Toen het enorme vrachtschip MSC Zoe in 2019 een groot aantal containers verloor, gingen bergingswerkers op zoek naar de lading. Tijdens deze zoektocht stuitte men bij toeval op een zestiende-eeuws scheepswrak. Dit schip, beladen met meer dan 13.000 kilo aan koperen platen van de invloedrijke Duitse handelsfamilie Fugger, biedt een zeldzame blik op eeuwenoude complexe handelsnetwerken.
Tijdens de zoektocht naar de verloren containers trof men ongeveer vijftien kilometer ten noorden van Terschelling (in de vaargeul Terschelling – Duitse Bocht) het historische wrak aan, dat vanwege de scheepslading sinds die tijden het Koperplatenwrak wordt genoemd. Het gaat om het oudste zeevarende schip dat ooit in de Noordzee is gevonden.
Het onderzoeksteam ontdekte dat het schip, waarschijnlijk gebouwd rond 1540 in Holland of Noordwest-Duitsland, geladen was met koperen platen gestempeld met het Fugger-logo. Deze platen, afkomstig uit de mijnen van Neusohl (huidig Slowakije), waren mogelijk onderweg naar muntslagerijen in Amsterdam of Antwerpen.
Jakob Fugger ‘de Rijke’ verwierf een monopolie op Europese kopermijnen, wat de basis legde voor de immense rijkdom en invloed van de Fugger-familie. Hun financiële en politieke macht reikte tot aan de hoogste Europese vorstenhuizen en speelde een cruciale rol in historische gebeurtenissen, zoals de verkiezing van Karel V tot keizer. De Fuggers financierden keizers en koningen en beïnvloedden daarmee de Europese en wereldgeschiedenis op ongekende wijze.
Dendrochronologisch onderzoek van het scheepshout heeft bevestigd dat het schip kort na 1537 gebouwd werd. Deze precisiedatering helpt om de historische context van het schip nauwkeurig te plaatsen en biedt inzichten in de bouwtechnieken van de tijd.
Uit historische bronnen blijkt dat in 1546 een deel van de najaarsvloot van de Fuggers in Bremen in beslag werd genomen. De datering en samenstelling van de lading van het ontdekte scheepswrak suggereren dat dit schip mogelijk deel uitmaakte van diezelfde vloot.
Handelsnetwerken
Verder toont analyse van de Sonttolregisters aan dat veertien Bremerschippers destijds met koper door de Sont voeren op weg naar Antwerpen of Amsterdam, wat de betrokkenheid van deze regio in de koperhandel van de Fuggers verder onderstreept. Dit geeft dieper inzicht in de omvang en complexiteit van de handelsnetwerken in die tijd en maakt het historische belang van de vondst van het Koperplatenwrak extra duidelijk.
De geborgen koperen platen en pakketten maken duidelijk dat koper in de zestiende eeuw een groot aantal toepassingen had en onder meer verwerkt werd in munten, huishoudelijke voorwerpen zoals potten en ketels, en mogelijk zelfs decoratieve elementen.
Omdat het, vanwege natuurlijke erosie en het risico op plundering, onmogelijk bleek het wrak op locatie te behouden, besloot de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de gehele vindplaats op te graven. Dit project maakt het mogelijk om alle overblijfselen en voorwerpen veilig te bewaren en grondig te onderzoeken.
De bevindingen van dit diepgaande onderzoek zijn uitvoerig gedocumenteerd in het archeologische rapport Koper, containers en concreties – Waarderend onderzoek en opgraving van het Koperplatenwrak (Noordzee).
Oudste mijnen van Nederland onder handen genomen
De Zuiderzee als transportlandschap
Boek: Jacob Fugger. The Rich Merchant and Banker of Augsburg