Alarik I (ca. 370-410 na Chr.). Romeinse legeraanvoerder en later koning van de Ariaanse Visigoten, een Germaans volk. De eerste Germaanse leider die Rome innam.
Alarik I werd rond 370 na Christus geboren op het eiland Peuke aan de Donau. Als strijder vocht hij aanvankelijk tegen de Romeinen in Thracië. Hier kwam een einde aan toen hij in 394 een verdrag sloot met de Oost-Romeinse keizer Theodosius I die hij vervolgens bijstond bij de verovering van het westelijke deel van het rijk. Na de dood van Theodosius in januari 395 gingen de Visigoten op zoek naar een nieuwe woonplaats, verlieten ze Thracië en reisden ze naar Macedonië en Griekenland waar ze een spoor van verwoesting achterlieten. In deze periode werd Alarik door zijn volk tot koning gekozen.
Alarik I had erop gerekend een hoge functie te krijgen na de dood van Theodosius I. In plaats daarvan stuurde opperbevelhebber en regent Flavius Stilicho de Visigoten terug naar hun oorspronkelijke woongebieden in Moesie. Alarik ging hier niet mee akkoord. Na zijn reizen door Macedonië en Griekenland viel hij 401 Italië binnen. Troepen van Flavius Stilicho dreven hem toen echter terug naar Illyrië (de Adriatische kuststrook).
Graf van Alarik I
Alarik gaf echter niet op en viel Italië in 409 na Christus opnieuw binnen. Samen met zijn manschappen slaagde hij er 410 in Rome te plunderen en te bezetten. De val van Rome maakte op het gehele Romeinse Rijk een diepe indruk. Het was voor het eerst sinds de Gallische inval van 390 voor Christus dat de stad door niet-Romeinse troepen werd bezet.
Na drie dagen verliet Alarik I de stad vanwege problemen met de voedselvoorziening. Hij trok zuidwaarts en bereidde in het zuiden van Italië; een overtocht naar Afrika voor. Zover kwam het echter niet. De koning van de Visigoten overleed bij Cosenza en werd in de bedding van de rivier de Busento begraven, samen met een deel van zijn schatten. Eeuwenlang is er gezocht naar het graf van Alarik I. Gevonden is het tot op de dag van vandaag echter niet. Het volk van Alarik trok na de dood van hun koning naar Gallië.