Al jarenlang wordt gespeculeerd over de afkomst van de beroemde ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus, die in 1492 met een expeditie onverwachts het Amerikaans continent bereikte. Volgens de meeste geschiedenisboeken werd de ontdekkingsreiziger rond 1450 geboren in het Italiaanse Genua, maar er zijn talloze alternatieve theorieën geweest over zijn geboorteplaats. Zo zijn bijvoorbeeld ook Griekenland, Frankrijk en Schotland genoemd. Spaanse wetenschappers beweren nu het mysterie te hebben ontrafeld.
Op basis van DNA-onderzoek concluderen ze dat Columbus hoogstwaarschijnlijk van Sefardisch-Joodse afkomst was en zijn roots in Spanje had. Dit nieuws werd afgelopen week gepresenteerd in een documentaire op de Spaanse televisie getiteld Columbus DNA: The true origin. Lang niet iedereen is echter overtuigd. Een belangrijk punt van kritiek is dat de onderzoekers geen wetenschappelijke publicatie hebben uitgebracht, waardoor andere experts de methode en de conclusies niet goed gecontroleerd kunnen controleren.
Het DNA-onderzoek, uitgevoerd door een team onder leiding van forensisch expert José Antonio Lorente, begon in 2003 en richtte zich op het opgraven en analyseren van botten die begraven liggen in de kathedraal van Sevilla. In de documentaire laat Lorente weten dat de resten zijn vergeleken met DNA uit botmateriaal van Columbus’ broer en zoon. Op basis daarvan kwam hij tot de conclusie dat het skelet in Sevilla inderdaad van de ontdekkingsreiziger is.
Reizende resten
De echtheid van de resten in Sevilla is in het verleden wel eens betwijfeld. Dat heeft alles te maken met het feit dat het stoffelijke overschot van Columbus na zijn dood in 1506 een flinke reis aflegde. De ontdekkingsreiziger stierf in 1506 in het Spaanse Valladolid, maar hij had aangegeven een laatste rustplaats te willen krijgen op Hispaniola, het Caraïbische eiland dat tegenwoordig gedeeld wordt door Haïti en de Dominicaanse Republiek.
In 1542 werden de resten van de zeevaarder inderdaad naar dit eiland overgebracht. Nadat het eiland in 1795 in handen kwam van Frankrijk, werd het overschot echter opnieuw verplaatst. Dit keer naar Cuba waar Spanje destijds de scepter zwaaide. In 1899 verhuisden de resten van de ontdekkingsreiziger een laatste keer, toen Cuba niet langer een Spaanse kolonie was. Het stoffelijk overschot van Columbus werd toen naar Spanje gebracht om een plek te krijgen in de kathedraal van Sevilla.
DNA
Volgens Lorente bevestigen zowel het Y-chromosoom als het zogeheten mitochondriaal DNA van Columbus en zijn zoon Hernando dat zij kenmerken hebben die overeenkomen met een Joodse afkomst. Gesteld wordt dat Columbus hoogstwaarschijnlijk in West-Europa werd geboren, waarbij Spanje de meest waarschijnlijke plaats zou zijn vanwege de aanwezigheid van een grote Joodse gemeenschap. Bijzonder om te vermelden is nog dat in 1492, het jaar waarin Columbus het Amerikaans continent bereikte, alle Spaanse Joden streng werden vervolgd en voor een heftige keus werden gesteld: zich bekeren tot het katholicisme of Spanje verlaten.
De belangrijkste uitkomsten van het Columbus-onderzoek zijn wereldkundig gemaakt op 12 oktober:Â DÃa de La Hispanidad, ofwel Columbusdag. Op deze dag wordt in Spanje jaarlijks stilgestaan bij de aankomst van Columbus in Amerika. De volledige onderzoeksgegevens wil Lorente pas vrijgeven als hij het onderzoek naar de familie van Columbus helemaal heeft afgerond.
Columbus’ schepen verdwijnen van wapen Trinidad
Bronnen â–¼
-https://nos.nl/artikel/2540606-dna-onderzoek-christoffel-columbus-kwam-waarschijnlijk-uit-spanje
-https://en.wikipedia.org/wiki/Tomb_of_Christopher_Columbus
-https://www.standaard.be/cnt/dmf20241013_93727681
-https://www.nrc.nl/nieuws/2024/10/14/christoffel-columbus-zou-een-spaanse-jood-zijn-maar-bewijs-ontbreekt-a4869261