Marianne Sophia in ’t Anker-de Jong vertelt op woensdag 14 augustus in Herinneringscentrum Kamp Westerbork hoe het was om als Joodse Nederlandse op te groeien in bezet Nederlands-Indië.
In de gang van het herinneringscentrum worden momenteel enkele tastbare herinneringen van Marianne Sophia aan de kamptijd tentoongesteld. Het gaat om spullen die haar moeder in het kamp maakte, zoals poppen, een kwartetspel over het dagelijks leven in het kamp en lesboekjes van stof met geborduurde opdrachten.
Marianne Sophia (1938) vertrok als eenjarig meisje met haar moeder Elisabeth Keesing naar Penang, waar haar vader op hen wachtte. Hij raakte na het begin van de oorlog betrokken bij het verzet tegen de Japanse bezetters, werd uit huis gehaald en gedood. Marianne Sophia en haar moeder kwamen in het vrouwenkamp Tjideng en later ook in de kampen Tangerang en Adek terecht.
In 1946 ging ze samen terug naar Nederland waar moeder hoofd van de Indische Afdeling van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie werd.
Marianne Sophia heeft de spullen die haar moeder heeft gemaakt altijd bewaard. Een aantal voorwerpen, waaronder het kwartetspel, heeft Marianne Sophia, in het kader van de Actie Niet Weggooien!, afgestaan aan Kamp Westerbork. De lezing begint om 14:00 uur.