Als iemand van adellijke afkomst is, wordt ook wel eens gezegd dat diegene ‘blauw bloed’ bezit. Echter kleurt het bloed van die persoon net als bij alle anderen gewoon rood. Hij of zij lijdt ook niet aan zuurstofarmoede. Waar komt de uitdrukking dan vandaan?
Historici en taalkundigen vermoeden dat de herkomst van ‘blauw bloed’ haar oorsprong vindt in de Middeleeuwen. Tijdens de Moorse overheersing (800-1500) werd in Spanje over en door adellijke families met een blanke huid gezegd dat ze van blauw bloed (sangre azul) waren. Onderwijzer en geschiedschrijver Teunis Pluim legde in zijn Wetenswaardig allerlei: bijdragen tot algemeene kennis voor studeerenden bijeenverzameld (1922) uit waarom mensen dit zeiden:
“…men wilde te kennen geven, dat men geen Mooren of Joden onder zijn voorouders had, maar dat men van echten Spaanschen adel was. De West-Goten, waarvan de Spanjaarden afstammen, hadden namelijk een blanke huid met blauw-doorschijnende aderen, in tegenstelling tot de meer donkere Mooren.”
Hoewel sangre azul door sommigen als een belediging werd bedoeld, waren de adellijken er vooral trots op. In de de dertiende eeuw werd blauw de kleur van heiligen, aristocratie, prinsen en koningen. De uitdrukking ‘blauw bloed’ werd na verloop van tijd door meerdere vorstenhuizen en edelen gebruikt en belandde uiteindelijk via het Engels ook in de Nederlandse taal.
Sinds 2004 wordt het programma Blauw Bloed op de Nederlandse televisie uitgezonden. Hierin wordt verslag gedaan van de activiteiten van de leden van het koningshuis.
Bronnen ▼
-https://www.ensie.nl/oosthoek1916/blauw-bloed
-De binnenkant van blauw – Will Uitgeest (Christofoor, 2010) p, 178