Antigua, de mooie koningin van Guatemala die een kleine prins baarde

7 minuten leestijd
Samen met de drie vulkanen van het Panchoy-dal vormt de poort van Santa Catalina het symbool van Antigua.
Samen met de drie vulkanen van het Panchoy-dal vormt de poort van Santa Catalina het symbool van Antigua.

Het Panchoy-dal ligt ingesloten tussen drie vulkanen en herbergt één van de mooiste steden van Midden-Amerika, die bovendien een voormalige hoofdstad is: Antigua. De poort van Santa Catalina is het symbool van de stad en de bontgekleurde muren van de huizen herinneren aan de vroegere pracht van het koninkrijk Guatemala. Het strekte zich eens uit van Mexico tot Panama en werd gedurende tweehonderddertig jaar vanuit Antigua geregeerd.

‘De Oude’, de letterlijke betekenis van Antigua, was de hoofdstad van het politieke, religieuze, culturele en sociale centrum van geheel Midden-Amerika. Aan de voet van drie onrustige vulkanen, en midden in een aardbevingszone gelegen, was de stichting van deze stad geen geringe inspanning voor de Spaanse veroveraars.

Pedro de Alvarado op een portret uit 1906 van Tomás Povedano
Pedro de Alvarado op een portret uit 1906 van Tomás Povedano
Aangevoerd door de bloeddorstige conquistador Pedro de Alvarado (1486-1541) arriveerden de Spanjaarden in het Panchoy-dal. Ze waren al eerder begonnen met de verovering van Guatemala, maar werden daarbij gehinderd door de opstandige Maya-indianen en modderlawines. Uiteindelijk viel het dal dan toch in Spaanse handen.

De veroveraars zagen aanvankelijk in de vulkanen weinig gevaar en stichtten er daarom in 1543 hun hoofdstad met de naam Santiago los Caballeros, de stad die later bekend kwam te staan als Antigua. Voor de Spaanse soldaten was de naam Santiago (Sint Jakobus) van grote betekenis, want Sint Jakobus was de schutspatroon die hen grote overwinningen moest bezorgen. Dat was al zo geweest tijdens de acht eeuwen durende Reconquista, de herovering van Spanje op de Moren. In Guatemala werden ze echter geconfronteerd met fenomenen die hen totaal onbekend waren, zoals tropische ziekten, wervelstormen en spoedig ook vulkaanuitbarstingen.

Voorlopig zagen ze het Panchoy-dal echter nog als een paradijs. Van oudsher vormde het een kruispunt van handelswegen tussen beide kusten en de inheemse nederzettingen in het binnenland van Midden-Amerika. Vanuit hun hoofdstad wilden de Spanjaarden hier de controle over uitoefenen.

La Merced Antigua
In de rijk versierde gevel van La Merced hebben de Maya-werklieden hun sporen achtergelaten. (CC BY-SA 4.0 – Chensiyuan- wiki)

Binnen korte tijd groeide Antigua uit tot de op twee na belangrijkste stad van de Nieuwe Wereld, na Mexico-stad en Lima. Er ontstond een schaakbordachtig patroon van straten waaraan huizen met bontgekleurde façaden lagen. Er heerste een atmosfeer die een mengeling vormde van de Spaanse koloniale cultuur en de Maya-identiteit, want de veroveraars slaagden er nooit in die helemaal uit te wissen. De veelkleurigheid is een uiting van de inheemse vaardigheid in het verwerken van pleisterkalk met pigmenten en kleurstoffen. Blauwe en groene kleurstof werd uit planten gewonnen, geel pigment uit kleiafzettingen en rood uit ijzerhoudende mineralen. Iedere familie had haar eigen kleurschakering om zich van de anderen te onderscheiden.

Herenhuizen en aquaducten

Dat de bodem er regelmatig trilde en de vulkanen as uitstootten leek de Spanjaarden niet te verontrusten. De inheemse arbeiders lieten zich dag in, dag uit op de bouwwerven afbeulen om een prachtige stad tot stand te brengen. Er verrezen scholen, hospitalen, kerken, kloosters en zelfs een universiteit die tot de meest toonaangevende opleidingsinstituten van Midden-Amerika ging behoren. Veel vertegenwoordigers van de Spaanse bovenlaag vestigden zich in de stad en namen bouwstijlen mee uit Andalusië, de regio waar de meeste kolonisten vandaan kwamen.

Een typisch herenhuis beschikte over een centrale tuin en meerdere patio’s die allemaal hun eigen functie hadden. De vertrekken waren ruim, met hoge plafonds voor de koelte en zelfs de bedienden hadden er hun eigen slaapzalen. Een voorbeeld daarvan is de Casa Popenoe, waar Andrés Guerra met zijn familie woonde. Deze voormalige soldaat had het in Guatemala gebracht tot koninklijk schrijver. Zijn huis was volledig zelfvoorzienend, met eigen paardenstallen, een voorraadschuur en groentetuinen, waar tientallen bedienden werkzaam waren. Water speelde een belangrijke rol en Antiqua werd daar rijkelijk van voorzien dankzij drie aquaducten die het vanuit de bergen aanvoerden.

Casa Popenoe Antigua
Casa Popenoe is een voormalig herenhuis dat na restauratie ook weer als dusdanig werd ingericht om als museum te gaan dienen. (CC BY-SA 3.0 – Lgalvarado – wiki)

De Spanjaarden stroomden in drommen toe, zonder dat dit overigens een einde betekende van de inheemse cultuur. De façaden van de mooiste koloniale bouwwerken dragen nog altijd de sporen van de Maya’s, zoals die van de rijkversierde kerk La Merced. Wie goed kijkt tussen de Europese stijlkenmerken ontdekt op sommige plaatsen decoraties in de vorm van maiskolven. Eigenlijk hadden dit druiventrossen moeten zijn, maar die waren onbekend bij de Maya’s. Dat gold ook voor dieren als paarden en leeuwen, waar de handwerkslieden hun eigen interpretatie aan gaven en die daardoor eerder op fabeldieren lijken.

Seismische barok

In het spoor van de missionering vestigden zich ook verschillende kloosterordes in de stad, zoals de Franciscanen, Dominicanen, Mercedarianen en Jezuïeten. Het klooster Nuestra Señora del Pilar Zaragossa herbergde de eerste nonnenorde in de regio. Het complex werd ontworpen door Diego de Porres (1677-1741), een architect van inheemse origine die een unieke barokstijl ontwikkelde. Hij was de schepper van vele private en publieke gebouwen in Antigua en hield daarbij rekening met de seismische gevoeligheid. Hij versterkte de bouwwerken met dikke muren en plompe zuilen in de hoop dat ze daarmee een aardbeving zouden kunnen doorstaan.

Zicht op Antigua Guatemala
Zicht op Antigua Guatemala (CC BY-SA 2.0 – Jose Hernandez – wiki)

Twee eeuwen lang hield deze ‘seismische barok’ het vol onder het regelmatig schudden van de bodem. Tot 29 juli 1773, toen de koningin van Guatemala in slechts twee minuten door een aardbeving van 7,5 op de Schaal van Richter werd verwoest. Er volgden nog wekenlang naschokken. De grote kathedraal, symbool van de religieuze macht in de stad, lag in puin en alleen haar façade was overeind blijven staan. De nazaten van de Spaanse kolonisten wilden er nadien niet meer wonen en verplaatsten de hoofdstad naar een naburig dal waar ze Guatemala-stad ging heten.

Koffieteelt

Wat van de koloniale pracht was overgebleven viel daarna ten prooi aan plundering. De stad, die vanaf toen ‘Antigua’ ging heten, raakte volledig verwaarloosd. Het is echter te danken aan de vruchtbare vulkanische bodem dat Antiqua daarna een heropleving kon doormaken. Eind negentiende eeuw bloeide daardoor namelijk de koffieteelt op. De Jezuïeten hadden in het verleden hun tuinen versierd met koffieplanten, hoewel ze ook bekend waren met de smaakvolle en stimulerende drank die eruit bereid kon worden. Destijds was het een drank voor de rijken, maar toen het later een volksdrank werd en er behoefte ontstond aan grootschalige aanbouw, konden de planters van Antigua hierin voorzien.

Begin vorige eeuw begonnen er ook toeristen naar Antiqua te reizen en welgestelden uit Guatemala-Stad lieten er een tweede woning bouwen. Dit leidde ertoe dat in de vorige eeuw ook tal van oude gebouwen gerestaureerd werden, waardoor de oude koningin tegenwoordig weer veel van haar oude pracht herwonnen heeft.

Antoine de Saint-Exupéry

Antoine de Saint-Exupéry in 1933
Antoine de Saint-Exupéry in 1933
De Franse piloot Antoine de Saint-Exupéry (1900-1944) was getuige van deze heropleving toen hij in 1938 een tussenstop maakte in Guatemala. Hij was toen onderweg van Noord- naar Zuid Amerika en Guatemala had aangeboden om zijn toestel van brandstof te voorzien. Toen hij echter weer wilde opstijgen verongelukte het vliegtuig op de startbaan die tegenwoordig onderdeel uitmaakt van de internationale luchthaven La Aurora van Guatemala-Stad. Antoine en zijn boordwerktuigkundige waren zwaar gewond en werden naar het militair hospitaal van de hoofdstad gebracht. Daar lag de piloot acht dagen in coma, waarna hij voor verdere genezing werd ondergebracht in een stad waarvan gezegd werd dat haar tijdloze charme alle wonden kon genezen: Antigua.

Eerst was hij verwonderd over de geïsoleerde en uitgestorven stad waar hij beland was. Er heerste een extreme rust in het indrukwekkende dal dat omgeven was door drie vulkanen. Het klimaat was er zeer aangenaam en een beetje vochtig, waardoor er tal van gewassen aangeplant konden worden. De Saint-Exupéry zoog de atmosfeer in zich op. Hij was destijds al een bekendheid, niet alleen vanwege zijn legendarische vluchten maar ook door zijn literaire oeuvre.

Hij verbleef in één van de vele herenhuizen in de stad, waarvan de tuin vol met rozen stond. Het zijn kwetsbare planten die niet tegen een overmaat aan zonlicht kunnen, maar juist last krijgen van schimmelvorming als ze in de schaduw staan. Zonder begieten zullen ze sterven, maar een teveel aan water belemmert juist hun groei. Daarmee is het een uitdaging om rozen goed te kweken en vervulde het de bewoners van Antigua met trots als ze er goed bijstonden, zo stelde Antoine de Saint-Exupéry vast.

Amerikaanse uitgave van 'Le Petit Prince'
Amerikaanse uitgave van ‘Le Petit Prince’
Na een maand was de piloot-schrijver genezen en verliet hij Guatemala. In 1940 vestigde hij zich in New York waar hij Le Petit Prince schreef. Een verhaal over een gestrande piloot en een prins die hem naar een vulkaan, asteroïde en sprekende roos leidt. In 1943 werd het boek uitgegeven en een jaar later verdween De Saint-Expéry tijdens een militaire verkenningsvlucht in de Middellandse Zee. Het boek was toen al wereldwijd een succes, maar in Guatemala werd het met bijzondere interesse gelezen.

Rozentuinen alsinspiratiebron

In eerste instantie beschouwde men het louter als fictie en dacht dat alles aan zijn fantasie ontsproten was. Toen echter verspreidde zich vanuit Argentinië een gerucht. Daar had hij na zijn oponthoud in Guatemala nog een tijd verbleven en een aantal vrienden over zijn verblijf in Antigua verteld. Deze vrienden stelden vast dat het verhaal van de Kleine Prins daarmee overeenstemde en de fantasie dus deels op de realiteit berustte. Voor de Guatemalteken waren het de rozentuinen van Antigua die de schrijver geïnspireerd zouden hebben.

In het verhaal komt de prins van de asteroïde B612, waarvan het landschap verdacht veel lijkt op het dal van Antigua. Ze was zeer klein en omgeven door drie vulkanen, waarvan er twee nog actief waren. Precies zoals in Antigua: de Volcán de Agua, die uitgedoofd is, de Fuego die actief is en af en toe spectaculair kan uitbarsten en de Acatenango waarvoor dat in mindere mate ook nog het geval is.

Met meer dan honderdvijfenveertig miljoen exemplaren is De Kleine Prins het meest verkochte boek ter wereld en op de bijbel na het meest vertaald. Naast Guatemala zouden ook Argentinië, Brazilië en Libië als inspiratiebron gediend hebben. Zoals de Kleine Prins zei:

Alleen met je hart kun je goed kijken, want het mooiste zal altijd onzichtbaar blijven voor de ogen.

Maak Historiek mede mogelijk Onze missie: geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken voor een breed publiek, zonder politieke kleur en betaalmuur. Uw steun maakt dat mede mogelijk.
Steun Historiek
0
Reageren?x
×