Albert Schwertman (1926-2016) groeide op in een communistisch nest in het Groningse Finsterwolde. Buiten het dorp werden de communisten goed in de gaten gehouden.
Schwertmans vader streed zijn hele leven tegen onrecht en uitbuiting van de arbeiders. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, ging hij in het verzet. In 1941 arresteerden de Duitsers hem en samen met veel andere communistische verzetsmannen uit Finsterwolde. Zij zaten vier jaar lang in verschillende concentratiekampen. Maar twee mannen uit het dorp overleefden de kampen, vader Schwertman was er één van.
“De mannen die de oorlog niet overleefd hadden, werden geëerd in het dorp. Nog altijd zijn de straten in Finsterwolde naar hen vernoemd”, zegt Schwertman, die in 1950 lid werd van de Communistische Partij Nederland (CPN). In het begin van de jaren vijftig daalde de populariteit van het communisme in Nederland door de Koude Oorlog.
“We werden buiten Finsterwolde steeds meer met scheve ogen aangekeken.”
Ook de regering was het communistische bolwerk Finsterwolde die dagen een doorn in het oog. Volgens het parlement was er in Finsterwolde sprake van ‘ernstige verwaarlozing van de autonomie’.
Dit maakte het wettelijk mogelijk om de grotendeels communistische gemeenteraad en het college te vervangen door een regeringscommissaris. Die nam het bestuur van het dorp tijdelijk over.
“Het was puur bedoeld om de CPN een hak te zetten. Zonder succes overigens, want de CPN won de nieuwe verkiezingen en kreeg in Finsterwolde gewoon weer de meerderheid in de raad.”
Lees ook: Ruim negen meter hoog Lenin-beeld in Oost-Groningen