Brieven van het front: ditjes en datjes en menselijke pijn

De verbeelding van 1914-1918 – Bob Latten
6 minuten leestijd
Tekening van Joseph Lesage
Tekening van Joseph Lesage

Met vijf zoons in militaire dienst was de Franse familie Lesage actief betrokken bij de Eerste Wereldoorlog. Een van de zoons was de veelbelovende kunstenaar Joseph Lesage die zich aan het front bewees als bekwame karikaturist. Vrijwel dagelijks hield hij via de post contact met het thuisfront. De brieven aan zijn ouders en andere familieleden zijn in het Nederlands vertaald en samen met zijn tekeningen gebundeld in het door Bob Latten gepubliceerde boek De verbeelding van 1914-1918. Lesage’s teksten geven een indruk van hoe het was aan het front, van het dagenlange wachten op nieuwe actie en het slechte eten tot het gruwelijke bloedvergieten.

Tekenaar-soldaat Joseph Lesage
Tekenaar-soldaat Joseph Lesage
Latten schreef al meer boeken over de Eerste Wereldoorlog, zoals Poststempel Verdun (2011) en Vrouwen in de Grote Oorlog (2015). In zijn nieuwste publicatie voorzag hij de teksten en tekeningen van Henri Lesage van deskundige toelichting. Hij legt in de inleiding uit dat het creatieve talent van Lesage al voor het uitbreken van de oorlog was erkend. Zo werd de jonge Fransman vanwege zijn oog voor detail door egyptoloog George Foucart in Egypte uitgenodigd om de muurschilderingen in de tombe van Menna in het tegenwoordige Luxor na te tekenen.

Onder de wapenen

Na de Duitse inval in België op 4 augustus 1914 werd de dertigjarige Lesage onder de wapenen geroepen, ook al had hij zijn militaire dienst al tien jaar achter zich liggen. Hij werd ingedeeld bij de 73ste Reservedivisie van het 1e Leger. Zijn vuurdoop vond plaats in het Bois-le-Prête, ongeveer zestig kilometer ten zuidoosten van Verdun. De Duitsers spraken van het Witwenwald (weduwenwoud) en dat was niet overdreven. “Op een terrein van amper anderhalve kilometer lang en een kilometer diep werd lange tijd een intense strijd uitgevochten”, schrijft Latten.

De loopgraven lagen soms zo dicht bij elkaar dat op enkele plekken de onderlinge afstand tussen de strijdende partijen amper vijftien meter bedroeg, een afstand die het werpen van handgranaten mogelijk maakte en die regelmatig tot lijf-aan-lijfgevechten leidde.

In zijn brieven spaarde Lesage zijn ouders niet. “Sedert drie dagen zijn we in een grote veldslag verwikkeld”, schreef hij op 23 september 1914. “Gisteren was afschuwelijk, een dag van verschrikking en slachting! Mijn voormalige compagnie werd zowat gedecimeerd, ons regiment ook.” Zelf was hij op dat moment nog vaandeldrager waardoor hij gespaard bleef voor de gevechten in de eerste linie.

Le Mouchoir, nr. 43. Tekening Joseph Lesage
Le Mouchoir, nr. 43. Tekening Joseph Lesage
Al snel daarna werd hij benoemd tot radiotelefonist, wat inhield dat hij vanachter een schakelkast de telefoonverbindingen tussen verschillende posities aan en achter het front moest verzorgen. Ongevaarlijk was deze functie niet, want telefoonposten werden veelvuldig door de vijand onder vuur genomen. “Het belang van een telefoonlijn met vijftig lijnen in de Eerste Wereldoorlog kan niet worden onderschat”, legt Latten uit. “Deze droeg bij aan een snellere communicatie tussen verschillende fronten en commandostructuren en daardoor aan een verbeterde coördinatie van troepen.”

Lesage werd in augustus 1915 overgeplaatst naar de 145ste Brigade en in maart 1917 naar de 73e
Division. Hij bleef al die tijd telefonist en maakte de strijd mee aan verschillende fronten, onder andere in de Vogezen en de Elzas. Kortstondig was hij met zijn eenheid ook in Verdun, waarvandaan hij op 25 augustus 1916 het volgende aan zijn ouders schreef:

Ik leef al drie dagen in volledige duisternis in een redoute. Rondom beschietingen. Het is niet prettig om naar buiten te gaan. […] Het is benauwd hier. Honderd soldaten liggen in dezelfde ruimte, zonder lucht of licht. Dat is lastig ademen. Mijn zenuwen zijn iets minder gespannen dan eergisteren. Het donderen van het geschut is verschrikkelijk, de angst voor gas, enzovoort. Dit alles draagt bij aan de nervositeit. Arme soldaten die dag en nacht in de kraters blijven! Er zijn geen loopgraven meer!

Tekenwerk

Ondanks de zenuwslopende omstandigheden bleef Lesage als tekenaar erg productief. Hij maakte veel karikaturen voor de mede door hem opgerichte loopgravenfrontkrant Le Mouchoir. “De zakdoek was een naam met een dubbele betekenis”, zo legt Latten de naam van het periodiek uit. “Een ‘mouchoir’ is een doek om de tranen van de soldaten te drogen, hen een hart onder de riem te steken en hen hun misère te doen vergeten.” Daarnaast was het de benaming van een plek in het Bois-le-Prête, vlakbij het huisje waarin de telefooncentrale en mobiele drukkerij waren ondergebracht.

Le Mouchoir, nr. 1. Penteke￾ning in kleur Joseph Lesage.
Le Mouchoir, nr. 1. Penteke￾ning in kleur Joseph Lesage.

Binnen een jaar had Le Mouchoir tweeduizend lezers. De tekeningen van Lesage droegen bij aan het succes. Deze toonden, zo schrijft Latten, “pokdalige landschappen, hologige ruïnes en met modder bedekte, onverzorgde soldaten. […] Hij [Lesage] doorgrondde en bekritiseerde met scherpzinnigheid de tragische gebeurtenissen, zonder de humor tekort te doen.”

Lesage’s tekeningen zijn vaak luchtig van aard, zoals van wachtende soldaten bij de mobiele gaarkeuken, maar geven ook een indruk van de ontberingen in de loopgraven. Hij tekende bijvoorbeeld een soldaat die zijn de vrieskou bevroren brood ‘snijdt’ met een enorme hakbijl. Op een andere tekening van hem wordt een soldaat in zijn schuilplaats omringd door nieuwsgierige ratten, iets waar Lesage zelf tot zijn afgrijzen ook ervaring mee had. Ook in zijn brieven beklaagt Lesage zich niet zelden over het slechte eten, het monotone bestaan tussen de gevechten door en het gemis van vrouw, kinderen, ouders, broers en andere familieleden.

Pentekening in kleur Joseph Lesage.
‘Het lijkt wel alsof twee honden die weten dat ze elkaar niet kunnen bijten omdat ze vastgehouden worden, constant blaffen om de ander te laten geloven dat hij sterker is en het laatste woord heeft.’ Pentekening in kleur Joseph Lesage.
Verschillende brieven besteedt hij aan zijn boosheid voor de straf die hij kreeg omdat hij na zijn verlof te laat terugkwam door problemen met het vervoer. Soms is hij wel heel openhartig en lijkt de militaire censuur niet goed te hebben opgelet. “Ik begrijp steeds minder waarom men zoiets heeft uitgevonden om zichzelf te vernietigen!”, schreef hij op 31 maart 1917 aan zijn ouders over de oorlog.

Arme mensheid, dit is het begin van het einde van de wereld!

In zijn toelichting op een brief van Lesage over de dood van vele kameraden bij een explosie in een tunnel, schrijft Latten dat het hier niet gaat “over [slachtoffer]aantallen, maar om menselijke pijn”. Ook zijn boek gaat niet over de statistieken en andere feiten, maar over hoe een mens onder extreme omstandigheden vol weet te houden, uitkijkend naar het volgende verlof en hoop puttend uit de brieven en postpakketjes die hij van thuis ontving.

Postbezorging was bijna van levensbelang en onmisbaar voor het hoog houden van het moreel. De band met zijn echtgenote, ouders en andere familieleden en zijn katholieke geloof hielpen Joseph Lesage door de moeilijkste momenten heen. Zijn brieven vormden een uitlaatklep voor zijn frustraties, zorgen en angsten. Helaas zijn de brieven van Lesage aan zijn echtgenote niet bewaard gebleven, maar uit wat hij schreef aan zijn ouders en enkele anderen ontstaat een aangrijpend beeld van de oorlog vanuit menselijke perspectief. Ook ditjes en datjes en herhalingen maken echter onderdeel uit van de brieven, waardoor de ene brief enerverender is dan de andere.

Knipoog en traan

De verbeelding van 1914-1918
 
De verbeelding van 1914-1918 vormt een ontroerend eerbetoon aan een man die onder de verschrikkelijkst denkbare omstandigheden trouw bleef aan zijn geliefden en zijn geloof. Gewapend met zijn potloden en penselen deelde hij zijn kijk op het frontleven met medesoldaten én het thuisfront, met een knipoog en een traan.

De meeste indruk maken echter zijn openhartige brieven waarin hij de verschrikkingen van de oorlog beschrijft. Joseph Lesage diende zijn land zonder bedenkingen, maar gruwde van het bloedvergieten. De vertaling van de brieven en de door de Bob Latten toegevoegde toelichtingen en achtergrondinformatie zijn uitstekend verzorgd. De anti-oorlogsboodschap die het boek bevat is ruim honderd jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog nog altijd van betekenis, want terwijl de wapens al decennialang zwijgen aan het front waar Lesage vocht, klinken ze in onze tijd elders nog altijd even luid.

Boek: De verbeelding van 1914-1918

Kevin Prenger (1980) is hoofdredacteur artikelen van TracesOfWar.nl. Zijn aandacht gaat vooral uit naar de geschiedenis van de Holocaust en nazi-Duitsland. In 2015 verscheen zijn boek Oorlogszone Zoo, over de geschiedenis van de Berlijnse dierentuin tijdens de naziperiode. Verschillende boeken over minder bekende verhalen uit de Tweede Wereldoorlog volgden: De boodschapper uit de hel, Een rechter in Auschwitz, Het masker van de massamoordenaar, Kerstmis onder vuur, Kolberg, Meer dan alleen Auschwitz en In de schaduw van Schindler. Zijn laatste boek is Van kinderwieg tot soldatengraf, over onderwijs en indoctrinatie van de jeugd in Hitlers Duitsland. Zie ook website of X-account.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×