Dark
Light

De Brahmaanse priester die het schaakspel bedacht

2 minuten leestijd
Twee schaakstukken
Twee schaakstukken (CC0 - Pixabay - Thanh_Tung)

Het schaakspel is al duizenden jaren oud. Het woord zelf is afgeleid van het Perzische woord shāh, dat koning betekent. Toch ligt de oorsprong van het spel vermoedelijk niet in Perzië, maar in India. Van daaruit zou het spel zich over China, Perzië en Arabië hebben verspreid. Arabieren introduceerden het schaakspel vervolgens in Europa. Rond het jaar 1100 zou het hier in veel landen al gespeeld worden.

Hoewel niet helemaal duidelijk is hoe oud het schaakspel precies is, zijn er wel verschillende fantastische verhalen over de ontstaansgeschiedenis. Volgens een van die verhalen moet de uitvinding van het schaakspel, of meer een voorloper daarvan, toegeschreven worden aan Sissa, een Brahmaanse priester aan het hof van de Indische vorst Rajah Balhait. Deze geschiedenis gaat ongeveer als volgt.

Koning Rajah Balhait, die kennelijk veel vrije tijd had, vroeg op een dag aan zijn priester Sissa om een spel te bedenken waarin strategie, geduld en verstand belangrijke waren en toeval een minder grote rol speelde. Sissa ontwierp vervolgens een schaakbord met stukken die symbolisch waren voor de vier onderdelen van het Indiase leger: strijdwagens, paarden, olifanten en soldaten, onder leiding van een koning. De priester legde uit dat hij voor het thema oorlog had gekozen omdat dit de beste manier was om vaardigheden als besluitvaardigheid, volharding en moed te ontwikkelen.

Krishna en Radha spelen chaturanga, een voorloper van het moderne westerse schaakspel
Krishna en Radha spelen chaturanga, een voorloper van het moderne westerse schaakspel
Dit niet op feiten berustende verhaal over de uitvinder van het schaken heeft nog een aardig staartje. De koning was namelijk zo onder de indruk van het spel dat hij Sissa royaal wilde belonen. De priester weigerde echter en gaf aan gewoon blij te zijn dat het spel de vorst zoveel plezier bracht. Dat was voor hem al genoeg beloning was.

Toen de koning bleef aandringen, vroeg Sissa om een ogenschijnlijk bescheiden beloning: hij wilde dat er graankorrels op alle 64 velden van het schaakbord werden gelegd, waarbij elke korrel telkens verdubbeld moest worden. De koning dacht aanvankelijk dat deze wens niet zo bijzonder was, maar schijn bedroog. Het bleek onmogelijk om aan de wens van de priester te voldoen: de benodigde hoeveelheid graan was namelijk zo groot dat zelfs de volledige voorraad graan in India niet genoeg was. Sissa had dit van tevoren al geweten en had de koning op subtiele wijze de kracht van exponentiële groei willen laten inzien. De bedenker van het schaakspel was kortom tamelijk slim. Maar dat is eigenlijk niet zo verwonderlijk natuurlijk…

×