Als een kleine jongen echt heel lief is en goed naar vader en moeder luistert dan wordt wel eens gezegd dat hij een “brave Hendrik” is. Deze uitdrukking is ontleend aan een boekje van de Nederlandse schrijver Nicolaas Anslijn (1777-1838).
Deze auteur publiceerde in 1810 De Brave Hendrik, een leesboekje voor jonge kinderen. Het boekje werd zo’n groot succes dat een jaar later een nieuw boekje verscheen, dit keer over een goed luisterend meisje: Brave Maria.
De boekjes werden gepubliceerd in een tijd dat leesboekjes zelf ook nog behoorlijk braaf waren. De kindertjes moesten vooral een voorbeeld nemen aan de brave Hendrik en Maria. In de twintigste eeuw verschenen er steeds meer boekjes over kwajongens en kwameisjes. Een bekend voorbeeld is de Pietje Bell-reeks van Chris van Abkoude.
Stukje uit Brave Hendrik:
Kent gij Hendrik niet, die altijd zoo beleefd zijnen hoed afneemt als hij voorbij gaat?
Vele menschen noemen hem de brave Hendrik, omdat hij zoo gehoorzaam is, en omdat hij zich zoo vriendelijk jegens ieder gedraagt.
Hij doet nooit iemand kwaad.
Er zijn wel kinderen, die hem niet liefhebben.
Ja, maar dat zijn ook ondeugende kinderen.
Alle brave kinderen zijn gaarne bij Hendrik.
Kinderen, die met Hendrik omgaan, worden nog braver, want zij leeren van hem, hoe zij handelen moeten.Tekst: dbnl.org