Tijdens een bevrijdingsfeest in 1945 droegen veel Amsterdamse kinderen speciale jurkjes. Verzetsmuseum Amsterdam ontving recent vier van deze feestjurkjes.
De nog bijna gave jurkjes werden onlangs aan het museum geschonken door twee kinderen die op onderstaande foto te zien zijn. Jessy Meijer-Costa, een van de schenkers, herinnert zich het bevrijdingsfeest nog goed:
Er was een wedstrijd wie het mooiste jurkje had. Eigenlijk zou Dieuwertje winnen, maar sommige mensen stoorden zich aan de Sovjetvlag achterop haar jurkje.
Daarom ging Janny, met haar jurkje waarop het Zweedse Rode Kruis bedankt werd, er met de eerste prijs vandoor.
Opgevangen door oom en tante
De vrolijke foto markeert het sluitstuk van een zware tijd. Janny en Betty waren niet zo maar op familiebezoek bij hun neefje en nichtjes in de Cornelis Trooststraat in Amsterdam, maar woonden al een jaar bij ze in. Hun vader Cor en (Joodse) moeder Beb waren communistische verzetsmensen. In mei 1944 werden ze opgepakt bij een inval thuis in Amsterdam-Zuid.
Cors zus Dieuwertje – een weduwe met drie jonge kinderen – aarzelde geen moment en nam de zusjes in huis. Daar werden Janny en Betty liefdevol opgevangen, totdat hun ouders terugkeerden uit Duitse kampen.
Het was ook hun tante die – toen de oorlog eenmaal voorbij was – eigenhandig de feestkledij voor de vijf kinderen maakte. Het broekpakje van Wim – versierd met distributiebonnen – is niet bewaard gebleven, maar de vier jurkjes hebben de tand des tijds goed doorstaan. Jessy Meijer-Costa en Janny Schaperkotter-Leegwater – de enige nog in levende zijnde kinderen van de foto – schonken ze eerder dit jaar aan het Verzetsmuseum. Daar zijn ze binnenkort negenenzeventig jaar na dato weer samen te zien.