Archeologen hebben in de Israëlische badplaats Asjkelon een begraafplaats van de Filistijnen blootgelegd. De ontdekking is al in 2013 gedaan, maar pas afgelopen weekend bekendgemaakt door het Leon Levy Expedition-team.
Het Israëlische onderzoeksteam doet al enkele decennia onderzoek naar de aanwezigheid van Filistijnen in het gebied van het huidige Israël. In de Bijbel wordt veelvuldig geschreven over de Filistijnen, met wie de Israëlieten geregeld overhoop lagen. Het verhaal over David en Goliath is daar een bekend voorbeeld van. De reus Goliath was volgens deze geschiedenis een kampioenvechter voor de Filistijnen. In een tweegevecht werd hij verslagen door de herdersjongen David (met zijn slinger). In Bijbelse verhalen worden de Filistijnen vaak weggezet als barbaars, moorddadig en vernielzuchtig. We danken hier de uitdrukking naar de filistijnen gaan aan.
Video over de ontdekking van de Filistijnse begraafplaats:
Ook in oude Egyptische, Babylonische en Assyrische bronnen wordt melding gemaakt van het volk. Hoewel de Filistijnen dankzij deze verhalen vrij bekend zijn, is over het volk zelf niet heel veel bekend. Ze worden onder meer geassocieerd met een bepaald type aardewerk, maar waar het zeevarende volk precies vandaan kwam, is bijvoorbeeld nog altijd onduidelijk. Vermoed wordt dat de Filistijnen zich rond 1200 voor Christus vestigden op een kuststrook in het zuiden van Kanaän. Maar waar kwamen ze vandaan?
Flesjes parfum
Archeologen hebben in het huidige Israël verschillende ruïnes van bouwwerken van de Filistijnen gevonden, maar menselijke resten zijn in de loop der tijd maar zelden ontdekt. De vondst van een begraafplaats is daarom erg bijzonder. Er liggen zo’n tweehonderd Filistijnen begraven. Mannen, vrouwen en kinderen. Dat het om Filistijnen gaat, leiden de onderzoekers af uit de voorwerpen die naast de menselijke resten zijn gevonden. Zo zijn er bijvoorbeeld flesjes parfum gevonden en bekend is dat de Filistijnen hun doden vaak met dergelijke flesjes begroeven. Ook de gevonden kruiken en wapens wijzen er volgens de archeologen op dat het echt om Filistijnen gaat. De lichamen bevinden zich op drie meter diepte. De resten zouden dateren uit de periode tussen de tiende en negende eeuw voor Christus.
Verwante volken
De onderzoekers hopen dat de vondst hen in staat stelt om met behulp van DNA-materiaal te achterhalen aan welke andere volken de Filistijnen verwant waren. Ashkelon was een van de vijf Filistijnse steden en waarschijnlijk de belangrijkste havenstad van de Filistijnen.
Dat de ontdekking nu pas bekend is gemaakt, is omdat de archeologen bang waren voor protesten van ultra-orthodoxe Joden. Die hebben in het verleden wel eens gedemonstreerd bij opgravingen. Ze zijn vaak tegen opgravingen uit angst dat de resten van hun voorouders verstoord worden. De archeologen in Ashkelon besloten de ontdekking daarom geheim te houden, tot de opgraving helemaal was voltooid.
Meer archeologie
Boek: Op zoek naar… de gecompliceerde relatie tussen archeologie en de Bijbel