De wereld in haar zondagspak. Een geschenk voor de leergrage jeugd, ca. 1870 Koninklijke Bibliotheek
In dit ingekleurde prentenboekje uit ca. 1870 komen verschillende naties in woord en beeld aan de orde, waaronder ‘Bergschotten’, ‘Nederlandsche landlieden’, ‘Bengalezen’, ‘Perzianen’ en ‘Esquimaux’. Ieder plaatje gaat vergezeld van een gedichtje van zes regels over een eigenschap van het beschreven volk. In een Naschrift wordt verklaard waarom de Fransen niet behandeld worden:
‘Wie ik verder u moog schetsen, ‘k Breng hun kleding nooit in plaat; want zij wisslen onophoudlijk, zoo van zeden als gewaad’.
Het boekje is een ongewijzigde herdruk van een uitgave uit 1834. Dat verklaart de achterhaalde tekst bij het plaatje van de ‘Negers’: die vrezen niet zozeer de tijgers[!] van Afrika, maar de christelijke slavenhandelaars die hen geboeid wegvoeren van vrouw en kinderen. Voor slavenhandelaars hoefden ze echter in 1870 niet meer bang te zijn; de slavernij was zeven jaar eerder afgeschaft.
Vorige topstuk | volgende topstuk