Goropiseren is een wat onaardige jargonterm. Ze is afgeleid van de naam van een zestiende-eeuwse geleerde, Jan van Gorp ofwel “Goropius”. Deze man is berucht geworden omdat hij de wonderlijkste etymologieën bedacht om te bewijzen dat het Nederlands ’s werelds oudste taal was. Die beruchtheid is te betreuren, want hij was ook een van de eersten die begreep dat talen een verleden hebben en dat de bestudering van talen licht kon werpen op dat verleden.
De bestudering van etymologieën kan inderdaad belangrijk zijn. Als je niet zou weten dat Rotterdam aan de Rotte lag, zou je het bestaan van dat riviertje én een belangrijke gebeurtenis uit de vroege geschiedenis van die stad kunnen afleiden uit de naam. Etymologie-studie kan ook belangrijk zijn bij de ontcijfering van dode talen. Je kunt er echter ook verschrikkelijk de mist mee ingaan.
Het Latijnse woord centurio is bijvoorbeeld afgeleid van centum, “honderd”, maar dat wil niet zeggen dat een centurio een commandant van honderd soldaten was, een “honderdman”. Voor zover valt na te gaan, hebben tactische eenheden met deze omvang in het Romeinse leger nooit bestaan. Wie het bestaan van een officier voor honderd soldaten postuleert, heeft een etymologie oneigenlijk gebruikt, heeft gegoropiseerd.
Is goropiseren niet iets van lang geleden? Helaas niet. Ik heb rond 1990 nog een vriendelijke docent gehad die in volle ernst aan zijn verbijsterde studenten voorlegde dat, aangezien volgens de Griekse mythen de god Kronos was verbannen naar de eilanden in het westen, het woord “Groenland” weleens kon zijn afgeleid van de naam van de godheid.
Dit was onschuldig. Een verontrustender voorbeeld vinden we in de huidige discussie over het ontstaan van de islam, waarin de meest fantastische etymologieën worden benut om deze of gene interpretatie te propageren. De Luxenberg-these, die behelst dat de Koran niet in het Arabisch maar in een vorm van het Aramees is geschreven en dat de Koran is ontstaan in een christelijk milieu, is één voorbeeld van het genre. De islamofobe strekking moge duidelijk zijn. Het gaat om vooralsnog ongetoetste speculaties en wat erger is: het gaat om speculaties die zelfs ontoetsbaar zijn. Onwetenschappelijk dus.
Semitische talen
De semitische talen lenen zich namelijk uitstekend voor gegoropiseer omdat alle woorden zijn gebaseerd op een drieletterige stam. Zo betekent het Arabische qrš “kauwen, bijten, vermalen” en “geld verdienen”. Vijwel alle andere woorden kunnen hiervan worden afgeleid door klinkers toe te voegen. Qirš is dus het woord voor haai en munt, qariš betekent kaas, terwijl een mu-qriš veel geld heeft verdiend. Aangezien er maar drie posities hoeven te worden ingevuld, maakt de structuur van de semitische talen het de goropist makkelijk.
Daarnaast zijn er in de semitische talen veel uitwisselbare klanken. Zo zijn er vier s-klanken en twee t-klanken die onderling eenvoudig zijn om te zetten. Dat geldt ook voor de twee k-klanken en de /g/. Voeg toe dat de /r/ en de /l/ in veel talen verwisselbaar zijn en het begint er al aardig op te lijken dat in een semitische taal ieder woord valt af te leiden van ieder ander woord.
Maar het kan nog erger. Het Arabisch stamt af van een oertaal waar ook het Hebreeuws en Aramees van afstammen. Die talen kunnen woordbetekenissen hebben bewaard die in het Arabisch verloren zijn gegaan, zodat een oude Arabische tekst kan worden verhelderd vanuit het Aramees of Hebreeuws. (Dit is niet heel anders dan een middelnederlands woord uitleggen met een modern Duits woord.) Wie het woord voor haai niet wil afleiden van een woord voor “bijtvis”, kan het Hebreeuwse qrš, “plank”, benutten om qirš “drijfhout” te laten betekenen.
Werkelijk verband of toeval?
Iets wat niets te maken heeft met goropiseren maar wel met de discussies rond de Luxenberg-these, is verwarring die ontstaat door het feit dat antieke en middeleeuwse klerken het Arabisch schreven zonder klinkers terwijl ze medeklinkers aangaven met karakters die op elkaar lijken. Zo zijn de Arabische B, T en TH alleen door punten te onderscheiden, en dat geldt ook voor de J, G en K, voor de R en Z, en voor de F en Q. Er is dus een heel arsenaal aan goropiserende en paleografische argumenten om te beargumenteren dat de Koran niet in het Arabisch is geschreven maar in een vorm van Aramees. Vermoedelijk kun je met wat handigheid ook alle Arabische woorden afleiden uit het Kroatisch, Deens of Swahili.
Kortom, het is mogelijk dat een serieuze, bekwame onderzoeker een etymologie herkent die volkomen geloofwaardig is en in lijn met de taalwetten, naar toch onjuist. Anders gezegd, de gelijkenis tussen twee semitische woorden kan duiden op zowel een werkelijk verband als op puur toeval. Dit betekent dat in de semitische talen het gebruik van etymologie eigenlijk onwetenschappelijk is. En zolang er onderzoekers zijn die de Luxenberg-these overwegen, moeten we maar niet al te hard lachen om Goropius.
Meer Methode op Maandag