Hoe de SD afrekende met de bende van Oldekerk

Drieste acties en een triest einde
5 minuten leestijd
Landerijen bij Oldekerk, Groningen
Landerijen bij Oldekerk, Groningen (Google Maps)

Dolle dinsdag 5 september 1944 markeerde een belangrijk moment in de oorlogsgeschiedenis van Nederland. De snelle opmars van de Amerikanen en Britten vanuit Normandië richting de Nederlandse grenzen liet de harten in bezet Nederland sneller slaan. Aan de goede kant konden de mensen niet wachten om hun bevrijders met open armen te ontvangen, aan de foute kant sloeg de twijfel toe, talloze NSB’ers sloegen op de vlucht. Wat minder bekend is, is dat ook talloze Nederlandse SS’ers en landwachters er genoeg van kregen en de benen namen. Rond een drietal deserteurs ontspint zich in het dunbevolkte Groningse Westerkwartier, gelegen tussen Friesland en de Stad Groningen, een dramatisch verhaal, dat pas onlangs bekend werd, dankzij de publicatie van De bende van Oldekerk.

Het boek draagt als ondertitel ‘de verzwegen viervoudige moord door de Sicherheitsdienst op 6 oktober 1944’, wat direct al aangeeft hoe die geschiedenis afliep. Auteur Geert Jonker, nazaat van twee van de vermoorde mannen, werkte veertien jaar aan het verhaal.

In dit westelijke deel van de provincie Groningen woonde halverwege de vorige eeuw een mix van boeren, landarbeiders, kleine ondernemers en een kleine groep notabelen. De landbouw domineerde, dominee had er grote invloed, de dorpjes waren klein, het gebied was op zichzelf. Van oudsher was het er arm en geïsoleerd. In 1929 zette landarbeider/metselaar/stroper IJje Wijkstra zijn woonplaats Doezum en het Westerkwartier op de kaart: hij schoot vier dorpsveldwachters dood toen zij zijn vriendin, die voor hem haar kinderen had verlaten, kwamen ophalen.

In deze Fries-Groningse grensstreek was de april/mei staking van 1943 heviger dan elders, en er vielen veel slachtoffers. De nazi’s pakten bij het gehucht Trimunt zestien mannen en jongens op, executeerden ze en verklaarden dat het om ‘communisten’ ging. Het verzet pleegde er aanslagen op nazi’s, terwijl de beruchte Silbertanne moorden, intimiderende executies heimelijk gepleegd door de SD, er diverse slachtoffers maakten. Het laatste oorlogsjaar duurde lang in Groningen. De stad Groningen werd na hevige en bloedige gevechten pas op 16 april bevrijd, rond Delfzijl en Termunten, wat verder naar het Noorden, hielden de Duitsers het tot 2 mei vol.

Klein Moskou

In die context speelt het verhaal zich af dat in dit boek aan de orde komt. De hoofdrol is weggelegd voor de armlastige familie Schriemer die in die jaren het schamele buurtje ‘Klein Rusland’ bewoonde in de buurtschap Faan. Dat lag in de kleine gemeente Oldekerk dat hooguit een paar duizend inwoners telde. De Schriemers waren, aldus Jonker, kleine scharrelaars, vader Jan leefde nu eens van de bedeling en de kerkelijk onderstand, dan weer van kleine seizoensbaantjes. Ze waren lid van de in deze streek dominante gereformeerde kerk. Veel geld was er nooit en het buurtje was er naar. Klein Rusland heette het buurtje omdat er, aldus Jonker, veel gevochten werd. Het bestond uit niet meer dan een paar huizen waar arme maar grote gezinnen woonden.

Het gezin Schriemer verloor zijn samenhang toen de moederfiguur in 1937 overleed. Gezag en sturing verdwenen en de jongsten van de in totaal twaalf kinderen zouden flink ontsporen. Behalve uit het wegvallen van moeder en de grote armoede moet dat volgens Jonker ook worden verklaard uit de volksaard. Het Westerkwartier bestond, schrijft hij, uit vrijgevochten types die het niet zo nauw namen met overheidsregels. Ze moesten zich wel opportunistisch gedragen om te overleven. Het gereformeerde geloof was voor de ene Schriemer nog een levende werkelijkheid, voor de ander een façade die weinig meer betekende.

Het Scholtenhuis (rechts) in Groningen
Het Scholtenhuis (rechts) in Groningen (CC BY-SA 4.0 – Klaasjanpol – wiki)
Al in 1942 probeerden familieleden van de nieuwe tijd te profiteren. Een lokale transportonderneming nam chauffeurs in dienst, waaronder één van de broers Schriemer, om vanuit Königsberg in Oost-Pruisen in Rusland te helpen bij het aanleggen van Duitse vliegvelden. Na een eerste periode aan het Oostfront hadden de chauffeurs er wel hun bekomst van gekregen. Het was ver en levensgevaarlijk. Ook dichterbij kon je lucratieve zaakjes met de Duitsers doen. De vrouwelijke tweeling papte in ’43 aan met twee Nederlandse SS’ers en trouwde, terwijl zoon Jochem lid werd van de Landwacht. Vader Jan keurde dat af, maar had geen invloed meer op zijn kinderen. Jonker ziet als verklaring eerder opportunisme dan idealisme en schrijft:

‘Een jonge, werkloze, in armoede opgegroeide volksjongen, aangetrokken door macht en status van uniform en vuurwapen, een salaris dat hoger was dan dat van de gemiddelde arbeider, de verzekering en verzorging van zijn gezinsleden en het gevoel mee te tellen.’

Jochem Schriemer werd op 1 juni lid van de Landwacht.

Desertie

De betovering van het mooie uniform duurde niet lang. Na Dolle Dinsdag besloten de twee SS’ers, afkomstig uit respectievelijk Amsterdam en Nijmegen, met hun vrouwen onder te duiken in het afgelegen huisje van hun schoonvader. Beiden wisten wat de consequenties konden zijn: de doodstraf. Hun komst leidde tot problemen: hoe moesten ze deze extra monden voeden? Bonnen van de ondergrondse, dat zat er voor dit duo natuurlijk niet in. De derde in het complot, dat zich nu aankondigde, was landwachter Jochem Schriemer, die nu ook onderdook. Het drietal begon in september ’44 in hun Duitse uniform boeren in de nabije omgeving te overvallen, zogenaamd op zoek naar onderduikers. Handwapens hadden ze nog en voor wat bluf en dreigen, draaiden ze hun hand niet om. Zo roofden ze etenswaren, kleinvee en als het kon, geld, goud en sieraden en lieten die deels in de Stad Groningen weer verkopen. Maar al na een paar weken ging het mis: Jochem werd herkend en via een keten van tipgevers en overheden belandde die kennis in het Scholtenhuis te Groningen. Daarop ondernam de SD actie.

Moeder Geertje en zoon Jochem
Moeder Geertje en zoon Jochem (Foto uit boek)
Jonker vogelt op basis van tientallen interviews, vele naoorlogse processen-verbaal met betrokkenen uit hoe het daarna in die kleine woning te Klein Rusland tot dat fatale vuurgevecht kwam. Dat kostte niet alleen dit drietal maar ook de onschuldige vader Jan Schriemer uiteindelijk het leven. Hij laat zien wie er allemaal bij betrokken waren en geeft namen en rugnummers. Een commando van Nederlandse en Duitse SS’ers, ondersteund door lokale landwachters, kon op 6 oktober 1944 de drie deserteurs ontwapenen, gevangennemen en na de Duitse oorlogsrechtsregels voor te hebben gelezen hen met een nekschot executeren. Daarna verlieten ze de woning. De volgende dag kregen de zussen Schriemer de opdracht de woning weer schoon te schrobben. De vier mannen verdwenen in een naamloos graf op het plaatselijke kerkhof.

Kerkhof

De Bende van Oldekerk
De Bende van Oldekerk
De nasleep is onthullend. Na de oorlog probeerden de overlevende Schriemers voor dit viertal alsnog een eervolle plek op de begraafplaats te krijgen. Dat bleek wel mogelijk voor de Nijmeegse familie van een van de doden, maar niet voor de beide Schriemers. De burgemeester van Oldekerk – later vanwege duistere zaakjes uit zijn ambt ontzet – voelde daar om allerlei redenen niets voor. Het conflict tussen familie en gemeente liep tot aan de Raad van State die uiteindelijk met een doorslaggevend argument kwam: het opgraven van vader en zoon Schriemers zou de grafrust van de derde dode schenden. Geen toestemming dus.

Jonker schreef in een krachtige stijl dit gruwelijke maar gek genoeg bijna vergeten verhaal op en van zich af. Vaak verbleef hij – hij werkte veertien jaar aan het boek – op de plaats waar de Schriemers ooit woonden en dacht, om met Armando te spreken, na over deze schuldige plek. Je voelt in de grote stelligheid van de auteur de woede over het gebeurde. Niet omdat dit drietal onschuldig was, wel omdat de doodstraf voor dit ‘opgeschoten drietal’ teveel van het kwade was en omdat met de doden kleinzielig en respectloos werd omgegaan. Jonker schreef een prachtig portret van een familie waar alles fout liep en waar een te driest optreden tot een te trieste afloop leidde.

Het boek verdient ook buiten de regio te worden gelezen.

Boek: De Bende van Oldekerk – Geert Jonker

Historicus en voormalig docent communicatie aan de Hanzehogeschool Groningen, Instituut voor Communicatie en Media. Hij publiceert al enkele jaren boekrecensies op Historiek.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×