Dark
Light

Hulp voor tonnenophalers, de meest ‘onreine’ onaanraakbaren in India

India en de geschiedenis van het toilet
Auteur:
9 minuten leestijd
Scavenger-familie in Calcutta
Scavenger-familie in Calcutta (CC BY 3.0 - Biswarup Ganguly - wiki)

‘Ik word misschien niet opnieuw geboren, maar als dat wel het geval is, word ik graag geboren in een scavengers-familie, zodat ik hen kan verlichten bij hun onmenselijke, ongezonde werk; het moeten rondsjouwen met menselijke uitwerpselen.’ Gandhi

In India bestaat sinds vijfenveertig jaar een unieke beweging die vooral strijdt voor hygiënische toiletvoorzieningen. ‘Mijn voornaamste missie is de droom van Mahatma Gandhi te verwezenlijken. India scavenger-vrij te maken en hen in nieuwe beroepen onderdeel te maken van de maatschappij,’ zei dr. Bindeshwar Pathak, charismatisch oprichter en leider van de Sulabh International Social Service Organisation acht jaar geleden. Hij overleed onlangs.

De beeldengroep op de Sulabh-campus met Gandhi en een tonnenophaalster.
De beeldengroep op de Sulabh-campus met Gandhi en een tonnenophaalster. – Foto: Lex Veldhoen
Dit initiatief, in de geest van Gandhi, heeft al veel bereikt in Indiase steden en op de Sulabh-campus in Delhi is een (scavenger)school, een demonstratie-uitstalling van door Sulabh ontwikkelde ecologische toiletten, evenals een duurzaam openbaar toiletgebouw en het International Museum of Toilets.

Toen ik vijfendertig jaar geleden in een Zuid-Indiaas dorpje verbleef, liep ik ’s ochtends vroeg met mijn Indiase vriend Jeeva naar braakliggende grond tussen de rijstvelden. De dorpsvrouwen hadden nog voor zonsopkomst hun behoefte gedaan en waren al bezig het ontbijt te bereiden op houtvuurtjes. Op meerdere plekken zaten mannen gehurkt, de lendendoek decent rond het onderlichaam opgestroopt. Hun achterste vervolgens afspoelend bij een betonnen waterbak. Bij busstations zie je vaak mannen gehurkt of staand bij een muur urineren. Dat went, maar niet de penetrante pieslucht die tientallen meters rondom in de hitte blijft hangen.

Toen ik tien jaar geleden in het West-Indiase stadje Kolhapur was, bekend om zijn worstelaars, bezocht ik een worstelschool. De mannen gingen elkaar te lijf in een bak vol rode aarde en kleuren roder, naarmate het gevecht langer duurde. Buiten liep een rij mannen langs, de hoofden bedekt met jute lappen en op hun schouders grote metalen tonnen dragend. De geur die zich verspreidde liet geen twijfel bestaan: het waren scavengers, tonnenophalers, de meest ‘onreine’ onaanraakbaren in de steden van India.

Spreuk op een bord aan de rand van de Sulabh-campus
Spreuk op een bord aan de rand van de Sulabh-campus – Foto: Lex Veldhoen
De oprichter van de Sulabh Organisation, dr. Bindeshwar Pathak, was een gezaghebbende brahmin en Gandhi-aanhanger, gekleed in kadhi loom, de traditionele Ghandiaanse kleding, met strakke witte broek en een handgeweven katoenen gewaad met ronde boord. Tijdens een rondleiding op de ommuurde Sulabh campus kwamen we in 2015 bij de ecologische Sulabh-toiletten, met als belangrijk kenmerk dat het afvoerkanaal in tweeën gesplitst naar twee putten leidt van elk een kubieke meter, met gemetselde of bamboewanden, maar zonder vloer, zodat de vloeibare reststoffen gemakkelijker de grond in trekken. De bakken worden afwisselend twee jaar gebruikt, gewoon door bij de splitsing van het stenen afvoerkanaal een baksteen te verplaatsen en één zijtak af te sluiten. Na twee jaar is er een dun laagje kurkdroge mest over, die gebruikt kan worden.

Dr. Pathak heeft ook een eigen toiletpot ontwikkeld, die smaller en steiler afloopt. Pathak:

‘Hierdoor is maar twee liter water in plaats van tien tot vijftien liter nodig om door te spoelen.’

Een demonstratiemodel van het Sulabh-toilet.
Een demonstratiemodel van het Sulabh-toilet. – Foto: Lex Veldhoen

We lopen naar de Sulabh-school, waar de helft van de honderden kinderen ouders hebben die scavengers zijn, mensen die in steden tonnen met fecaliën legen. Aan de straatzijde is een openbaar toiletgebouw ontsloten voor buurtbewoners, die er een brandschoon toilet aantreffen. Er wordt biogas gewonnen, waarmee het toiletgebouw verlicht wordt; een bloemenperk met prachtig bloeiende dahlia’s profiteert eveneens van de toiletproductie van de buurtbewoners. Er zijn bovendien twee laboratoria, waar proeven worden gedaan om urine als meststof aan te wenden en oppervlaktewater te reinigen door kroos uit te zetten (een idee van dr. Pathak).

Dr. Pathak bij de duurzame installatie van het toiletgebouw.
Dr. Pathak bij de duurzame installatie van het toiletgebouw. Foto: Lex Veldhoen
In 2014 werd de Sulabh Toilet Technology door de BBC uitverkoren tot een van de vijf meest bijzondere uitvindingen ter wereld en eerder werd dr. Pathak door paus Johannes Paulus in audiëntie gelauwerd vanwege zijn goede werken. Op foto’s is hij te zien met Sonia Gandhi en de huidige Indiase minister-president Narenda Modi, bij de ghats van Varanasi aan de oever van de Ganges. Willem-Alexander, toen nog prins, zei in 2007 aanwezig bij de World Toilet Summit in Delhi, georganiseerd door Sulabh:

‘Deze organisatie heeft bewezen hoe effectief kleinschalige oplossingen kunnen zijn en in korte tijd over heel India zijn uitgezaaid. Duizenden betaal-en-gebruik openbare toilet- en badhuizen zijn gebouwd, onderhouden en worden dagelijks door meer dan tien miljoen mensen gebruikt.’

Bindeshwar Pathak (72) werd geboren in Bihar als brahmin (de priesterkaste). Zijn opa was een beroemde astroloog en zijn vader een ayurvedische arts. Hij vertelt hoe hij als kind gestraft werd door zijn orthodoxe oma. Nadat hij een ‘onaanraakbare’ had aangeraakt, moest hij zand en koemest eten om zichzelf te reinigen. Hij studeerde sociologie in Patna, werd leraar, verkocht rondreizend ayurvedische medicijnen (vanwege geldgebrek slapend op perrons) en ging werken bij een Gandhi-herdenkingscomité, waar hij in 1968 gedelegeerd werd om, in Gandhi’s nagedachtenis, de scavenger-problematiek aan te pakken.

Korte animatie over het werk van scavengers:

Pathak woonde drie maanden in een kolonie van tonnenophalers in Bettiah, verkocht een stukje grond dat hij in zijn geboortedorp bezat, evenals de juwelen van zijn vrouw, installeerde in 1973 de eerste ecologische Sulabh toiletten en in 1975 werd het eerste Sulabh wc-gebouw geopend. Het bleek een succes, omdat deze toiletgebouwen goed schoongehouden worden, wat in India nogal ongebruikelijk is. De meeste raken al snel verwaarloosd. Er zijn nu 8000 Sulabh toiletgebouwen (deels in slums, vaak met douches), waarbij 160 biogas-installaties zijn gerealiseerd en bezoekers 10 paise (circa 0,7 eurocent) betalen voor het gebruik (voor onaanraakbaren is het gratis).

Pathak heeft, door 120.000 Sulabh-toiletten in huizen aan te leggen, trainingsprogramma’s op te zetten en ander werk te regelen, gezorgd dat een miljoen tonnenophalers een beter bestaan hebben gekregen en 640 Indiase steden geen tonnenophalers meer kennen. Scavengers zijn overigens voor het merendeel vrouwen; kenmerkend is dat vrouwen in India veelal het zware fysieke werk doen, zoals in de bouw, op de akkers, bij wegen- en spooraanleg. Er werken 25.000 mensen voor Sulabh en de campus is, mede vanwege het toiletmuseum, sinds 1992 al door ruim 2,2 miljoen mensen bezocht.

Pathak paste, net als Mahatma Gandhi, geweldloze methoden toe, mede gebaseerd op Satyagraha (‘vasthouden aan de waarheid’). Veelal hebben gezagsdragers geen adequaat antwoord op de originele en verrassingsvolle manieren van aandacht vragen voor onrecht, uitgaande van boycots en burgerlijke ongehoorzaamheid. Gandhi hield onder andere met volgelingen een lange mars tegen de zoutbelasting, geheven door de Engelsen en ging in hongerstaking.

Dr. Pathak samen met weduwen uit Varanasi die Sulabh ondersteunt.
Dr. Pathak samen met weduwen uit Varanasi die Sulabh ondersteunt. – Foto: Lex Veldhoen

Pathak klaagt de hogere kasten niet aan. Hij vertelde, staande bij enigszins knullige, glanzende beelden van Gandhi en een tonnenophaalster onder een afdakje:

‘Ik moet de hogere kasten zien te overtuigen, niet hen bevechten.’

In 1988 ging hij wel met honderd scavenger-vrouwen de voor hen (als onreinen) verboden Nathdwara-tempel in Rajastan binnen om er te bidden en at met brahmins en scavengers gezamenlijk in een andere tempel. Pathak:

‘Op voedsel delen met onaanraakbaren berust voor een brahmin het zwaarste taboe. Velen geloofden nog dat alleen al de schaduw van een tonnenleger hen zou verontreinigen’.

Met een andere, grote groep tonnenophaalsters ging hij, tot ontzetting van de manager, eten in een vijf-sterren-restaurant. Zo trachtte hij op geweldloze wijze taboes te doorbreken. In 2008 bezocht Pathak samen met een groep tonnenophaalsters de Verenigde Naties in New York en in 2012 werd Sulabh gevraagd voor de 1800 weduwen van pelgrimsoord Vrindavan, die veelal uitgestoten zijn door hun familie en in grote armoede hun dood afwachten, onderdak en eten te organiseren. Wat sindsdien het geval is en volgens Pathak ook bijdraagt aan een humaner leven voor ‘uitgestotenen’.

Een weduwe uit Vrindavan en twee voormalige tonnenophaalsters op bezoek bij de Sulabh-campus.
Een weduwe uit Vrindavan en twee voormalige tonnenophaalsters op bezoek bij de Sulabh-campus. – Foto: Lex Veldhoen

Nog steeds heeft minder dan een derde van de Indiërs toegang tot een toilet en sterven jaarlijks 186.000 kinderen onder de vijf door diarree. Maar Sulabh is niet de enige organisatie, die zich bekommert om de veelal slechte sanitaire voorzieningen in India. De Wereldbank heeft samen met plaatselijke organisaties in Mumbai in slums ruim driehonderd toiletgebouwen gefinancierd. De slumbewoners die betrokken worden bij ontwerp, bouw, beheer en betalen voor een bezoek een kleine vergoeding. Ze zijn daartoe bereid, omdat de door de overheid geplaatste, onverlichte toiletgebouwen meestal verstopt zijn en stinken. Van het ‘entreegeld’ worden in de toiletgebouwen televisies en buiten een krantenkiosk geplaatst om het wachten te bekorten. Soms is er zelfs een computer, een ambulance gekocht van de entreegelden en op de bovenverdieping een kleine bibliotheek of een lokaaltje gerealiseerd, waar Engelse les wordt gegeven. Op zo’n manier worden het een soort buurtcentra.

De slogan van minister-president Modi op een bord aan de rand van de Sulabh campus.
De slogan van minister-president Modi op een bord aan de rand van de Sulabh campus. – Foto: Lex Veldhoen

Het werd zo’n succes dat ook andere steden, zoals Pune en Varanasi, dat voorbeeld volgen. Minister-president Narendra Modi (van de fundamentalistische Hindoe partij BJP) is met de populaire slogan ‘First Toilets, Tempels Later’ een campagne gestart met de belofte dat ieder huishouden in 2019 een eigen toilet zou hebben. Modi was mede gemotiveerd iets te doen, omdat in 2015 meisjes verkracht werden, die naar de velden gingen om hun behoefte te doen, wat veel media-aandacht kreeg.

Toiletmuseum

Time Magazine heeft het International Museum of Toilets op de Sulabh-campus betiteld als één van de tien vreemdste musea ter wereld. Het museum biedt een overzicht van de westerse en Indiase toiletgeschiedenis. Zo zijn er teksten uit oude Hindoe-geschriften, die voorschrijven dat men moet urineren op minstens tien meter afstand van een waterbron (voor ontlasting is dit honderd meter) en dat celibatair levende mensen reinigingsregels twee keer zo goed in acht moeten nemen als getrouwden en heiligen vier keer zo goed. Dr. Pathak onthult een Indiaas ‘stoelgang’ geheim:

‘Een oud voorschrift voor brahmanen is, dat zij het witte koord dat ze rond hun bovenlijf en buik dragen, een keer rond een oor winden als ze hun behoefte doen, zodat het minder laag hangt en niet bevuild wordt’.

Dr. Pathak demonstreert het rond de oor knopen van het brahmin-koord tijdens toiletbezoek.
Dr. Pathak demonstreert het rond de oor knopen van het brahmin-koord tijdens toiletbezoek. – Foto: Lex Veldhoen
Ter plekke demonstreert hij hoe dat gaat.

In het museum hangen platen waarop te zien is dat allerlei manieren bedacht zijn om van onze restproducten af te komen. Zo werden in Europese steden in de zeventiende eeuw varkens losgelaten om menselijke uitwerpselen op te eten en in diezelfde tijd werden emmers stront vanaf de eerste verdieping gewoon op straat geleegd. Er is een prent van een middeleeuws, openbaar toilet, waar mannen op een stenen verhoging langs de wanden met gaten er in gezamenlijk hun behoefte doen. Ook Lodewijk XIV maakte geen geheim van zijn stoelgang. Pathak wijst naar een replica van een ‘troon’ met klep en een closetpot eronder:

‘Zo ontving hij zijn volk, totdat iemand suggereerde dat hij misschien beter al etende audiëntie kon houden.’

De museumcatalogus vermeldt dat er, totdat in 1956 het eerste watertoilet werd uitgevonden, allerlei ‘kakstoelen’ bestonden: soms zelfs lederen fauteuils met gaten met een emmer eronder, een toiletpot met onderaan een kraantje of, zoals in de Victoriaanse tijd, het ‘gemak’ vermomd als een stapel boeken, waarvan het bovenste kaft opgeslagen diende te worden, voordat men ‘de pot op kon’.

In 1738 deed het eerste doorspoeltoilet zijn intrede en rond 1860 werd in de VS toiletpapier geïntroduceerd. Voordien werden hennep, boekpagina’s , gras, zand en zelfs stenen gebruikt als afveegmateriaal.

Vrouwen die in het Parijse riool worden rondgereden als gezondheidskuur.
Vrouwen die in het Parijse riool worden rondgereden als gezondheidskuur. Foto: Lex Veldhoen

In het museum staan ook prachtig gedecoreerde porseleinen toiletpotten, in Delfts blauw en met weelderige dier- en plant ornamentiek. Pathak vertelde tijdens ons bezoek aan het museum met een glimlach:

‘Destijds werden Parijse dames in open wagonnetjes door het riool gereden, omdat rioollucht heilzaam zou zijn voor uiteenlopende kwalen.’

Een Amerikaans bedrijfstoilet uit 1920 heeft de vorm van een rank, houten hutje met twee verdiepingen: de bovenste voor de directie en daaronder voor de werkers. In 1929 werd de verwarmde toiletbril uitgevonden en in 1966 ontwikkelde een kapper uit Chicago een systeem, waarbij twee bewegende brilhelften de anus masseerden en zo de stoelgang stimuleerden.

Hoe je de stoelgang kunt stimuleren of onderdrukken.
Hoe je de stoelgang kunt stimuleren of onderdrukken. – Foto: Lex Veldhoen
Niet aanwezig in het museum, wel in veel Indiase huizen en hotels, zijn speciale toiletpotten. Omdat verstedelijkte Indiërs de hurkzit boven een afvoergat in de loop van de tijd kennelijk minder comfortbel zijn gaan vinden, zijn ze veelal, mede vanwege het statusverhogende effect, overgegaan op westerse closetpotten. Maar dan wel aangepast: ernaast is een kleine handdouche aan een waterslangetje bevestigd om het achterwerk mee te reinigen of achterin de pot, onder de wc-bril, is een kleine sproeier aangebracht, die met een kraantje in werking gesteld wordt. Zo kan de Indiër zich na de stoelgang reinigen met water.

Dr. Pathak toonde tevens een maquette van het grootste (Sulabh) toiletgebouw ter wereld (148 toiletten, 108 badruimten), gebouwd bij een Indiaas pelgrimsoord, waar miljoenen Hindoes naar toe komen, terwijl aan de muur een illustratie hangt van een Japanse methode om hoge nood te onderdrukken: met een balpen of ander stomp voorwerp in de handpalm een vierkant met een uitloper naar de pols beschrijven. Voor het tegengestelde effect: dit in omgekeerde richting doen.

Lex Veldhoen is journalist en auteur van diverse boeken en uitgaves. Hij schreef en schrijft onder meer voor NRC-Handelsblad, Trouw, HP-De Tijd en het Parool. Zijn specialisaties zijn biografieën, reisverhalen en de onderwerpen India, België, Kunst, wetenschap en techniek. Zie ook zijn website lexveldhoen.nl.

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×