In de ochtend van zaterdag 11 mei 1940 kwam Jan van Bussel uit Helmond, in zijn nieuwe uniform, afscheid nemen van zijn zus Marie. Hij had haast, want de Duitsers naderden, hij moest zich melden op de Luchtwachtpost om naar Breda te gaan en de bruggen konden elk moment worden opgeblazen.
“Ons moeder heeft altijd gezegd dat Jan maar had moeten zeggen dat hij te laat was en dat hij niet meer over het kanaal had kunnen komen. Dan was er niets aan de hand geweest. Maar onze Jan ging toch en kwam nooit meer terug”, zegt Marie in De ramp met de Pavon, een boekje dat door Pieter van den Berg is geschreven over de dooltocht van rond 25 leden van de Vrijwillige Luchtwachtdienst Helmond door Frankrijk.
Ze gingen naar Duinkerken, waar ze zich, samen met rond 1450 Nederlandse militairen, inscheepten op een Frans vrachtschip dat op Het Kanaal door Duitse jachtvliegtuigen werd gebombardeerd, waarbij vijftig opvarenden om het leven kwamen. De overlevenden werden later door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt en na enkele dagen weer vrijgelaten. Daarna begon de thuisreis, voor de meesten te voet en soms zelfs via de Duitse stad Trier, terwijl de oorlog volop woedde en vliegtuigen van vriend en vijand schoten op alles wat bewoog.
Raadsels
“In ons gezin was de vermissing van ome Jan tijdens het natafelen een regelmatig terugkerend onderwerp. Hij liet een zwangere vrouw en twee kleine kinderen achter. Op het schip kwamen nog zes van zijn collega’s om het leven. Niemand wist wat er precies gebeurd was. Daarom ben ik in 2010 begonnen met een speurtocht naar meer gedetailleerde informatie”, zegt Van den Berg in een ‘woord vooraf’. Hun lijken zijn niet teruggevonden.
Het resultaat mag er zijn, twee jaar later. In juli 2012 publiceerde hij een documentaire waarin hij, aan de hand van documentatiemateriaal, de mannen van de Helmondse luchtwacht volgt op hun reis. Als webmaster van Aandachtvoorgeschiedenis.nl, een site met veel aandacht voor visuele aspecten van de historie zoals tv-programma’s, -series en -documentaires, bewerkte hij archiefmateriaal met aanvullende tekeningen en animaties om het verhaal te verduidelijken. In het boek laat hij zien op welke bronnen hij zijn werk baseerde.
Serieus
Ik ben, als recensent, niet objectief. Ook ik hielde me recent met het drama van de Pavon bezig. We wisten dat alleen niet van elkaar. Maar daardoor ben ik ook ervaringsdeskundige. Van den Berg gebruikte een aantal bronnen die ik niet kende (net als mijn site voor hem enkele verrassingen bevat). Hij heeft daar serieus en heel deskundig gebruik van gemaakt. In plaats van zijn materiaal in een map te stoppen en in een la te leggen heeft hij zijn bronnen in het boek overzichtelijk beschikbaar gesteld voor verder gebruik.
Het boek bevat geen gemakkelijk ‘lopend verhaal’ in romanvorm, inclusief de daarbij behorende vrije interpretaties van wat er gebeurd zou kunnen zijn. Het is vooral een zakelijke weergave van de documentatie. De gebeurtenissen zijn te volgen aan de hand van enkele interviews met naaste familieleden, een aantal dagboeken, het Gedenkboek van de Luchtwachtdienst van 1949, het boek ‘Priesters in het veldgrijs’ (1945) over het werk van legeraalmoezeniers, dagbladartikelen en officiĂ«le documenten als het verhoor van een betrokken arts en een rapport over de ramp van het Ministerie van Oorlog (in Londen) in 1943. En ook Franse bronnen, zoals het hoofdstuk ‘Deux bombes sur le Pavon’ uit het boek ‘Calais 1939-1940’, waar een matroos vertelt over de blinde paniek toen zijn scheepje te hulp schoot:
“Nauwelijks hadden we ons aan de Pavon, die minstens vijf Ă zes meter boven ons uitstak, vast gemaakt of een stortvloed van mensen sprong op onze boot. Aan de klappen op de brug was te horen dat sommigen recht naar beneden moeten zijn gesprongen, zo erg had de angst hen te pakken. Commandant Letemplier schreeuwde uit alle macht en schoot met zijn revolver in de lucht, maar het haalde niets uit. We moesten vroegtijdig afhaken om te voorkomen dat onze boot onder de belasting zou omslaan.”
De gebeurtenissen worden in min of meer chronologische volgorde weergegeven, maar komen soms enkele pagina’s verder weer terug, als een andere bron hetzelfde onderwerp in een nieuwe context aansnijdt. Het is zo meer een ’bronnenboek’, dat heel goed als basis zou kunnen bieden voor een nieuwe, wetenschappelijke studie over een bijzonder opmerkelijke episode in de geschiedenis van het Nederlandse leger in het begin van de Tweede Wereldoorlog.