Wilhelmina van Pruisen (1751-1820) is de geschiedenis ingegaan als de daadkrachtige vrouw van Willem V, de laatste stadhouder van de Republiek. Door spanningen in de samenleving ging ze steeds meer een actieve politieke rol vervullen. Ze is het bekendst van haar aanhouding bij Goejanverwellesluis door de patriotten. Wat deed Wilhelmina van Pruisen nog meer? Een beknopte biografie.

(On)gelukkige jeugd
De eerste paar jaren van de jonge prinses waren niet heel prettig. Ze werd opgevoed door een gouvernante. Wilhelmina schreef later dat deze kinderjuffrouw haar mishandelde en verwaarloosde. Daarnaast hing de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) als een donkere wolk over haar kindertijd.
Na de oorlog brak een betere tijd aan voor Wilhelmina. Haar kinderloze oom, de Pruisische koning Frederik II (de Grote) nam haar op in zijn hof. Ze kreeg een nieuwe gouvernante die als een moeder voor haar was. Ook nam de prinses volop deel aan het hofleven met bals, muziekuitvoeringen en toneelspelen. Ze leerde Frans en kreeg onderwijs in godsdienst, aardrijkskunde en geschiedenis. Voor een jonge vrouw was dit toen een van de beste voorbereidingen op het leven in gegoede kringen.
Huwelijk met Willem V

Het stel kreeg in de jaren daarop vijf kinderen waarvan er maar drie de kindertijd overleefden: Louise (1770), Willem Frederik (1772) en Willem George Frederik (1774). Wilhelmina zou een betrokken moeder zijn geweest die de opvoeding en het onderwijs van haar kinderen strikt regelde. In de eerste jaren van haar huwelijk besteedde ze al haar aandacht aan het gezin en hofleven. Er waren veel feesten en ontvangsten. In de omgang met anderen was ze volgens historici vrij gereserveerd, wat door sommigen als arrogant werd beschouwd.
Politieke betrokkenheid


In brede kringen werd haar politieke inzicht en doortastendheid gewaardeerd. Dat bleek ook uit het feit dat vooraanstaande regenten, waaronder ook gematigde patriotten, zelfs het voorstel deden dat zij de positie van haar man als regentes zou overnemen. Wilhelmina voelde daar echter niets voor. Ze vreesde dat dit ernstige schade zou toebrengen aan het huis van Oranje.
Oranjegezinden en patriotten
Wilhelmina en Willem V waren populair bij het gewone volk en bij de Oranjegezinden, maar hadden een moeizame relatie met een deel van de regenten en burgerij. Dit kwam onder andere doordat regenten de stadhouder soms dwarsboomden bij het benoemen van bestuurders. Een andere groep, de zogenoemde patriotten, vonden het staatsbestuur te absolutistisch en wilden meer zeggenschap. Willem V was echter vrij conservatief en zag geen reden voor aanpassingen.
Door spanningen in het land en de opkomende dreiging van een burgeroorlog besloten de Staten van Holland in 1785 om de stadhouder enkele van zijn functies te ontnemen. Willem V vertrok hierop met zijn vrouw Wilhelmina en kinderen naar Nijmegen. Daar verbleven ze in de Valkhofburcht.
Goejanverwellesluis
Wilhelmina zat in Nijmegen niet stil en beraadde een plan. Ze zou naar Den Haag gaan om de zaak van haar echtgenoot en stadhouder Willem V bij de Staten van Holland te bepleiten. Zo gebeurde het dat de prinses in de vroege ochtend van 28 juni 1787 per koets en met een klein gevolg van hovelingen richting de hofstad vertrok.
De patriotten waren echter voorbereid op haar komst. De bestelling van vijftien paarden voor een onbekend gezelschap had de aandacht getrokken. Ze gokten dat de paarden gereserveerd waren voor iemand van hoge afkomst. Om de identiteit van de reizigers te achterhalen besloten ze het gezelschap bij het riviertje de Vlist in Bonrepas tegen te houden.
De koets en het gezelschap uit Nijmegen naderden Bonrepas en werden daar tot hun verbazing aangehouden door het patriottische vrijkorps, bestaande uit veertig ruiters. Al snel merkten de ruiters dat Wilhelmina in het rijtuig zat. Ze brachten haar vervolgens naar het huis van een kaasboer bij Goejanverwellesluis. Daar werd ze ondervraagd. Toen men haar hierna naar Woerden wilde brengen, weigerde ze. Uiteindelijk kreeg ze toestemming terug te keren naar Nijmegen.

Charles Rochussen, 1787
Eenmaal thuisgekomen deed een verontwaardigde Wilhelmina verslag van haar avontuur, dat de geschiedenisboeken inging als ‘de aanhouding bij Goejanverwellesluis’. Op 1 juli 1787 schreef ze een brief aan de Staten van Holland en West-Friesland:
“Hoe groot ook onze bevreemding was, toen wy op donderdag den 28 laatsleden (…) zyn aangehouden, en door dezelve zyn verhinderd geworden op onze reize naar de Orange-zaal (…). Onze goede en vreedzame oogmerken, door deeze Hunne handelwys, hebben doen mislukken, vinden wy ons niet alleen aan ons zelven verplicht, om het ernstigst eene openbaare en genoegzame reparatie te vorderen wegens den hoon welke ons daardoor is aangedaan.”
Wilhelmina vond kortom dat ze misdadig was behandeld, een Pruisische prinses onwaardig.
Hulp uit Pruisen en machtsherstel

Willem V en Wilhelmina keerden terug naar Den Haag en werkten daar aan hun machtsherstel. Dit ging gepaard met chaos en politieke zuiveringen. Zo werden op bestuursposten eigen mensen geplaatst en moesten ambtenaren trouw zweren. Patriotten werden gestraft of verbannen. Velen vluchtten naar Frankrijk. Daarnaast sloot Wilhelmina zonder overleg de Acte van Garantie, waarin Pruisen en Engeland de grenzen van de Republiek garandeerden. Toen de rust en macht min of meer hersteld was, ging ze zich weer richten op het gezin en hofleven.
Ondertussen was de populariteit van de prinses sterk gedaald. In het standaardwerk 1001 Vrouwen schrijft Lotte van de Pol hierover:
“Drie beschuldigingen komen telkens terug. Ten eerste was Wilhelmina een buitenlandse die vreemde troepen het land had binnengebracht. Ten tweede was ze een vrouw die tegen de natuurlijke orde in de macht had overgenomen van haar echtgenoot. Ten derde was ze buiten proportie wraakzuchtig tegenover haar vijanden.”
Ballingschap

In 1801 vertrok Willem V naar zijn Duitse buitenplaatsen. Datzelfde jaar erkende hij het nieuwe gezag in de Republiek en deed hij afstand van zijn rechten als stadhouder. Een jaar later voegde zijn vrouw Wilhelmina zich bij hem. Ze zouden vier jaar lang een teruggetrokken leven leiden in de Duitse plaats Nassau, vlakbij Brunswijk (Braunschweig) waar hun dochter Louise woonde. Zij was inmiddels getrouwd met Karel van Brunswijk.
Verblijf in Berlijn
De partners van Wilhelmina en Louise stierven rond dezelfde periode. Willem V overleed op 9 april 1806. De twee weduwen leidden een kort zwervend bestaan totdat ze in 1807 in Berlijn arriveerden. Daar verbleven ze onder andere in het Niederländisches Palais in de stad. Wilhelmina bleef zich bezighouden met staatszaken. Ze correspondeerde met Oranjegezinden in een zelf ontworpen geheimschrift en volgde politieke ontwikkelingen nauwkeurig. Verder begon ze te schrijven aan haar memoires.
Terugkeer naar de Nederlanden

Tussen 1813-1820 woonde Wilhelmina onder meer op Paleis ‘t Loo. Ze hield zich in haar laatste jaren veel bezig met liefdadigheid. Zo stichtte ze een school voor achterstandskinderen en steunde ‘soepinrichtingen’ voor armen. Op 9 juni 1820 overleed ze op 69-jarige leeftijd. Wilhelmina kreeg tijdelijk een graf in Apeldoorn en werd twee jaar later bijgezet in de grafkelder van de Oranjes in Delft.
Boek: Willem V en Wilhelmina
Bronnen ▼
-https://www.mirjamjanssen.com/local/userfiles/68_77_HN0708_wilhelmina.pdf
-https://historiek.net/stadhouder-willem-v-van-oranje-nassau/56510/
-Duizend jaar Gouda: een stadsgeschiedenis – P. H. A. M Abels (Verloren, 2002) p. 336-338
-Een kennismaking met de geschiedenis van de Nieuwe tijd – Michiel van Os en Menno Potjes (Coutinho, 2003) p. 150
-https://books.google.nl/books?id=d09aAAAAcAAJ&printsec=frontcover&dq=Goejanverwellesluis.&hl=nl&sa=X&redir_esc=y#v=onepage&q&f=false
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Wilhelmina_van_Pruisen_(1751-1820)