Het zeemonster Charybdis is een dochter van Poseidon en Gaea. Ze werd geboren als zeenimf, maar toen zij het koninkrijk van de oppergod Zeus onder water zette, werd ze door hem veranderd in een gigantische, weerzinwekkende mond. Drie keer per dag zuigt dit wezen grote hoeveelheden water op en spuwt dit vervolgens weer uit. Hierdoor ontstaat een dodelijke draaikolk.
Charybdis woonde tegenover haar zus Scylla in een smalle zeestraat. Schepen die door de zeestraat voeren, moesten zorgen dat ze precies door het midden navigeerden. Kwamen ze te dicht bij de ene kant, dan liepen ze het gevaar te worden verzwolgen door de draaikolk van Charybdis. Probeerden ze Charybdis te ontwijken, dan liepen ze aan de andere kant het gevaar te worden verslonden door Scylla.
Scylla, Charybdis en Odysseus
Een van de bekendste slachtoffers van Scylla en Charybdis zijn scheepslieden van de held Odysseus. Op aanraden van Circe blijft de held met zijn schip uit de buurt van Charybdis. Volgens de tovenares kan de draaikolk het schip van de held namelijk in een keer verwoesten. Het lukt Odysseus veilig langs de twee zeemonsters te komen, maar op het laatste moment neemt Scylla toch nog zes van zijn mannen te grazen. Hierdoor wordt zijn schip alsnog opgezogen door de draaikolk. Odysseus wist ternauwernood een vijgentak beet te pakken. Hier bleef hij aan hangen tot zijn schip weer tevoorschijn kwam uit de gapende mond van Charybdis en ontsnapte.
Volgens verhalen woonden de monsters in de Straat van Messina tussen Italië en Sicilië.
Boek: Mythen, legenden, vertellingen: een cultuurhistorische reis langs wereldmythen en legenden