Dark
Light

Verdrag van Lateranen (1929)

De onafhankelijkheid van Vaticaanstad
Auteur:
3 minuten leestijd
Delegaties voorafgaand aan de ondertekening van het Verdrag van Lateranen
Delegaties voorafgaand aan de ondertekening van het Verdrag van Lateranen

Op 11 februari 1929 ondertekende de fascistische dictator Benito Mussolini en kardinaal en staatssecretaris Pietro Gasparri de zogeheten Verdragen van Lateranen, vernoemd naar de plaats waar de plechtigheid zich voordeed: het Lateraans Paleis. De verdragen maakten een eind aan een meer dan zestig jaar durend conflict tussen de Kerk en de Italiaanse staat. Dankzij het verdrag werd Vaticaanstad als onafhankelijke, soevereine staat erkend.

Vaticaanstad is met slechts 44 hectare de kleinste soevereine staat ter wereld. Daarbij moet nog wel worden aangetekend dat het staatje ook nog over ongeveer 70 hectare grond buiten Vaticaanstad beschikt. Het gaat dan om zogeheten extraterritoriaal gebied in Rome en omgeving. Officieel zijn deze gebieden Italiaans maar de Italiaanse jurisdictie geldt er niet.

Gevangenen

Paus Pius XI
Paus Pius XI
Het Verdrag van Lateranen was zeer belangrijk voor de kerkelijke inwoners van het nieuwe staatje. Voor de ondertekeningen omschreven de pausen zichzelf namelijk wel eens als “gevangenen van het Vaticaan”. In 1870 was de voormalige Kerkelijke Staat namelijk volledig ingenomen door de Italiaanse staat.

Paus Pius XI wilde een oplossing vinden voor deze kwestie en liet uitvoerig onderhandelen met Mussolini. Hij borduurde hierbij voort op geheime gesprekken die eerder al door zijn voorganger Benedictus XV waren opgestart. Aan de ondertekening van het Verdrag van Lateranen gingen drie jaar van officieel onderhandelen vooraf.

Drie documenten

Het Verdrag van Lateranen omvat drie belangrijke documenten, waardoor eigenlijk sprake is van de Verdragen van Lateranen.

  • In het eerste document werd vastgelegd dat de Heilige Stoel het koninkrijk Italië erkende met Rome als hoofdstad van de Italiaanse staat. Aan de andere kant erkende Italië de onafhankelijkheid en soevereiniteit van Vaticaanstad. Verder kwamen enkele kerken en gebouwen in Rome onder Vaticaans gezag te staan (onder meer: Sint-Jan van Lateranen, Santa Maria Maggiore en de Sint-Paulus buiten de Muren). Ook het benoemingsrecht van bisschoppen werd in het verdrag geregeld. Dit recht kwam volledig bij het Vaticaan te liggen, mits men de Italiaanse regering vooraf in kennis stelde. Tot slot werd onder meer afgesproken dat de Kerkelijke Staat een neutrale houding zou aannemen bij wereldlijke conflicten.
    Kaart van Vaticaanstad uit 2013
    Kaart van Vaticaanstad uit 2013
  • Het tweede verdrag was een concordaat en regelde de godsdienstige verhoudingen tussen Vaticaanstad en Italië. Vastgelegd werd bijvoorbeeld dat het rooms-katholieke geloof de staatsgodsdienst werd. Een andere belangrijke bepaling luidde als volgt:

    “De Italiaanse staat erkent de civiele geldigheid van het sacrament van het huwelijk dat volgens canoniek recht is toegediend.”

    Door deze bepaling werden het in de praktijk een stuk lastiger om te scheiden. Verder werd onder meer het godsdienstonderwijs op middelbare scholen verplicht gesteld en werden clerici vrijgesteld van militaire dienst.

  • Het derde een laatste verdrag regelde een financiële kwestie. Afgesproken werd dat de Italiaanse staat een bedrag van 750 miljoen lire zou betalen aan Vaticaanstad ter compensatie voor de kerkelijke bezittingen die in de jaren 1870-71 door liberale regeringen waren onteigend.

Het verdrag was niet alleen van groot belang voor de kerkelijke gezagsdragers, ook Mussolini spon er garen bij. Zijn populariteit en status onder het Italiaanse volk namen toe. Het is overigens niet zo dat er na deze verdragen helemaal geen conflicten meer waren tussen de Italiaanse staat en Vaticaanstad. Toen Mussolini in 1931 bijvoorbeeld in strijd met het Verdrag van Lateranen de katholieke jeugdorganisaties liet opheffen, kwam hem dat op felle kritiek van de paus te staan. Nog datzelfde jaar bestempelde deze het fascisme in een encycliek als ‘heidense staatsaanbidding’. Mussolini verbood de publicatie van dit pauselijk document.

In Vaticaanstad is 11 februari nog altijd een soort nationale feestdag.

Bronnen â–¼

-Vaticaan – Tom Zwaenepoel (Lannoo, 2011) p.439-440
-Kroniek van de Twintigste Eeuw – Aart Aarsbergen e.a. (Aegon) p.346
-Het Vaticaan in een notendop – Ewout Kieckens (Bert Bakker, 2007) p.23
-https://historiek.net/het-fascisme-als-politieke-religie/153112/
-https://historiek.net/het-italie-van-benito-mussolini-1925-1943/139472/
×