Dark
Light

Aan het kortste (of langste) eind trekken

Herkomst en betekenis
Auteur:
1 minuut leestijd
Een vuist waarin twee strootjes verstopt kunnen worden, een korte en een lange
Een vuist waarin twee strootjes verstopt kunnen worden, een korte en een lange (CC0 - Pixabay - Pavlofox)

Wie verliest “trekt aan het kortste eind”. En wie wint heeft dan juist weer aan het “langste eind” getrokken. We danken deze bekende uitdrukking, die al in gebruik is sinds de Middeleeuwen, aan een oud gebruik om onenigheid te beslechten door een strootje te trekken.

Er zijn verschillende manieren om knopen door te hakken wanneer ergens onenigheid over bestaat. Als vrienden bijvoorbeeld niet weten wie de rekening in de kroeg moet betalen kunnen ze daar om dobbelen of het nulsomspel steen, papier, schaar doen. In dit laatste geval beelden twee deelnemers gelijktijdig een symbool uit. Als de twee gekozen symbolen verschillen is er altijd een winnaar. Een vuist (steen) wint bijvoorbeeld van twee opgestoken vingers (schaar) omdat hij dat voorwerp bot kan maken. De schaar wint van een vlakke hand (papier), omdat hij het papier eenvoudig kapot kan knippen, en de vlakke hand wint dan weer van de vuist, omdat een papier een steen kan bedekken. Een ander oud spel dat gespeeld kan worden om tot een winnaar en een verliezer te komen is bijvoorbeeld kop-of-munt.

Strootjes

Vroeger trok men vaak strootjes en hier danken we dus de uitdrukking “aan het kortste eind trekken” aan. Bij dit spel verstopt iemand twee strootjes in de vuist, een korte en een lange. Vervolgens mag de deelnemer één van de twee strootjes kiezen. De bekende taalkundige Frederik August Stoett legt in zijn werk Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925) uit hoe vervolgens de winnaar werd bepaald:

“Wie den langsten halm trok, had het gewonnen.”

Voor een verklaring van de uitdrukking wordt verder weleens verwezen naar de oude Nederlandse sport trouwtrekken.

×