Volgens een Duitse professor kan een van de twee grote boeddha’s in de Afghaanse provincie Bamiyan mogelijk hersteld worden. De beelden werden in 2001 door de Taliban vernietigd omdat deze volgens hen in strijd waren met de islamitische wet.
De Duitse professor, Erwin Emmerling van de Technische Universiteit in München, stelt dat één van de eeuwenoude beelden mogelijk hersteld kan worden met behulp van overblijfselen en andere materialen.
De provincie Bamiyan bevindt zich
op de zijderoute, een netwerk van karavaanroutes door Centraal-Azië, waarlangs vele eeuwen handel werd gedreven tussen China en het oosten van Azië enerzijds en het Midden-Oosten en Middellandse Zeegebied anderzijds. Bamiyan had ooit een sterke boeddhistische cultuur. In een rotswand werden in deze boeddhistische periode enorme beelden uitgehakt. Een van 53 meter en een van 35 meter hoog. De boeddha’s keken uit over de Bamiyan-vallei.
Professor Emmerling denkt dat het mogelijk is om het kleinste beeld ter herstellen. Binnenkort legt hij zijn plannen voor aan werelderfgoedorganisatie Unesco. Deze organisatie is op voorhand echter geen voorstander van reconstructie.
De afgelopen jaren heeft Emmerling met een team wetenschappers duizenden fragmenten van de opgeblazen beelden bestudeerd. Hierdoor werd het voor het eerst echt mogelijk om te bepalen wanneer de beelden precies gemaakt zijn. De kleinste boeddha blijkt tussen 544 en 595 na Christus te zijn gemaakt en de grote tussen 591 en 644 na Christus.
Een ander interessant onderzoeksresultaat betreft het uiterlijk van de beelden. Volgens het onderzoeksteam hadden de beelden vroeger opvallende kleuren. De enorme boeddhabeelden zouden verschillende keren overgeschilderd zijn, waarschijnlijk omdat de originele kleuren na enige tijd vervaagden. De grote boeddha was aanvankelijk rood en de kleine wit. Delen van de gewaden blijken blauw te zijn geweest.