Maand van de geschiedenis
Dark
Light

Werkloosheid tijdens de Eerste Wereldoorlog, 1915

6 minuten leestijd
Zalig niets-doen. Tekening van Jordaan uit 1915; bron: Geheugen van Nederland
Zalig niets-doen. Tekening van Jordaan uit 1915; bron: Geheugen van Nederland

Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren er in de grote steden duizenden werklozen. Om โ€˜leegloperijโ€™ of misdragingen te voorkomen organiseerden gemeenten werkverschaffing of โ€˜ontwikkeling en ontspanningโ€™. De kranten berichtten erover.

Werkloosheid in Nederland 1915

Koninklijke BibliotheekVeel Nederlandse gezinnen raakten door de oorlog in de problemen, vooral in de steden. De kostwinnaar was gemobiliseerd of was werkloos geworden. Die gezinnen zaten zonder inkomen en waren aangewezen op steun van gemeentelijke of particuliere instellingen. Er waren duizenden zogeheten โ€˜oorlogsarmenโ€™. De vraag deed zich voor hoe men de werklozen kon bezighouden. Door de zesdaagse werkweek met lange werkdagen was niet iedereen gewend aan โ€˜vrije tijdโ€™. Nederland kende geen radio, tv of internet, voor tijdpassering ging men de deur uit.

Armenzorg en steunverlening

De Nederlandse regering onderkende dat wie als gevolg van de oorlog noodlijdend werd recht had op ondersteuning. Er bestond al de gemeentelijke armenzorg, maar die was bedoeld voor de โ€˜gewoneโ€™ armlastigen. Die armoede was hun eigen schuld volgens de heersende opvatting. De in augustus 1914 ontstane crisissituatie – het ging plots om tienduizenden oorlogsarmen – dreigde de gemeenten boven het hoofd te groeien. Op initiatief van koningin Wilhelmina was, in samenwerking met minister Treub (Handel, Nijverheid en Landbouw), al vroeg in augustus 1914 het Koninklijk Nationaal Steuncomitรฉ (KNSC) opgericht. Dat comitรฉ moest zoveel mogelijk de steunmaatregelen in het land coรถrdineren. In de praktijk kreeg de steunverlening vooral op plaatselijk niveau gestalte. De financiering van de steunmaatregelen en de โ€˜ontwikkeling en ontspanningโ€™ gebeurde via collectes en uit de geldelijke middelen van de gemeenten. In noodgevallen sprong het KNSC bij. Het ging er uiteindelijk om werklozen van de straat te houden.

Medewerkers van het Amsterdamsch Algemeen Steuncomitรฉ tellen geld uit voor de uitbetaling aan hulpbehoevenden. Uit: Het leven, 12 januari 1915
Medewerkers van het Amsterdamsch Algemeen Steuncomitรฉ tellen geld uit voor de uitbetaling aan hulpbehoevenden. Uit: Het leven, 12 januari 1915

Werklozen aan het werk

Uit: Leeuwarder Courant, 8 januari 1915
Uit: Leeuwarder Courant, 8 januari 1915
In de Leeuwarder Courant (8 januari 1915) verscheen een artikel (door Is. P. de Vooys, kaderlid bij de Nederlandsche Werkloosheidsraad en het KNSC) over werkloosheid en werkverschaffing. Bij de niet-werkenden kon โ€˜arbeidsschuwheid en berusting in het leegloopen gevreesdโ€™ worden. Bovendien konden โ€˜uit het leegloopen zooveel andere slechte dingenโ€™ voortkomen. De auteur erkende dat er principiรซle bezwaren aan werkverschaffing kleefden, omdat die te veel overheidsbemoeienis kon betekenen. In deze crisistijd vond hij het niettemin nuttig werklozen bezig te houden en hun ontwikkeling te bevorderen.

Gemeentelijke werkverschaffing

Om werklozen aan de slag te krijgen namen Burgemeester en Wethouders te Hilversum de werkverschaffing ter hand en bepaalden de arbeidstijden en de beloning (De Telegraaf, 20 januari 1915). Dezelfde krant meldde een week later dat in het Friese Weststellingwerf 20.000 gulden was uitgegeven aan werkverschaffing (De Telegraaf, 28 januari 1915). Het betrof de aanleg van wegen en heide-ontginning. De gemeente Smallingerland kreeg een bedrag van 500 gulden toegewezen van het Nationaal Steuncomitรฉ om werkverschaffing te realiseren (Nieuwsblad van Friesland, 2 april 1915). Het project om Boskoop aan te sluiten op het spoorwegennet was door de oorlog stilgevallen. Het Rotterdamsch Nieuwsblad (12 mei 1915) schreef dat werkverschaffing hier een oplossing kon bieden.

Overal in het land

In Schoonhoven beรซindigde de lokale commissie voor werkverschaffing haar taak, omdat de werklozen die in de zilverbedrijven werkten โ€˜hun tijd verluierdโ€™ hadden. Een Schoonhovense inwoner weerlegde in het Rotterdamsch Nieuwsblad (22 juli 1915) deze aantijging. Door de oorlog stagneerde de aanvoer van grondstoffen en de vraag naar producten was afgenomen; dat betekende gewoon minder werk. In Steenwijk bekostigde het bestuur van de โ€˜Vereeniging tot wering der bedelarijโ€™ het schilderwerk aan het gebouw voor de Werkverschaffing (Nieuwsblad van Friesland, 7 september 1915). Begin 1915 had het Nationaal Steun Comitรฉ de noodlijdende gemeente Bruinisse โ€˜zwaar gesubsidieerdโ€™. Maar de handel in mosselen en garnalen was na een slappe periode opgebloeid en dat had de situatie daar verbeterd (Rotterdamsch Nieuwsblad, 30 november 1915).

Ontwikkeling en ontspanning

Zalig niets-doen. Tekening van Jordaan uit 1915; bron: Geheugen van Nederland
Zalig niets-doen. Tekening van Jordaan uit 1915; bron: Geheugen van Nederland
Voor wie niet via werkverschaffing aan de slag kon, stonden andere vormen van tijdverdrijf open. In Vlaardingen staken besturen van politieke en vakverenigingen de koppen bijeen om de werkloze ontwikkeling en ontspanning te bieden (Het volk, 8 januari 1915). Hetzelfde gebeurde in Leiden (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 9 januari 1915) waar een commissie aan de slag ging. Het Hilversumsch โ€˜Comitรฉ tot ontwikkeling en ontspanningโ€™ had een programma opgesteld voor de week van 18 januari. Dat bevatte onder meer een avond met lichtbeelden over โ€˜Een kijkje in Voor-Indiรซโ€™ en een verhandeling over โ€˜De slag bij Waterlooโ€™ (De Gooi- en Eemlander, 16 januari 1915). Voor een damtoernooi, uitgaand van het Amsterdamse Comitรฉ, hadden zich 539 deelnemers ingeschreven (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 19 januari 1915).

Ontspanning en educatie

In veel gemeenten konden werklozen gratis bibliotheekboeken lenen. In het Algemeen Handelsblad (29 maart 1915) verscheen een oproep aan Amsterdammers om ongebruikte boeken af te staan voor uitleenbibliotheken voor werklozen. Het waren allemaal initiatieven om werklozen van de straat te houden en waar mogelijk een en ander bij te brengen. Dat kwam mede voort uit de verheffingsgedachte, het idee om het โ€˜gewoneโ€™ volk met cultuur te laten kennismaken.

Kritische geluiden

Het Algemeen Handelsblad (7 februari 1915) schreef over Haagse werklozen die goedkoop de bioscoop konden bezoeken, terwijl werkenden dit voordeel niet genoten. B&W van Den Haag vroegen zich af of werklozen daardoor meer voordelen genoten dan werkenden.

Over de financiering van de โ€˜ontwikkeling en ontspanning der werkloozenโ€™ kwamen in mei 1915 Kamervragen. Enkele Kamerleden hadden gehoord dat werklozen liever in de stad bleven dan werk op het platteland aan te pakken. De werklozen vonden het bijwonen van lezingen en veelal gratis bioscoopbezoek aantrekkelijker. Dat was volgens de Kamerleden toch niet de bedoeling; bij werklozen kon daardoor de โ€˜demoralisatie โ€ฆ nog groter vorm aannemenโ€™ (Het volk, 22 mei 1915)

Uit: Algemeen Handelsblad, 7 februari 1915
Uit: Algemeen Handelsblad, 7 februari 1915

Verzuilde steun

Tijdens een vergadering in Utrecht van de Roomsch Katholieke Werkliedenvereeniging in het Aartsbisdom betreurde de secretaris van de Vereeniging dat de R.K. Vereenigingen tot dat moment weinig voor de werklozen hadden gedaan. Zij hadden dat, helaas, aan anderen overgelaten; de secretaris hoopte dat dit zou verbeteren. (Het Centrum, 22 maart 1915) Hier bleek weer even de toen kenmerkende verzuiling in Nederland.

Werklozen in Amsterdam

In de loop van 1915 liep de werkloosheid terug, maar voor het Amsterdamse โ€˜Comitรฉ voor ontwikkeling en ontspanningโ€™ bleef er genoeg te doen. Vanwege het betere weer konden werklozen in de buitenlucht โ€˜leeren roeien onder deskundige leidingโ€™ en zich wijden aan โ€˜het beklimmen van de stadstorensโ€™. Enkele speciale lokaties, te gebruiken door werklozen, werden gesloten. Ook aan het bioscoopbezoek kwam tijdelijk een eind; in plaats daarvan konden werklozen muziekuitvoeringen in de open lucht bijwonen (De Tijd, 11 mei 1915). In oktober 1915 telde Amsterdam zoโ€™n tienduizend werklozen; het comitรฉ was toen bezig het programma voor de winter op te stellen (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 2 oktober 1915).

Geld voor het Steuncomitรฉ in Middelburg

Het Plaatselijke Steuncomitรฉ te Middelburg deed een oproep in de Middelburgsche Courant (27 mei 1915) om niet de stadgenoten te vergeten, die door de oorlog in problemen waren geraakt. Wekelijks moest het comitรฉ zoโ€™n zeshonderd gulden uitkeren, door de voortdurende oorlog dreigde de kas uitgeput te raken. Daarom klonk de oproep aan de burgers om het โ€˜uitmuntend en noodzakelijk werkโ€™ van het comitรฉ te blijven steunen. Twee maanden later verscheen in de Middelburgsche Courant (31 juli 1915) een opgave van de inkomsten en uitgaven van de lopende week. Collectes en bijdragen van particulieren en beroepsorganisaties hadden geld opgeleverd. De gezinnen van gemobiliseerde militairen en werklozen ontvingen de uitkeringen, in nu al de vijftigste week, zoals de Courant meldde.

โ€˜Meer steunโ€™

Zo luidde de kop van een redactioneel artikel in het Nieuwsblad van het Noorden (13 juli 1915) waarin de financiรซle situatie van het Koninklijk Nationaal Steuncomitรฉ werd toegelicht. In een notendop stond daarin de hele gang van zaken rond de landelijke steunverlening uiteengezet. Het Nationaal Steuncomitรฉ liet zich in principe niet in met het werk van de plaatselijke comitรฉโ€™s. Slechts wanneer het Comitรฉ de situatie in een gemeente onhoudbaar achtte – zoals in Bruinisse – zegde het hulp toe. Omdat het werk van de steuncomitรฉโ€™s nog wel even moest worden voortgezet, deed het Nationaal Comitรฉ een beroep op die bedrijven en boeren die door de oorlog juist een aanzienlijke winst gemaakt hadden. โ€˜Wie buitengewoon verdiend heeft, moet buitengewoon mild zijnโ€™, luidde het oordeel. Het artikel besloot met het postadres van de penningmeester van het Nationaal Steuncomitรฉ in Den Haag.

Ontwikkeling en ontspanning in Rotterdam

De ‘Rotterdamse Ontwikkelingscommissie voor de Werkloozen’ had, met de winter in aantocht, een programma opgesteld met cursussen voor werklozen. Die konden zich inschrijven op vertoon van hun โ€˜steunkaart of ander bewijs van werkloosheidโ€™. Het volk meldde dat ouderen, jongeren en vrouwen zich konden aanmelden voor onder meer lezen en schrijven in het Nederlands en rekenen. Daarnaast kon de werkloze een cursus Engels volgen of zich bekwamen in het schoenlappen. Voor de ontspanning van werklozen organiseerde de commissie muziekuitvoeringen, lezingen en sportieve activiteiten (Het volk, 26 oktober 1915).

Steunverlening aan repatriรซrende Nederlanders

Eind 1915 beschreef het Nieuwsblad van Friesland (17 december 1915) hoezeer de oorlog zijn tol ging eisen. Nederlanders die bij Duitse textielfabrieken werkten moesten terugkeren. De economische situatie in Duitsland verslechterde en zij waren hun baan kwijgeraakt. Maar veel van deze gezinnen bleven in eigen land ook werkloos en โ€˜klopten vergeefs aan bij Plaatselijke Steuncomitรฉโ€™sโ€™. Die comitรฉโ€™s hielpen eerst de eigen burgers of zaten krap bij kas. Deze Nederlanders vielen tussen wal en schip. Het Nieuwsblad herinnerde aan de ruimhartige hulpverlening die Nederland sinds augustus 1914 aan Belgische en andere vluchtelingen had verleend. Maar nu mocht men โ€˜na Belgiรซ, Rusland, Frankrijk, Duitschland en Serviรซโ€™ ook de landgenoten niet vergeten.

~ Koninklijke Bibliotheek – Ron van der Schee