De zeventiende-eeuwse filosoof Adriaan Koerbagh (1633-1669), die veroordeeld werd vanwege zijn radicale boeken, werd verraden door een goede vriend. Dat staat in het nawoord van zijn recent verschenen Een licht dat schijnt in duistere plaatsen (hertaling Michiel Wielema).
Voor 1500 gulden werd in juli 1668 de schuilplaats van Koerbagh onthuld, waarna de vrijdenker in de boeien werd geslagen en afgevoerd werd naar Amsterdam. Hij werd bestraft met een ketterproces en overleed een jaar later in het Amsterdamse Rasphuis.
Wielema schrijft dat de Utrechtse drukker van Een licht vermoedde dat hij met een gevaarlijk en godslasterlijk werk te maken had en de autoriteiten inlichtte. Hierop vluchtte Koerbagh naar Culemborg en, toen Amsterdam aan Culemborg om Koerbaghs arrestatie en uitlevering had gevraagd, naar Leiden. Enige tijd na Koerbaghs vlucht meldde zich iemand die beweerde in ruil voor een mooi bedrag zijn schuilplaats in Leiden te kunnen onthullen. De gegevens die de man leverde, bleken exact te kloppen en Koerbagh kon even later van zijn bed worden gelicht.
Mogelijk was deze ‘vriend’ Abraham van Berkel, die toen zelf in Culemborg woonde en Koerbagh actief had gesteund met het laten drukken van Een licht in Utrecht. Uit archiefstukken blijkt dat Van Berkel precies in diezelfde maand ten overstaan van schepenen van Culemborg een openstaande schuld van 750 gulden beloofde af te lossen, waarmee een jarenlang slepend juridisch conflict eindelijk kon worden afgesloten. Wegens die schuld had hij zelfs enige tijd in Culemborg vastgezeten en waren de goederen van hem en zijn vrouw in verzekerde bewaring genomen. Van Berkel had dus dringend geld nodig.
Over ‘Een licht dat schijnt in duistere plaatsen’
Adriaan Koerbagh (1633-1669) ontleedt in Een licht dat schijnt in duistere plaatsen met ‘het licht van de rede’ fundamentele christelijke noties als de Schepper, de drie-eenheid, hemel en hel, engelen en duivels, en het geloof in wonderen. Volgens hem vallen God en Natuur samen en is theologie een natuurwetenschap. Koerbaghs doel was een vrije en vrijzinnige samenleving; hij had zich tot taak gesteld met scherpe pen commentaar te leveren op wat hij als misstanden ervoer.
Als het in 1668 ongehinderd had kunnen verschijnen, was Een licht dat schijnt in duistere plaatsen zonder twijfel een grote inspiratiebron geweest voor de radicale Verlichtingsdenkers. Nu werd echter vrijwel de hele oplage vernietigd en wachtte Koerbagh een ander lot: om zijn antichristelijke boek werd hij bestraft met een ketterproces in het ‘vrijzinnige’ Amsterdam en in 1669 overleed hij in het Rasphuis. Een licht verzonk ten onrechte in de vergetelheid.
Lees hier een hoofdstuk uit het boek van Adriaan Koerbagh
Boek: Een licht dat schijnt in duistere plaatsen