Aan de westkust van de huidige Turkse provincie Izmir bevindt zich Efese, één van de best bewaarde antieke steden uit de oudheid. De ontstaansgeschiedenis van de stad gaat terug tot het tweede millennium voor Christus. De nog steeds tot de verbeelding sprekende restanten van de bibliotheek van Celsus, na die van Alexandrië in Egypte en Pergamon in Mysia in Klein-Azië de grootste van de toenmalige Oude Wereld, is slechts één van de vele bezienswaardigheden die jaarlijks duizenden bezoekers trekt.
Bibliotheekwezen in de oudheid
Van oudsher vormden bibliotheken de kenniscentra waar schriftgeleerden, schrijvers en filosofen boekwerken en documenten raadpleegden. Veruit de beroemdste bibliotheek van de oudheid was ongetwijfeld die van Alexandrië, gesticht door Ptolemaeus II Philadelphus (ca. 309-246 v.Chr.). Naar schatting bevatte het gebouw tussen de 500.000 en 700.000 boekrollen en bood het plaats aan om en nabij de vijfduizend lezers.
In het Romeinse Rijk werden in de meeste grote steden vaak bibliotheken en leeszalen opgericht in de nabijheid van de thermen zodat men na het baden zich al lezend kon ontspannen. Met de invallen van Germaanse stammen en nadien de Grote Volksverhuizing die vanaf de vierde eeuw n. Chr. het verzwakte Romeinse Rijk teisterde werden veel bibliotheken verwoest of leeggeplunderd waardoor heel wat kennis verloren ging. Vandaag de dag wordt de negende-eeuwse bibliotheek verbonden aan de Al-Qarawiyyin universiteit te Fez in Marokko beschouwd als de oudste ter wereld.
De bibliotheek van Celsus
Volgens een overlevering was het Androclus, de zoon van de Atheense koning Codrus die, na het orakel van Delphi geraadpleegd te hebben, omstreeks 1100 v.Chr. Efese stichtte. Na achtereenvolgens deel uitgemaakt te hebben van het Lydische en Perzische Rijk, groeide de stad tijdens de Hellenistische periode uit tot een bloeiende metropool waarna ze in 133 v.Chr. werd ingelijfd bij het Romeinse Rijk.
In het begin van de tweede eeuw n.Chr. gaf Gaius Tiberius Julius Aquila de opdracht om ter ere van zijn overleden vader, Tiberius Julius Celsus Polemaeanus, een bibliotheek te bouwen die tegelijkertijd als mausoleum dienst moest doen. Celsus was lange tijd gouverneur geweest in Efese van waaruit hij de Romeinse provincie Asia bestuurde. Zijn zoon vond het dan ook niet meer dan passend dat zijn vader een laatste rustplaats kreeg in Efese en liet hem begraven in een marmeren sarcofaag in een speciaal daartoe aangelegde grafkamer onder de bibliotheek. De voorgevel van de bibliotheek werd versierd met vier bijna levensgrote vrouwenbeelden die de personificatie voorstelden van de deugden die Celsus tijdens zijn leven had nagestreefd: “Sofia” (de wijsheid), “Episteme” (de kennis), “Ennoia” (de intelligentie) en “Arete” (de deugdzaamheid).
Het gebouw met zijn talrijke ramen telde drie verdiepingen. Een monumentale trappartij leidde naar de diverse leeszalen die bekleed waren met het kostbaarste marmer en waar in de nissen langs de muren ongeveer 12.000 boekrollen werden bewaard. Verder had de gehele bibliotheek een dubbelwandige muurstructuur om de perkamentrollen te beschermen tegen vocht en een zo goed mogelijke constante temperatuur te garanderen. Ook aan het leescomfort van de gebruikers was gedacht. De voorgevel van de bibliotheek was oostwaarts gericht zodat de lezers optimaal gebruik konden maken van het opkomend ochtendlicht terwijl op de bovenste verdieping een oculus in het plafond voor de nodige lichtinval zorgde.
In 262 n.Chr. werd de bibliotheek grotendeels verwoest door een brand en niet meer herbouwd. Enkel de voorgevel bleef overeind staan en werd nadien gebruikt als achterwand voor een waterbekken. Het kunstwerk was een ode aan de keizers Marcus Aurelius (121-180 n.Chr.) en Lucius Verus (130-169 n.Chr.) die tijdens hun regeerperiode een klinkende overwinning behaalden op de Parthische koning Vologases IV. De fontein en de voormalige voorgevel van de bibliotheek stortten echter in de tiende of elfde eeuw in na een aardbeving waarna de brokstukken eeuwenlang onaangeroerd bleven liggen op de site.
Een grondige restauratie
In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd een begin gemaakt met een grondige restauratie van wat nog van de bibliotheek overbleef. Een team wetenschappers onder leiding van de Duitse archeoloog Volker M. Strocka en de Weense architect Friedmund Hueber werkten gedurende acht jaar op de site en slaagden erin de voorgevel van de bibliotheek zijn vroegere luister terug te geven. Tijdens de restauratiewerken werd per toeval een beeld gevonden van Celsus dat vermoedelijk was opgesteld in zijn grafkamer en nu te bezichtigen is in het archeologisch museum van Istanboel.