Dark
Light

Wim Duisenberg zei altijd ‘nee’

3 minuten leestijd
Wim Duisenberg
Wim Duisenberg in 1981 (CC0 - Hans van Dijk - Anefo)

PvdA’ers staan erom bekend buitengewoon kwistig om te springen met overheidsgeld. Toch hebben ze merkwaardig genoeg ook enkelen van de behoedzaamste ministers van Financiën geleverd. Piet Lieftinck bijvoorbeeld, de man die kort na de Tweede Wereldoorlog het Nederlandse geldwezen saneerde. Of Wim Kok, die als bewaker van de schatkist het overheidstekort drastisch wist terug te dringen. Of, nog vrij recent, Jeroen Dijsselbloem. Als voorzitter van de eurogroep (het overlegorgaan van Europese ministers van Financiën) spoorde hij zijn collega’s in de zuidelijke EU-landen stelselmatig en soms tamelijk hartstochtelijk aan tot zuinigheid.

Maar de meest geroemde PvdA-minister van Financiën was toch wel Wim Duisenberg. In het als zeer links bekend staande kabinet-Den Uyl waarschuwde hij voortdurend tegen de aandrang tot geldsmijterij van zijn collega’s. Na zijn ministerschap werd hij president van De Nederlandsche Bank (DNB). In die functie wist hij de toch tot soberheid geneigde premier Lubbers te ergeren met zijn herhaalde oproepen om de broekriem aan te halen. Dat zuinige beleid zette hij voort als eerste president van de Europese Centrale Bank. Duisenberg is de enige landgenoot tot dusver die deze post heeft bekleed.

Schaduwkabinet

Duisenberg werd in 1935 geboren in Heerenveen. Hij studeerde economie in Groningen, promoveerde en ging in de tweede helft van de jaren zestig aan de slag als staflid van het Internationaal Monetair Fonds in Washington. Daarna werd hij hoogleraar in Amsterdam. Tussen 1973 en 1977 was hij minister in het kabinet-Den Uyl, nadat hij eerder al in het linkse schaduwkabinet had gezeten. Waarom Den Uyl hem de eer gunde is niet helemaal duidelijk. Want hoewel Duisenberg sinds 1959 PvdA-lid was, had hij tot dan toe geen onmiskenbare politieke betrokkenheid aan de dag gelegd.

Joop den Uyl en Wim Duisenberg, juli 1975
Joop den Uyl en Wim Duisenberg, juli 1975 (CC0 – Rob Mieremet / Anefo)

Zijn neiging tot striktheid in financiële zaken zal hem bij de meesten van zijn collega’s ook niet erg populair hebben gemaakt. Volgens zijn latere opvolger Gerrit Zalm (een VVD’er, zij het ook begonnen als PvdA-lid) vertelde Duisenberg hem dat een minister van Financiën alleen maar ‘nee’ hoefde te kunnen zeggen. ‘De enige keer dat je “ja” mag zeggen is als iemand je vraagt: zei je “nee?”’

Wim Duisenberg
Wim Duisenberg tijdens een PvdA-verkiezingsbijeenkomst in 1977 (CC0 – Koen Suyk / Anefo)
Kort na het aantreden van het kabinet-Den Uyl brak de oliecrisis uit. De noodzaak tot een stevig tegengeluid in het kabinet werd daardoor nog groter, temeer omdat ook de economie begon te haperen en de werkloosheid opliep. In 1976 kwam Duisenberg met de zogeheten eenprocentsoperatie: de overheidsuitgaven mochten nog maar met 1 procent per jaar stijgen. Veel vrienden zal hij er niet mee gemaakt hebben. Alleen door zijn plan voor te stellen als een ‘linkse norm’ kreeg hij die door het kabinet. Heel streng was de norm trouwens niet. ‘Investeren’ bleef immers mogelijk. Het zou nog tot in de jaren tachtig duren voor het eerste kabinet-Lubbers echt het mes in de uitgaven durfde te zetten.

Toen het kabinet-Den Uyl viel in 1977 had Duisenberg waarschijnlijk het liefst meteen de politiek vaarwel gezegd. Maar door de partijleider liet hij zich overhalen toch in de Kamer te gaan zitten. Niet heel lang, want het jaar erop vertrok hij alsnog naar de Rabobank, waar hij vicepresident werd. Den Uyl was er niet blij mee: ‘Als je nou naar een echt bedrijf was gegaan, maar naar een bank…’, verzuchtte hij mokkend.

De blaadjes vallen van de bomen

Erg lang bleef Duisenberg niet bij de Rabobank. Begin jaren tachtig stapte hij over naar DNB. Hiervan was hij van 1982 tot 1997 president. Het waren de jaren waarin premier Lubbers melodramatisch uitriep: ‘De blaadjes vallen van de bomen en daar is Duisenberg weer.’ Want zelfs de miljoenennota’s van de spaarzame CDA-premier waren Duisenberg niet rigide genoeg. Altijd moest er méér bezuinigd worden, nooit minder. Dat Duisenberg een PvdA’er was, bleek nergens meer uit.

Wim Duisenberg in 2001
Wim Duisenberg in 2001 (IMF – wiki)
Tijdens een beraad tot in de kleine uurtjes in mei 1998 benoemden de EU-leiders Duisenberg tot president van de ECB. Hij werd daarmee de eerste chef van deze nieuwe instelling. Duisenberg had een benoeming voor acht jaar gewild, maar moest er genoegen mee nemen dat hij in 2003 werd afgelost door de Fransman Claude Trichet. De Nederlander, die als ECB-president een voorname rol had gespeeld bij de introductie van de euro in 2002, was inmiddels 68.

Hij vervulde vervolgens nog enkele commissariaten, maar was verder niet meer actief. Datzelfde kon niet gezegd worden van zijn tweede vrouw, Gretta Duisenberg-Nieuwenhuizen. Deze zette zich uiterst nijver in voor de Palestijnse zaak, waardoor een bezoek dat Duisenberg zou brengen aan Israël in 2002 uitgesteld moest worden.

Duisenberg overleed in 2005 in zijn huis in Frankrijk. Zijn zoon Pieter (uit zijn eerste huwelijk) maakte enige tijd deel uit van de Tweede Kamer. Overigens niet voor de PvdA, maar voor de VVD.

×