Vrije associatie bij de dood van Lee Harvey Oswald

Net als in de film
6 minuten leestijd
Lee Harvey Oswald kort na zijn arrestatie
Lee Harvey Oswald kort na zijn arrestatie (Publiek Domein - wiki)

Begin februari 1963 voltooide Kerry Thornley zijn boek The Idle Warriors. Diverse uitgevers wezen het manuscript af. We zouden vermoedelijk nooit iets van de auteur en zijn werk hebben vernomen, als hij in 1964 niet door de Warren-Commissie zou zijn opgeroepen om te getuigen in het onderzoek naar de moord op president Kennedy. Thornley wist de aandacht van de commissie op zich gevestigd omdat hij het enige boek gebaseerd op Lee Harvey Oswald, vandaag 57 jaar geleden zelf vermoord, schreef vóórdat deze wereldfaam verwierf als de moordenaar van JFK.

The Idle Warriors  - Kerry Thornley
The Idle Warriors – Kerry Thornley
Thornley (1938-1998) diende in het voorjaar van 1959 enige tijd op de Amerikaanse marine vliegbasis in Santa Ana, Californië. Daar ontmoete hij Oswald, een radarbediende op deze basis. Ze deelden een interesse in literatuur en politiek en discussieerden over George Orwell’s roman 1984 en over het marxisme.

Niet veel later vertrok Oswald naar de Sovjet-Unie om zich daar te vestigen, een niet alledaagse gebeurtenis tijdens de Koude Oorlog. Thornley, inmiddels uit militaire dienst, begon te werken aan een boek over zijn ervaringen als marinier. Hij baseerde zijn hoofdfiguur Johnny Shelburn op zijn oude makker Oswald, die bij Thornley model staat voor de intelligente soldaat die ontevreden is over de totalitaire structuur van de militaire dienst die zo scherp contrasteert met het Amerikaanse ideaal van individuele vrijheid.

In 1964 getuigde Thornley ten overstaan van de Commissie Warren. Daar verklaarde hij dat Oswald overduidelijk een marxist was geweest. Deze verklaring viel op, omdat hij de enige marinier was die verklaarde dat Oswald een linkse politieke voorkeur had. Anderen, die Oswald veel langer hadden meegemaakt, hadden daar niets van gemerkt. Voor de conclusie die Warren uiteindelijk trok, Oswald is JFK’s moordenaar, maakte het allemaal niets uit.

Dubbelganger

Oswald - Kerry Thornley
Oswald – Kerry Thornley
In 1965 publiceerde Thornley zijn boek Oswald, waarin hij zich achter de conclusie van de Warren-Commissie schaarde. Oswald was bij hem net als bij Warren de alleen handelende moordenaar van Kennedy. Later kwam Thornley hier weer op terug, en verklaarde hij overtuigd te zijn van een CIA moordcomplot op JFK met als doel de aanslag in de schoenen van de communisten te schuiven.

Thornley bazuinde ook rond dat hij in de periode voor de moord, toen hij in New Orleans woonde, in contact kwam met twee geheimzinnige mannen, Gary Kristein en Slim Brooks. Deze heren spraken over een complot om president Kennedy, aan wie ze een grondige hekel hadden, te vermoorden. Achteraf identificeerde Thornley de figuur die zich Gary Kristein noemde als de latere Watergate-inbreker, CIA-agent en thrillerschrijver E. Howard Hunt. Slim Brooks was volgens Thornley in werkelijkheid Jerry Milton Brooks, een lid van de rechts-conservatieve Minutemen. Niemand hechtte enig geloof in Thornleys verhalen.

Ondertussen was deze wel in het vizier gekomen van onderzoeksrechter Jim Garrison, thans vooral bekend van Oliver Stone’s film JFK, daarin gespeeld door Kevin Kostner. Thornley was hem opgevallen door zijn van de andere mariniers afwijkende verklaring in het Warren-rapport, zo schrijft Garrison in On the Trail of the Assasins (1988).

Kerry Wendell Thornley
Kerry Wendell Thornley (wiki)
Garrisons onderzoek wees uit dat Thornley veelvuldig in New Orleans was geweest in de jaren voor de moord op JFK, om de stad een paar dagen daarna onverwacht te verlaten. Getuigen hadden Thornley en Oswald samen gezien. Garrison vermoedde dat Thornley betrokken was bij het JFK-complot en dat zijn rol er uit had bestaan een dubbelganger van Oswald te spelen. De twee voormalige mariniers leken uiterlijk veel op elkaar. Een getuige van Oswalds bezoek aan het Mexicaanse consulaat in New Orleans, pikte de foto van Oswald én die van Thornley uit de zeventien foto’s die haar getoond werden.

In 1968 dagvaardde Garrison Thornley voor de Grand Jury, waar hij uitgebreid verklaarde. Een aanklacht wegens door hem gepleegde meineed werd later ingetrokken. Zoals bekend leverde Garrisons naspeuringen niets op en moest hij zijn onderzoekingen uiteindelijk staken.

MK-ULTRA

Thornley leidde na de gebeurtenissen rond de Kennedy-moord een onrustig leven. Hij trok rond in de VS, publiceerde in underground-blaadjes en stichtte een semi-serieus bedoelde religie, door hem Discordianisme genoemd.

Thornley vertoonde steeds meer paranoïde trekken. Hij meende een slachtoffer te zijn van een berucht CIA-experiment, MK-ULTRA. Dit behelsde een geheim programma waarbij onder meer met gebruik van LSD getracht werd de hersenfunctie van (onwetende) mensen te manipuleren. Onderzoek naar MK-ULTRA is sinds de vernietiging van haar archieven in opdracht van CIA-directeur Richard Helms altijd problematisch geweest. Thornley’s beweringen moeten niet uitgesloten worden geacht. Hij zou niet de eerste Amerikaanse dienstplichtige militair zijn die, soms zonder het te weten, betrokken zou zijn geweest bij dubieuze onderzoeksprogramma’s die gedurende de Koude Oorlog werden uitgevoerd.

Ook beweerde Thornley dat de CIA betrokken was bij de creatie van de jongerenrevolte van de jaren zestig, waarvan de aanvankelijke idealen al snel gesmoord werden in een cultuur van hedonisme waarin seks, drugs en rock ‘n’ roll het politieke potentieel van een generatie effectief uitschakelden.

Doors of Perception

Van Kerry Thornley die in de jaren zestig de belichaming was van de counter culture, is het een kleine stap naar een Engelse schrijver die op de dag van de moordaanslag op JFK, 22 november 1963, zou overlijden. Het nieuws van de dood van Aldous Huxley (1894-1963) werd die dag compleet overvleugeld door de voortdurende stroom nieuwsberichten die de wereld vanuit uit Dallas overspoelde.

Aldous Huxley in 1954
Aldous Huxley in 1954 (Publiek Domein – wiki)
Huxley is als auteur het meest bekend geworden met zijn Brave New World (1932), een dystopische roman die vaak in een adem wordt genoemd met Orwell’s 1984 (1949). Minder bekend is Huxley als propagandist van het gebruik van psychedelica. In The Doors of Perception (1954) gaat het over zijn experimenten met mescaline, een van cactussen afkomstige stof die in Mexico van oudsher bij sjamanistische rituelen wordt gebruikt. Huxley ontleende de titel van zijn boek aan een gedicht van William Blake:

‘If the doors of perception were cleansed every thing would appear to man as it is, infinite. For man has closed himself up, till he sees all things through narrow chinks of his cavern’.

Het was het lezen van Huxleys boek dat ene Jim Morrison het idee gaf om zijn band The Doors te noemen. De zanger overleed in 1971 op 27-jarige leeftijd in een Parijse badkuip leeftijd onder nooit opgehelderde omstandigheden maar vermoedelijk aan een teveel van drank en drugs. Daarmee was de regering Nixon een lastpak kwijt die zoals zovelen van zijn generatie tegen de Vietnamoorlog ageerde.

Hoe anders zijn vader, viceadmiraal George Stephen Morrison, vlootcommandant in Zuidoost-Azië ten tijde van het Tonkin-incident in augustus 1964. De door de Amerikaanse marine gefingeerde aanval door Noord-Vietnamese patrouilleboten verschafte president Johnson, in het ambt gekomen door een moordenaarshand, zijn alibi om zich op grote schaal in de Vietnamoorlog te mengen. De oorlog waaruit zijn voorganger op het punt stond zich terug te trekken, aldus cineast Oliver Stone in zijn JFK.

Net als in de film

Zo belanden we op het witte doek. Het oeuvre van Stone, Vietnamveteraan, gebruiker van psylocibine paddenstoelen, maker van films en documentaires over Oswald en Kennedy, Richard Nixon, Jim Morrison, Fidel Castro en de Vietnamoorlog belichaamt de tragische loop die Amerikaanse geschiedenis in november 1963 nam.

Maar vatten we de rol van cinema niet te beperkt op als we haar louter zien als een vehikel voor het vertellen van onze verhalen, als een spiegel van de geschiedenis? Wat als hij zelf geschiedenis schept?

Sommige auteurs wijzen op de mogelijkheid dat Oswald op Kennedy schoot onder invloed van een film. In Suddenly (1954) wordt John Barron, een door Frank Sinatra gespeelde oorlogsveteraan ingehuurd om de president te vermoorden. In de film is te zien hoe Sinatra als sluipschutter met een telescoopgeweer vanachter een raam op zijn doelwit schiet, als een Oswald avant la lettre. Of deze de film ook echt zag is twijfelachtig.

Manchurian Candidate (1962)
Manchurian Candidate (1962)
In dit verband wordt nog een andere film genoemd die Oswald zou hebben geïnspireerd, opvallend genoeg opnieuw met Sinatra in de hoofdrol. John Loken schrijft in Oswald’s Trigger Films (2000) dat Oswald dagelijks het filmtheater passeerde waar The Manchurian Candidate zo’n vier weken lang draaide in het najaar van 1962. Hierin speelt de zanger-acteur een gehersenspoelde Korea-veteraan die betrokken is bij een complot om een presidentskandidaat te vermoorden. Volgens Loken bracht het Oswald tot het plegen van de mislukte moordaanslag op generaal Walker in april 1963 en de later wel geslaagde op Kennedy.

Sinatra, ooit goed bevriend met de Kennedy’s maar al een paar jaar niet meer welkom op het Witte Huis en daardoor diep beledigd, voelde zich naar verluidt zo bezwaard na de moord dat hij zijn uiterste best deed beide om films uit de roulatie te krijgen. Dit was nu ook weer niet de bedoeling geweest.

~ Stef Ketelaar

Ook interessant: Willem Oltmans’ zoektocht naar de ware moordenaars van JFK
Boek: Cold case Kennedy

0
Reageren?x
×