Hij is verreweg mijn favoriete kunstenaar en dat al ruim twee decennia. Anarchistisch, geëngageerd en met de straat als zijn museum: Banksy. Hij begon als straatkunstenaar in Bristol en werkt sindsdien veelal in de zijn kenmerkende ‘stencilstijl’. Hij gebruikt stencils om op straat sneller te kunnen werken en minder snel ‘gesnapt te worden door de politie’ om zo tevens ontmaskering als anonieme kunstenaar te voorkomen.
Het is zonder meer al een feest dat het boek Banksy en de meesters er is, een boek vol afbeeldingen van zijn werken. Een van de belangrijkste kenmerken van Banksy’s straatkunst is, dat de ‘achterliggende’ boodschap overduidelijk is. Het heeft verder geen uitleg nodig. Het frappante is, dat Banksy zich vaak afzet tegen de kunsthandel, tegen woekerprijzen op de kunstmarkt en high brow kunstgedoe. En dan is er dit een boek met teksten vol beschouwingen over Banksy van de Amerikaanse kunstcriticus Kelly Grovier.
Wat voor mij een echte eye opener was, is dat alle werken van Banksy gebaseerd zijn op klassiekers uit de kunstgeschiedenis. Als je dit boek doorbladert, passeren dan meteen allerlei iconen uit de kunsthistorie de revue. Banksy heeft als het ware de hele kunsthistorie ‘omgespit’ en van nieuwe connotaties voorzien. Hij ‘citeerde’ bijvoorbeeld Van Gogh, Michelangelo, Rodin, Matisse, Monet, Vermeer, Turner, Warhol en Haring. Hij plaatste hun iconen in een eigentijdse, vaak niet erg vrolijk makende context en voegde er zo een nieuwe betekenis aan toe. Hij voorzag die iconen als De Mona Lisa en Het meisje met de parel van gasmaskers, bommen, reddingsvesten en pantsers, ‘omdat ze het anders niet zouden overleven in deze tijd’.
Blinde cementmuren
De meesterwerken worden door Banksy uit de steriele entourage van museum en galerie getild en komen in een duister, groezelig licht, in een rauwe omgeving te staan, veelal bestaand uit blinde cementmuren. Ze worden zo van hun glansrol ontdaan en confronteren je aldus met het egoïsme en de hypocrisie in de maatschappij.
De iconen die, zoals de bevroren lach van Mona Lisa, in iedereens geheugen gegrift staan, zijn plat geworden, net zo plat als de ‘smiley’ die Banksy als ‘het eigentijdse gezicht’ van ‘De Mona Lisa’ weergeeft. Ook beeldt hij haar af met schietschijf op haar voorhoofd en een AK47 vasthoudend. Alsof Banksy haar wil beschermen tegen alle ‘dood mangelende’ aandacht die ze al eeuwenlang over zich heen krijgt, versleept in kisten, gereinigd en geröntgend.
De kunstenaar’s ontwrichtende en verkwikkende blik leidt tot originele vondsten: een demonstrant die een bos bloemen als een molotov cocktail wegwerpt of winkelwagentjes die zijn weggegooid in de ‘heilige vijver’ van Monet. Het meisje met de parel van Vermeer kreeg zo’n plek op een gevel dat de parel in dit geval een zeshoekig alarmapparaatje aan de gevel is, en zo heeft een juweel in onze tijd plaats moeten maken voor een wat minder oogstrelende oorversiering.
De naakte, mooie, maagdelijke held ‘David’ van Michelangelo plaatste Banksy met een kogelvrij vest opeens in het huidige tijdsgewricht, waarin hij niet meer zonder die bescherming zou kunnen rondlopen. Maar ook wil hij hem achteraf alsnog beschermen tegen het vandalisme dat in het verleden al gepleegd werd (in de zestiende eeuw werd zijn arm bijvoorbeeld op vier plaatsen verbrijzeld tijdens een opstand). Het danseresje van Degas krijgt een gasmasker en een werk van Plautilla Nelli wordt ook op ironische wijze in de huidige tijd geplaatst: al getormenteerd door zijn weinig benijdenswaardige hangende positie aan het kruis wordt Jezus’ lijden ook nog eens versterkt doordat hij beide vastgenagelde handen nu vol heeft met boodschappentassen. Door de linten rond cadeautjes rood te kleuren, bloedt hij nu daar door ‘overconsumentisme’.
Ronduit ijzingwekkend is ‘Calais 2015’, gemaakt in Calais, waarbij Het vlot van Medusa van Gericault in een hedendaagse context wordt geplaatst: op de achtergrond van een overvol vlot vol recente vluchtelingen vaart een gestroomlijnd luxejacht met helikopterplatform voorbij.
In 2008 nodigde Banksy straatkunstenaars uit een driehonderd meter lange tunnel onder Waterloo Station in Londen te verfraaien. Hijzelf kwam met een bruin getinte nagemaakte grottekening zoals in Lascaux te zien is en plaatste er een straatveger met een hogedrukspuit bij, die de muur schoon spuit, waardoor dit ‘opruimwerk’ ineens veel minder acceptabel en tot ‘kunsthistorisch vandalisme’ is verworden.
Expliciet kritisch naar de kunstwereld is de afbeelding van een kunstveiling, waar een gigantisch bedrag geboden wordt voor een kunstwerk. Maar in de lijst van het te veilen schilderij staat de tekst: ‘I can’t believe you morons actually buy this shit.’ Een vernietigende kritiek op de ‘geldwereld’ vormt een aangepast werk van Kara Walker Virginia Lynch Mob, een zwartwit werk met silhouetten op een muur. In de versie van Banksy (Brooklyn 2018) zijn de ‘wapens’ als een galgentouw en een geweer vervangen door een rode, hoekige beursgrafieklijn met aan het eind een rode pijl, vastgehouden door een projectontwikkelaar met bouwhelm, die met dit wapen mensen, kinderen en dieren opjaagt.
De Banksy die door de shredder ging (en nog meer waard werd)
Kunsthandelwaanzin
Veel van Banksy’s werken hebben het niet lang overleefd, omdat het kwetsbare straatkunst was, die soms al meteen weer door gemeenten werd verwijderd. Op dit thema borduurt hij zelf voort met een van zijn briljantste werken. Het gaat verder dan alle andere, want dit werk is iedereen voor, heeft het heft zelf in handen genomen en zichzelf vernietigd. En wel op het moment, dat er een gigantisch bod (1 miljoen pond) op gedaan was. En zo kreeg de rijke bieder het deksel op zijn neus, leek het… Maar het ongelooflijke gebeurde en bevestigde daarmee tevens de aanklacht die het werk impliceert: het vernielde kunstwerk werd nog eens extra veel waard. Ofwel: tegen kunsthandelwaanzin en kapitalisme is geen kruid gewassen.
Het boek van Grovier is nogal paradoxaal, omdat een kunstenaar als Banksy, voor wie anonimiteit een groot goed is, niet gekend wil worden en zich niet in een vakje wil laten plaatsen. Maar hier krijgt ‘hij’ een plek toebedeeld in de kunstgeschiedenis, met interpretaties en duidingen die soms vergezocht lijken. En hoewel het boek deels een eye opener voor mij was, is het bla-bla en gooi-het-maar-in-mijn-pet gehalte vol kunstcritici jargon er in hoog en zijn een aantal interpretaties van Grovier discutabel. Zo werd het werk Ceci nést pas une pipe van Magritte door Banksy van zijn postmoderne ironie ontdaan; hij confronteert de beschouwer met een stukje pijp met een waterkraan eraan en schrijft eronder: This is a pipe. Alsof hij wil zeggen: doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. Volgens Grovier speelt hij hier tevens mee in op de schaarste aan schoon drinkwater in de wereld en is het een verroeste pijp met kraan, die niet functioneert en daarom eigenlijk ook weer ‘geen pipe’…
Een goede indruk Banksy’s werken is te vinden op zijn website: www.banksy.co.uk