Dark
Light

Folly’s in Frankendael

3 minuten leestijd
Heremiet van Frankendaal (pop), voor- en achterkant, begin 19de eeuw
Heremiet van Frankendaal (pop), voor- en achterkant, begin 19de eeuw

De heremiet van Frankendael: deze kluizenaarspop is de grote afwezige in de tentoonstelling Een dwaze zomer op Huize Frankendael in Amsterdam. Het is te riskant deze houten pop van 1.70 meter, sinds 1890 museumbezit, te exposeren in deze presentatie bij voormalige buitenplaats Frankendael. Daar is wel nog de ruïne van de verblijfplaats van de pop: een kluizenaarshut uit de negentiende eeuw.

Het was een zogenaamde ‘folly’, een modeverschijnsel uit die tijd: een plek om je te verbazen en te bezinnen over het nut van het leven. Van 31 mei tot en met 8 november 2015 zijn hier bouwsels te zien van kunstenaars, die zich hebben laten inspireren door het fenomeen folly. We hebben enkele vragen voorgelegd aan Lisa Wiersma, projectleider van de tentoonstelling.


Menigeen die in Park Frankendael die stenenmassa tussen de struiken ziet, weet niet dat het om een ruïne gaat, laat staan het verhaal erachter. Kun je in het kort het verhaal vertellen van de heremiet van Frankendael?

De heremiet van Frankendael is de eigenlijke bewoner van de folly van Frankendael. In de pleziertuin die Frankendael was tussen 1835 en 1867, vormde de kluizenaar in zijn vervallen behuizing op het eiland één van de grootste attracties: gehuld in monnikspij en staand naast zijn doodskist eiste hij de aandacht op van de bezoeker. Bovendien kon de kluizenaar in beweging worden gebracht: bij de pop zie je nog de restanten van het mechaniek. Met behulp van draden liet iemand vanachter de muur van de folly een arm en het hoofd bewegen. Met gevoel voor drama werd zo de blik van de omstanders naar het “Gedenk te sterven” geleid, dat in witte letters op de doodskist geschreven stond. Een griezelige, doch serieuze grap – en de vertolking van een fijn-19de-eeuwse hang naar sensatie.

Ruïne van de heremiet van Frankendael. Foto Lisa Wiersma, mei 2015
Ruïne van de heremiet van Frankendael. Foto Lisa Wiersma, mei 2015

Het aanleggen van folly’s in tuinen was iets typisch 19de-eeuws. Hoe zat het met de verbreiding ervan en de thema’s die werden uitgebeeld?

De folly van Frankendael toont eigenlijk al twee varianten op het verschijnsel. Hierbij kom ik even terug op het ruïneuze uiterlijk van de Frankendaelse folly: mensen zien het gebouw wel als een ruïne, maar zij vermoeden niet dat het zo bedoeld is voor die kluizenaarsattractie. Echter, de oorspronkelijke folly is in de negentiende eeuw daartoe verbouwd (niet gesloopt!): de kluizenaar en zijn attributen kwamen namelijk pas later.

Rond 1810 legde de toenmalige eigenaresse van Huize Frankendael een romantische landschapstuin aan, helemaal volgens de laatste mode. De folly die zij daarin liet plaatsen moest een klooster voorstellen. Men liep er converserend of peinzend langs en dronk er thee. Later pas, in 1835, werd Frankendael een publieke pleziertuin. Het verheven romantische fenomeen werd omgevormd tot een ruïne met bewoner om het geheel wat meer sjeu te geven. Het werd één van de chicste kluizenaarshutten die er destijds op buitenplaatsen moeten zijn geweest: meestal huisden de poppen in hutten of bij voorbaat vervallen, gammel ogende huisjes met strodaken. Niet in stevige stenen kloosters – weliswaar ontdaan van het dak, maar toch.

Folly’s gaven eigenlijk altijd een kijkje in het onbekende, exotische of mysterieuze. Het was de bedoeling dat je je verbaasde en liet inspireren. In de Watergraafsmeer stonden veel meer folly’s vroeger, bij andere buitenplaatsen: een Tataarse tent, een obelisk, een triomfboog, een Moorse theekoepel en ga zo maar door. Je leest het in detail in Ons Amsterdam (juli/augustus 2015), waarvoor ik een stuk heb geschreven over de achtergrond van de ruïne van Frankendael.

Maze de Boer, Perspective, 2014. Foto Lisa Wiersma, mei 2015
Maze de Boer, Perspective, 2014. Foto Lisa Wiersma, mei 2015

In de tentoonstelling zijn acht hedendaagse folly’s te zien. Hoe verhouden die zich tot de oorspronkelijke folly’s?

De romantiek is nog lang niet voorbij! We weten en kunnen steeds meer en tegelijkertijd wordt de verwondering over de aarde, historische beschavingen, maar ook de reikwijdte van het wetenschappelijke kunnen van de mens steeds groter. We vragen ons af wat natuur nog is, verhouden ons tot zowel tradities als globale cultuur, en in steeds verder vorderende mate tot het universum. En ondertussen maken we plezier en genieten we zo veel als mogelijk. ‘Een dwaze zomer op Frankendael’ is een vrolijke tentoonstelling waarin die verwondering aan bod komt.

Vijf van de acht folly’s komen van de tentoonstelling Zomeren op de Buitenplaats in 2014 op buitenplaats Beeckestijn in Velsen. Daar staat net als bij Frankendael nog een oude folly, een schijnkapel – en er waren ooit ook een hermitage en een colonnade. De nieuwe folly’s tonen een eigentijdse interpretatie van dit bizarre cultuurverschijnsel. Zo laten we met Beeckestijn deze traditie van vermakelijke, verwonderende en inspirerende tuinsieraden voortleven en we hopen dat een derde buitenplaats het project voortzet.

~ Amsterdam MuseumLisa Wiersma & Frans Oehlen

Boek: De Amsterdamse buitenplaatsen

De tentoonstelling ‘Een dwaze zomer op Frankendael, Zomeren op de buitenplaats’ met hedendaagse folly’s rond het buitenhuis en in het stadspark, opent op zondag 31 mei en is te zien tot en met de Museumnacht van 7 november 2015 (met een speciaal programma).

×