Het Jordaanmuseum in Amsterdam heeft naar aanleiding van de Maand van de Geschiedenis een themadag georganiseerd. Tijdens deze dag wordt stilgestaan bij de bijzondere relatie van het koningshuis met de Willemsstraat in de Amsterdamse Jordaan.
Volgens de overlevering was het de Oranjevereniging van de Willemsstraat in de Amsterdamse Jordaan die op het idee kwam om prinses Wilhelmina bij haar inhuldiging in 1898 een gouden koets te schenken.
De bewoners van de Willemsstraat waren vrij koningsgezind. Wanneer de Oranjevereniging in de straat werd opgericht is niet bekend, maar wel vast staat dat de straat, na de demping van de Goudsbloemgracht, in 1857 werd vernoemd naar koning Willem I. Voor de toenmalig koning, koning Willem III, was dat aanleiding om zijn jaarlijks bezoek aan de stad Amsterdam af te sluiten met een rit door de Willemsstraat. Zijn opvolgers Emma, Wilhelmina en Juliana zetten die traditie voort.
De stadhouders van Oranje
Het Jordaanmuseum staat zondag 13 oktober met een themadag stil bij de relatie van het koningshuis met de bijzondere straat. Nel Bakker-Ter Woort doet verslag van haar onderzoek naar het leven van haar voorouders de straatzangers: Dirk ter Woort (1787-1867), zijn vrouw en hun zoon Dirk junior. Zij zongen moordliederen, kluchten en liederen over de ‘heldenmoed en dapperheid’ van vrouwen als Kenau Hasselaar. Ter gelegenheid van de feestelijk inhuldiging van de Willemsstraat in 1857 bezongen zij ook de stadhouders van Oranje.
Wilma Mens en Claudia Carli vertellen tijdens de themadag over hun roemruchte voorouders Jacobus Mens (1805-1869), alias De Bokkebek en zijn zonen Leendert (uitbater van café De Kat in de Wijngaert) en Jacobus. Over hen worden in de familie al generaties lang fantastische verhalen verteld; over hun rol in het Palingoproer, hun aandeel in de schenking van de Gouden Koets en hun vermeende vriendschap met koning Willem III.