Als iemand abracadabra spreekt, bralt hij iets onbegrijpelijks. Het woord staat ook voor een toverspreuk die uitgesproken wordt bij een geheimzinnige handeling. Vermoedelijk is abracadabra het oudst bekende toverwoordje uit de geschiedenis. Er bestaan drie aardige theorieën over de herkomst van deze simsalabim-taal.
Griekse gnostiek
De meest gelezen theorie is dat het woord abracadabra is ontleend aan het Latijnse abracadabra, waarin het omstreeks het jaar 200 voor het eerst opdook in het medische handboek De Medicina Praecepta (Over medische voorschriften) van de Romeinse arts Quintus Serenus Sammonicus (ca.160-212), de lijfarts van de Romeinse keizer Caracalla. De oorsprong van het woord was echter het Grieks, waarbij de term vermoedelijk werd gespeld als abrasadabra. Middeleeuwers zagen de Griekse hoofdletter S (Σ) aan voor een ‘c’ en spraken deze daarom uit als een ‘k’.
‘Abrasadabra’ circuleerde binnen de gnostische sekte van Basilides (ca.90-150 na Chr.), die in Alexandrië woonde, als een kabbalistisch machtswoord. De spreuk zou de mens beschermen tegen ziekten en noodlottige invloeden. Het woord moest daarbij elf keer onder elkaar geschreven worden op een zogeheten Abraxassteen. Telkens met één letter minder, zodat als resultaat een gelijkzijdige driehoek ontstond. Dit amulet zou de mens dan beschermen tegen een hoop ellende.
God Abraxas
Een tweede theorie stelt dat abracadabra is ontleend aan de mythische god Abraxas, die doorging als de oppergod van de gnostici van Basilides. Volgens onder meer de taalkundige C.T. Onions stond Abraxas in de gnostiek voor het cijfer 365 (a-1, b-2,r-100, x-60 en s-200). Dit verwees dan naar de 365 openbaringen van de godheid en ook naar de 365 dagen per jaar. Hoewel er dus niemand op aarde heeft geleefd die abracadabra heette, schuilt in de term dus mogelijk wel een (mythische) eigennaam.
Hebreeuwse oorsprong
De spreuk zou ook samengesteld kunnen zijn, zo stelt een andere theorie, uit de Joodse esoterie: de Kabbalah (‘overlevering’) of kabbalistiek. De beginletters van de Hebreeuwse woorden Ab (vader), Ben (zoon) en Kadasch (Ruach Kadasch = heilige geest) duidden dan op (de eerste helft van) abracadabra. De Joden gebruikten een medicijn tegen koorts, dat men opschreef en om de nek droeg en begon met de woorden:
“Ab Abr Abra Abrak Abraka
Abrakal Abrakala Abrakal
Abraka Abrak Abra Abr Ab”
Verder vermoeden de supporters van deze theorie dat de kabbalistische gematria (een methode waarbij Hebreeuwse letters en woorden getalwaarden hebben) woorden onderling kan linken. Op die manier kan ‘abra kad bara‘ omgerekend worden tot het woord koorts. ‘Abra kadabra‘ betekende bij zo’n omrekening dan ‘Verminder je, koorts!’ en zou op die manier net zo’n bezweringsformule kunnen zijn als bij de zojuist genoemde Griekse bezweringsformule van Basilides.
Boek: De mooiste uitspraken van onze ouders en grootouders
Bronnen ▼
https://nl.wikipedia.org/wiki/Abracadabra