorden kom je op meer dan een half miljoen hits. En daar zitten een heleboel culturele en erfgoed websites bij. Waarom? Zijn het gewoon lokkertjes om mensen binnen te krijgen? Realiseert men zich niet dat ‘verhalen’ gemanipuleerde teksten zijn? Begrijpt men de betekenis van ‘verborgen’ niet meer? Ik vind het een verontrustende ontwikkeling.
Misschien komt het ‘verborgen’ van de uiterst populaire tv-serie Verborgen verleden, waarin BN-ers een glimp van het verleden van hun familie ontdekken. Ik heb het altijd een slappe vertaling gevonden van het Engelse origineel (dat in de States natuurlijk ook zo heet) Who do you think you are? Dat is tenminste een mooie titel met een passende dubbele betekenis, die gemakkelijk vertaald had kunnen worden met Wie denk je wel dat je bent? Maar dat zat er blijkbaar niet in. Maar ook als het daar niet vandaan komt, is ‘verborgen’ een vlag die de lading zelden dekt.
‘Verhalen’ over geschiedenis, historische gebouwen en producten van kunst en kunstnijverheid dienen de feiten van hun herkomst, betekenis en uniciteit te geven, geen praatjes voor de vaak of overdreven geheimzinnig gedoe. Een goede historicus kan dat, en eigenlijk zouden bouw- en kunsthistorici en archeologen dat ook moeten kunnen. En dat hoeven dus geen stukken met veel vakjargon en noten te zijn, maar begrijpelijke geschiedenissen. Mijn oproep aan alle culturele of erfgoedinstellingen is daarom: houd je verre van verborgen, geheime, mysterieuze, vergeten of bloedstollende verhalen. En noem ze ook niet zo…
~ Henk ’t Jong – Tiecelin