Het Van Gogh Museum heeft een schilderij van de bekende Franse schilder Paul Gauguin (1848-1903) verworven: Slapende Clovis. Volgens het museum is het uit 1884 daterende werk een sleutelstuk in Gauguins oeuvre. Het is het eerste impressionistische schilderij van de kunstenaar in de verzameling van het museum.
Op het schilderij is een jongetje met lange blonde haren te zien. Dit is Clovis, de zoon van de kunstenaar. Naast het kind staat een grote Noorse pul. Het Van Gogh Museum spreekt van een bijzonder werk:
Gauguin schilderde Clovis en de pul naar de waarneming, maar hij vermengde dit met het imaginaire. Het decoratieve motief op de achtergrond suggereert namelijk de droomwereld van Gauguins slapende zoontje. Dit geeft het werk symboliek, ambiguïteit en mysterie.
Door de droom van zijn kind tot onderwerp te nemen, toonde Gauguin waar kunst volgens hem over zou moeten gaan: de wereld van de ideeën en de fantasie. Volgens het museum zette hij zich daarmee duidelijk af tegen de waarneming als startpunt van de kunst, zoals in die tijd gangbaar was, en nam hij afstand van zijn leermeesters Camille Pissarro (1830-1903) en Paul Cézanne (1839-1906).
Qua techniek leunde Gauguin in Slapende Clovis wel sterk op zijn mentoren. Zo zijn de opvallende, parallelle toetsen en complementaire kleurcontrasten ontleend aan Cézanne. Het werk is in stijl en techniek een prachtig voorbeeld van Gauguins periode als zeer verdienstelijk impressionist.
Op het moment dat Gauguin dit schilderij maakte, woonden Clovis en zijn broertje Jean met hun vader in Rouen, terwijl hun moeder en de andere kinderen in Kopenhagen verbleven. Toen de schilder het jaar daarop neerstreek in Parijs, nam hij zijn zoontje mee. Vader en zoon leefden er in armoede, maar ondanks de ontberingen was Clovis volgens Gauguin: ‘heel lief en [hij] speelt helemaal alleen in zijn hoekje zonder me te hinderen.’ Hoewel hij de kosten niet kon betalen, liet Gauguin Clovis in 1886 achter in een kosthuis. Zelf vertrok hij naar Pont-Aven om zich daar volledig aan zijn kunst te wijden. Hij vervaardigde er veel schilderijen die later tot zijn meesterwerken zouden worden gerekend.
Gauguin en Van Gogh
Toen Gauguin eind 1887 in Parijs kennismaakte met Vincent van Gogh (1853-1890), was hij uitgegroeid tot richtinggevend symbolistisch kunstenaar. Er ontwikkelde zich een hechte maar ook complexe vriendschap tussen hem en Vincent.
In oktober 1888 voegde Gauguin zich bij Van Gogh in het Gele Huis in Arles. Daar werkten ze intensief samen, maar hun opvattingen over kunst bleken ver uiteen te liggen. Gauguin werkte vanuit de verbeelding, Van Gogh naar de waarneming. Al gauw liepen de spanningen hoog op.
Na een hevige aanvaring waarop Van Gogh zijn oorlel afsneed, zouden de kunstenaarsvrienden elkaar niet meer terugzien. Desondanks bleven de twee via brieven in contact en beïnvloedden ze elkaar blijvend. Ook verzamelden Vincent en zijn broer Theo van Gogh (1857-1891) werk van Gauguin. Vanwege deze bijzondere geschiedenis vormt het werk van de kunstenaar een zwaartepunt in de collectie van het Van Gogh Museum.
Clovis overleed kort na zijn eenentwintigste verjaardag in 1900 aan een bloedvergiftiging, zijn vader had hij toen al jaren niet meer gezien. Die woonde sinds 1895 op Tahiti aan de andere kant van de wereld.