Bij ondergrondse kerken denken we vooral aan kerken op zolders en in kelders, in gebieden waar het christelijk geloof onderdrukt wordt. In de Ethiopische stad Lalibela zijn échte ondergrondse kerken te vinden. Ze zijn begin dertiende eeuw uitgehouwen in de rotsen. De daken van de bijzondere godshuizen bevinden zich op grondniveau.
De rotskerken, soms het achtste wereldwonder genoemd, zijn gebouwd in opdracht van koning Lalibela (1189-1229). Hij had het plan om van de stoffige stad een soort Nieuw Jeruzalem te maken. Volgens sommige verhalen kwam hij op het idee een nieuwe heilige stad te maken na een bezoek aan het echte Jeruzalem. Een ander verhaal meldt dat de koning een visioen kreeg waarin een engel hem opdracht gaf de kerken uit de rotsen te houwen. Het bouwen van een nieuwe heilige plaats had ook een praktische reden. Door islamitische veroveringen waren christelijke bedevaarten naar het Heilige Land zeer gevaarlijk geworden. Een nieuw heiligdom stelde de gelovigen in staat toch op bedevaart te gaan.
De elf kerken die in opdracht van de koning uit de rotsen werden gehouwen, staan sinds 1978 op de werelderfgoedlijst van Unesco. De godshuizen trekken nog altijd veel pelgrims. Na de dood van de koning werd de stad naar hem vernoemd.
Gereedschap van koning Lalibela
De beroemdste en best bewaard gebleven kerk is Bete Ghiorghis (Huis van de heilige George). Het dak van deze kerk, die wat afgezonderd staat van de andere bouwwerken, is versierd met Griekse kruizen en de ramen zijn gedecoreerd met spitsbogen en bladmotieven. In de kerk is een kist te vinden waarin volgens de overlevering het gereedschap van koning Lalibela wordt bewaard.
De kerken van Lalibela zijn nog altijd in gebruik.
Boek: The Lalibela Handbook