Dark
Light

Schipbreukelingen werden muiters op Wager Island

Bespreking van ‘De schipbreuk van The Wager’ van David Grann
Auteur:
6 minuten leestijd
The Wager. Detail van de boekcover van 'De schipbreuk van The Wager'
The Wager. Detail van de boekcover van 'De schipbreuk van The Wager' (Volt)

Wager Island is een onbewoond en bergachtig eiland voor de kust van Chili. Het maakt onderdeel uit van het gebied Patagonië dat wordt doorsneden door het Andesgebergte. Het was de Portugese ontdekkingsreiziger Ferdinand Magellaan die als eerste Europeaan in 1520 het gebied bezocht. Hij voer toen door de zeestraat tussen Vuurland en het Zuid-Amerikaanse vasteland die later de Straat van Magellaan werd gedoopt. De West-Patagonische rotskust met zijn ruige kliffen, gletsjers en gure klimaat is nog steeds een van de minst herbergzame locaties ter wereld – Antarctica is relatief dichtbij.

De schipbreuk van The Wager, afbeelding op de titelplaat van het verslag van John Byron
De schipbreuk van The Wager, afbeelding op de titelplaat van het verslag van John Byron
Toen de bemanning van HMS Wager hier in 1741 schipbreuk leed en moest zien te overleven op het nog naamloze eiland zag het er niet goed voor hen uit. In Schipbreuk van The Wager, vertaald door Robert Neugarten, beschrijft de Amerikaanse schrijver en onderzoeksjournalist David Grann hun beproevingen. Eerder publiceerde hij al soortgelijke boeken, waaronder De verloren stad Z, over de zoektocht in 1925 van de Britse kolonel Percy Harrison Fawcett naar de legendarische stad Z in het Amazonegebied. Een verfilming van dit boek verscheen in 2016.

Het al eveneens filmwaardige verhaal van The Wager speelt zich af ten tijde van het Brits-Spaanse conflict dat bekend is komen te staan als de oorlog om Jenkins’ oor (1739 tot 1742). De Europese grootmachten wedijverden met elkaar om steeds grotere delen van de overzeese wereld te overheersen. Dat ging niet zonder slag of stoot. De Britse handelsreiziger Robert Jenkins liet in 1738 in het Britse parlement een glazen potje zien met daarin zijn gepekelde linkeroor. Een Spaanse officier zou het lichaamsdeel afgesneden hebben toen die Jenkins’ schip had bestormd. De Britten zonnen op wraak voor deze en andere Spaanse aanvallen op Britse schepen.

Spaans zilver

De Royal Navy voerde in 1741 met een vloot van 186 schepen een aanval uit op de Zuid-Amerikaanse stad Cartagena, waarvandaan zilver uit Peru werd verscheept naar Spanje. The Wager – vernoemd naar First Lord of the Admiralty Charles Wager – nam deel aan een veel kleinere operatie, uitgevoerd door vijf oorlogsschepen en een verkenningsschip onder aanvoering van commodore George Anson. Het doel was het onderscheppen en kapen van een Spaans galjoen vol zilver dat van de Mexicaanse westkust richting de Filipijnen zou vertrekken.

Grann laat zijn boek beginnen met een beschrijving van de voorbereidingen voorafgaand aan 23 augustus 1740, de dag dat het eskader vanuit Portsmouth het ruime sop koos. Hij laat ons kennismaken met eerste luitenant David Cheap, die eerst als rechterhand van commandant Anson meevoer op vlaggenschip The Centurion en later tijdens de reis over de Atlantische Oceaan het bevel kreeg over The Wager.

Cheap kon als ervaren zeeman niet wachten om te vertrekken, maar dat gold niet voor de vele bemanningsleden die door gewapende rekruteringsbendes van straat waren geplukt. Grann beschrijft dat niemand in zeemanskleding of met teer besmeurde vingers veilig was. Veel van deze onder dwang gerekruteerde zeevaarders voldeden volgens de schrijver niet aan de verwachtingen van Cheap…

“…die vond dat een goede zeeman moest beschikken over eigenschappen als ‘eerzaamheid, moed en standvastigheid’”.

Erbarmelijke toestanden

Vanwege het grote tekort aan bemanningsleden wees de Admiraliteit uit pure wanhoop zelfs vijfhonderd veelal bejaarde, invalide militairen toe aan Ansons eskader. Onder degenen die niet al voor aankomst in Portsmouth deserteerden, waren er enkelen die op brancards op hun schip moesten worden getild.

Het eskader moest vanwege de veranderlijke wind twee keer terugkeren naar het vertrekpunt, maar dat was nog niets met wat hen te wachten stond gedurende de rest van de reis. Behalve dat voor de westkust van Madeira een Spaanse armada op de loer lag, kregen de Britten te maken met een tyfusuitbraak. Geen enkel schip ontsnapte aan de door luizen overgebrachte ziekte en het ontbrak aan de medische kennis om de epidemie een halt toe te roepen. Zes maanden na vertrek waren al meer dan vijfenzestig bemanningsleden van het eskader overleden. Met de tekst “we vertrouwen zijn lichaam toe aan de diepte” werden ze overboord gezet. Het overlijden van de kapitein van HMS Pearl leidde tot de verandering in de bevelstructuur die Cheap gezagvoerder van The Wager maakte. Met hem aan het hoofd moest de door extreme stormen geteisterde zee bij Kaap Hoorn doorkruist worden om de Zuid-Amerikaanse westkust te bereiken.

Kaap Hoorn
Kaap Hoorn (CC BY-SA 3.0 – wiki)

Grann weet aan de hand van getuigenissen van opvaren van The Wager een fascinerend beeld te schetsen van het leven aan boord van het oorlogsschip. We maken onder meer kennis met de ervaren kanonnier John Bulkeley en de jonge adelborst John Byron, die beiden een uitgebreide getuigenis nalieten van hun ervaringen. Iedereen had zijn eigen rol en positie aan boord: van de onfortuinlijke landrotten zonder ervaring op zee, die de vervelendste klusjes moesten opknappen, tot de kapitein en zijn staf. De auteur citeert een matroos die een man-of-war, zoals de grotere oorlogsschepen binnen de Royal Navy genoemd werden, beschreef…

“…als een complex stukje menselijke machinerie waarin ieder bemanningslid een tandwieltje is, of een band, of een as. Alles werkt met een wonderbaarlijke regelmaat en precisie volgens de wil van de machinist: de almachtige kapitein.”

Schipbreuk

In maart 1741, nog voordat Kaap Hoorn in zicht was, sloeg er opnieuw een ramp toe aan boord van de Britse schepen: scheurbuik. Dagelijks waren er doden te betreuren aan de ziekte die wordt veroorzaakt door een langdurig tekort aan vitamine C, wat men toentertijd nog niet wist. De zieken snakten naar adem. “Het was alsof ze stierven aan verdrinking op het droge, stuk voor stuk, ver weg van hun families”, schrijft Grann.

“Het ooit zo imposante eskader leek te bestaan uit spookschepen waar volgens een ooggetuige alleen ongedierte gedijde.”

Ratten vraten aan de lichamen van de doden die aan dek lagen te wachten op hun begrafenis. Er waren zoveel lijken dat een begrafenisplechtigheid werd overgeslagen. Met steeds minder mannen aan boord en geplaagd door zware stormen lukte het Cheap desondanks om rond Kaap Hoorn te varen. The Wager verloor onderweg wel het contact met de rest van het eskader. Op zoek naar de andere schepen sloeg het schip vervolgens, op 14 mei 1741, te pletter op de rotsen nabij het toen nog naamloze eiland dat tegenwoordig bekend staat als Wager Island.

Wrak van de Wager, schilderij uit 1809
Wrak van de Wager, schilderij uit 1809

Grann vervolgt zijn boek met een beschrijving van hoe de overlevenden van de scheepsramp op het eiland onder schrale omstandigheden vijf tot bijna tien maanden probeerden te overleven. Wilde selderij, schelpdieren en zeewier vormden hun belangrijkste voeding. Met hout van het scheepswrak bouwden ze onderkomens om zich te beschermen tegen de weersinvloeden. Wat eerst had geleken op een “tijdelijke kampeerplaats” veranderde volgens adelborst Byron in “een soort dorpje” van achttien huizen waardoorheen zelfs een straat liep.

De auteur beschrijft hoe onder invloed van de uitzichtloze omstandigheden en de steeds grotere honger de machtsstructuren veranderden. Verschillende escalaties en het eigengereide handelen van kapitein Cheap mondden ten slotte uit in een muiterij onder aanvoering van kanonnier Bulkeley. Het lukte zowel de muiters als Cheap en zijn vertrouwelingen om, afzonderlijk van elkaar, in kleine, deels zelfgemaakte vaartuigen het eiland te verlaten. De muiters probeerden via de Straat van Magellaan Brazilië te bereiken en werden daarbij geholpen door lokale ‘nomaden van de zee’, leden van het tegenwoordig uitgestorven Kawesqar-volk die zich met kano’s verplaatsten. De groep van Cheap vertrok daarentegen in noordelijke richting, in de hoop het eskader terug te vinden.

Thriller

De schipbreuk van The Wager
De schipbreuk van The Wager
Wie vaker geschiedenisboeken leest, weet natuurlijk allang hoe gelukkig we ons mogen prijzen dat we leven in de eenentwintigste eeuw. De in De schipbreuk van The Wager beschreven ontberingen maken dit nog eens extra duidelijk. Vele mensenlevens werden opgeofferd op een missie die vanaf het begin geplaagd werd door grote tegenslagen. Vanuit je luie stoel neemt de schrijver je mee naar de extreme en uitputtende omstandigheden, zowel aan boord van het achttiende-eeuwse oorlogsschip als op het eiland. Hij toont daarbij hoekjes van de menselijke geest die waarschijnlijk niemand van ons kent. Grann onderzocht onder andere logboeken, brieven, dagboeken en getuigenissen voor de krijgsraad, maar bezocht ook zelf Wager Island om, in zijn woorden, een glimp op te vangen…

“…van de verwondering en verschrikkingen die de schipbreukelingen moeten hebben ervaren”.

Zijn boek, dat is voorzien van fraaie illustraties en overzichtelijke kaartjes van de vaarroutes, leest als een combinatie tussen een avonturenroman en psychologische thriller, maar is het resultaat van een grondig bronnenonderzoek, zoals blijkt uit de eindnoten en gedeeltelijke biografie. Na het lezen van dit boek kan niemand nog beweren dat geschiedenis saai is.

Filmregisseur Martin Scorsese kocht september 2023 de filmrechten aan van het boek van David Grann. Duidelijk is dat in ieder geval Leonardo DiCaprio een rol zal spelen in de nieuwe speelfilm.

Boek: De schipbreuk van The Wager

Kevin Prenger (1980) is hoofdredacteur artikelen van TracesOfWar.nl. Zijn aandacht gaat vooral uit naar de 20ste eeuw, in het bijzonder de geschiedenis van de Holocaust en nazi-Duitsland. In 2015 publiceerde hij het boek Oorlogszone Zoo, over de geschiedenis van de Berlijnse dierentuin tijdens de naziperiode en de Tweede Wereldoorlog. Verschillende boeken over minder bekende verhalen uit de Tweede Wereldoorlog volgden: De boodschapper uit de hel, Een rechter in Auschwitz, Het masker van de massamoordenaar, Kerstmis onder vuur en Kolberg. In 2021 verscheen zijn boek Meer dan alleen Auschwitz, gevolgd door In de schaduw van Schindler in 2022. Momenteel werkt hij aan een boek over onderwijs en indoctrinatie van de jeugd in nazi-Duitsland. Zie ook zijn website of X-account.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×