In 1951 vonden archeologen onderaan de Donderberg bij Rhenen de grootste vroegmiddeleeuwse begraafplaats van Nederland. Maar liefst 1100 mannen, vrouwen en kinderen uit de Frankische periode (tussen 400 en 800 na Christus) kregen hier een graf. De drieduizend vondsten die ter plekke werden gedaan kregen na onderzoek een plek in de nationale archeologische collectie, bij het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) in Leiden. Dit jaar keren de Frankische schatten voor een grote tentoonstelling weer terug naar Rhenen.
De vroege Middeleeuwen worden vaak beschouwd als een ‘donkere’ tijd. Een tijd van achteruitgang, chaos en instabiliteit, na de neergang van het Romeinse Rijk. De tentoonstelling laat een ánder beeld zien. In een wereld vol dynamiek ontstonden destijds nieuwe koninkrijkjes. Tussen 400 en 800 na Christus vestigden zich vanuit Duitsland geleidelijk Franken op de Utrechtse Heuvelrug. Hun verfijnde cultuur – zo blijkt uit de vele bodemvondsten – heeft alles van een gouden tijd.
De Franken kenden een geordende samenleving met internationale handelsnetwerken van Europa tot diep in Azië. Ze hadden volgens onderzoekers bovendien een rijke denk- en leefwereld, waarin het nu én het hiernamaals waren verankerd.
Zo’n twintig generaties Franken leefden op de Utrechtse Heuvelrug (tussen Utrecht en Wageningen). Deze omgeving was om verschillende redenen aantrekkelijk: er was veel voedsel (rivier, bos), men zat hoog (strategisch zicht, droge voeten) en verplaatsing en handel waren gemakkelijk (rivier, land). Vandaag de dag is van de aanwezigheid van de Franken niets meer te merken. Op de Donderberg, aan de westkant van Rhenen, wonen nu mensen in moderne huizen. En waar in de vroege Middeleeuwen een belangrijke route lag – tussen Keulen en Utrecht – loopt nu de N225 met auto’s en fietsers.
‘Gouden vrouwen’
In de tentoonstelling wordt speciaal aandacht besteed aan de Frankische vrouwen. Interessant, want vaak ging de aandacht vooral uit naar de mannen, en hun imago van ‘bloeddorstige, roodharige strijders’. Vrouwen speelden volgens de samenstellers van de tentoonstelling een ‘gouden’ rol in de samenleving. Ze telden mee, en konden aanzien en macht verwerven. Vooral oudere vrouwen lijken vaak als wijs te zijn beschouwd. Frankische vrouwen waren verder managers van huis, voorraad en grond. De status van de vrouwen laat zich aflezen aan de voorwerpen die ze meekregen in hun graf op de Rhenense Donderberg. Die hadden ze nodig voor hun leven in het hiernamaals.
Bijna vijfenzeventig jaar na de opgravingen in Rhenen kan het publiek ongeveer honderdvijftig van de meest bijzondere vondsten bewonderen in Stadsmuseum Rhenen. Het gaat onder meer om juwelen (bezet met parels en granaatrode almandijn uit India), verfijnd glaswerk, versierde gespen en toiletgerei, waaronder pincetten en haarspelden. Ook zijn verschillende mantelspelden in de vorm van dieren en luxe kralen(kettingen) van glas en barnsteen te bezichtigen. Het museum:
Opmerkelijk is het schedel-reliek van de heilige Cunera: ook een ‘gouden vrouw’. De legende waarin de jonge Engelse prinses Cunera het brengt tot beschermheilige van Rhenen, speelt al in de Frankische tijd. Het reliek – behorend tot de grote reliekschat die in 2008 werd herontdekt in de altaren van de oud-katholieke Gertrudiskathedraal te Utrecht – is nooit eerder uitgeleend.
Ook de Romeinse keizerin Galla Placidia heeft een plek in de expositie. Haar beeltenis is te zien op twee gouden Romeinse munten die in de Frankische wereld hun weg vonden. Verder is de befaamde muntschat van Remmerden (bij Rhenen) te bezichtigen. Dit is de grootste gouden en zilveren muntschat van de Middeleeuwen die ooit gevonden is in Europa. Blikvangers zijn halsringen, gemaakt van omgesmolten Romeinse munten, gevonden in Achterberg (gemeente Rhenen). De Rijn vormde eertijds de noordgrens van het Romeinse Rijk.
De tentoonstelling Gouden Vrouwen. Frankische schatten thuisgebracht loopt van 9 april tot en met 7 december 2024.