Dark
Light

De dageraad van Holland – Geschiedenis van het graafschap 1100-1300

Bespreking van het boek van Henk ’t Jong
4 minuten leestijd
De dageraad van Holland - Ridderzaal in de sneeuw (CC BY 2.0 - Minister-president Rutte)
De dageraad van Holland - Ridderzaal in de sneeuw (CC BY 2.0 - Minister-president Rutte)

Ik weet niet meer hoe ik Henk ’t Jong heb leren kennen – online, ongetwijfeld – maar ik weet wel dat we elkaar voor het eerst hebben ontmoet in een restaurant op een bovenverdieping van het Groot Handelsgebouw in Rotterdam, genietend van het uitzicht op het station en de prachtige wolkenkrabbers. We ontdekten dat we het redelijk eens waren maar toch niet dezelfde visie hebben op geschiedenis. Dat doet er ook niet zoveel toe. Ik mag die ouwe brompot wel.

Ruiterzegel van Floris V (1288), Rijksmuseum, Amsterdam
Ruiterzegel van Floris V (1288), Rijksmuseum, Amsterdam
Hij weet namelijk waar hij het over heeft en is niet bang een impopulair standpunt in te nemen. Een historicus moet immers onbevangen, integer en onafhankelijk zijn en een trog een trog en een vijg een vijg noemen. Zoals op zijn blog Apud Thuredrech, waarin ’t Jong hier het standpunt weerlegt dat geschiedenis vooral een verhaal zou zijn. Wat het wel is:

Geschiedschrijving is het beschrijven van gebeurtenissen uit het verleden, hun oorzaken en gevolgen, gebaseerd op bronnen- en literatuuronderzoek, zonder de lege plekken op te vullen met fantasie of romantische verklaringen.

Ik licht deze zin eruit omdat dit precies is hoe ’t Jong te werk gaat in het eerste boek dat ik van hem lees, zijn pas verschenen De dageraad van Holland (Omniboek).

De dageraad van Holland is, na Luit van der Tuuks boek over De Friezen en Strijd om West-Frisia van Kees Nieuwenhuijsen, in feite het derde deel in een reeks over het westelijk kustgebied van Nederland. ’t Jong behandelt daarin de twee eeuwen tussen 1100 tot 1300, ofwel de periode van Floris de Vette tot even na de moord op Floris V. En zoals gezegd: ’t Jong beschrijft wat er is gebeurd, weigert lege plekken op te vullen en presenteert bronnen- en literatuuronderzoek.

Geen oorkonde ongelezen

Graaf-koning Willem II in 1249-50. Detail uit de grafzerk van aartsbisschop Siegfried van Eppstein (+1249), in de dom van Mainz (10-12)
Graaf-koning Willem II in 1249-50. Detail uit de grafzerk van aartsbisschop Siegfried van Eppstein (+1249), in de dom van Mainz (10-12)
Negen graven passeren zo de revue en je merkt aan alles dat ’t Jong steeds opnieuw heeft geverifieerd wat er feitelijk in de bronnen staat. Geen oorkonde lijkt hij ongelezen te hebben gelaten, geen stadskeur lijkt onvermeld. Hoe groot zijn focus op de bronnen is, blijkt wel uit het feit dat de lezers precies verneemt tot waar de Annalen van Egmond verslag doen en welke auteur aan het woord is. Soms bevestigt ’t Jong zo een traditioneel verhaal, soms spreekt hij het tegen, soms laat hij merken dat hij domweg niet genoeg informatie heeft om vast te stellen wat hij zou willen weten. Dan laat hij de lege plek maar onopgevuld:

“Er zijn in de Nederlandse bronnen geen andere meldingen over Schotse connecties bewaard gebleven, behalve dan dat Willem naar zijn oom, Ada’s broer koning William, is vernoemd.”

Ik bleef achter met de indruk dat het boek in elk geval buitengewoon compleet is. Daarnaast is het fijn geschreven. Het hoofdstuk over de Loonse Oorlog vond ik heel boeiend en de beschrijving van de moord op Floris V was de prachtige ontknoping. Enkele personages, zoals Willem II, Floris de Voogd, Floris V en vooral Willem I, komen mooi uit de verf. Ook heeft ’t Jong soms fijne zinnen in de pen, zoals wanneer hij ingaat op de discussie, gevoerd door enkele lokaalpatriotten, of Dordrecht of Geertruidenberg de oudste stad van Holland is:

“Dat steden niet ontstonden omdat ze een stadskeur kregen, maar dat ze keuren kregen omdat ze stedelijke trekken begonnen te vertonen, is soms nog steeds niet doorgedrongen tot de nogal fanatieke ruziemakers.”

Kaders

Ik had wat moeite met het derde kwart van het boek. De dageraad van Holland kent nogal wat tekstkaders en in het hoofdstuk over Floris IV werden dat er wel heel veel. In feite gaat de lezer van kader naar kader, slechts onderbroken door af en toe een brokje van de eigenlijke tekst. Ik denk – en dit is een constatering, geen kritiek – dat het samenhangt met ’t Jongs visie op geschiedenis. Wat hij niet noemt in zijn definitie van het vak, zijn de grote maatschappelijke processen, die je niet bestudeert via bronnen maar via de sociale wetenschappen. In dit geval: urbanisatie. Eén hoofdstuk over de voortgaande verstedelijking van Holland, met een paragraaf over verstedelijking als sociologisch verschijnsel en aparte paragrafen over de diverse steden, zou de helft van de tekstkaders hebben kunnen verwijderen uit de hoofdtekst.

Beeldgebruik

De dageraad van Holland - Henk 't Jong
De dageraad van Holland – Henk ’t Jong
Sprekend over steden: een van de leuke trekken van De dageraad van Holland is dat alle steden een keurig plattegrondje krijgen. Er staat niets te veel op, niets te weinig, en ze zijn ook nog allemaal getekend in dezelfde stijl. Ik kan moeiteloos boeken noemen waar de samenstellers maar even wat rechtenvrije kaartjes uit andere boek hebben overgenomen, kaartjes waarop andere dingen staan dan de gebruiker van het boek nodig heeft, zodat deze moeilijker tot begrip van het gebodene. ’t Jong houdt wél rekening met de informatiebehoefte van de lezer.

Dat brengt me op de rest van de illustraties. Niets is ranziger dan het gebruik van die flauwe rechtenvrije negentiende-eeuwse plaatjes of die belachelijke gravures uit de zeventiende of achttiende eeuw. Ze voegen niets toe en zijn zelfs schadelijk omdat ze een verouderd beeld geven van het verleden. Als ik slechts één aspect van De dageraad van Holland mocht prijzen, dan was het dat het beeldmateriaal gewoon stamt uit de beschreven periode en dat het de tekst verheldert. Gelukkig hoef ik me bij mijn lof niet tot één aspect te beperken: dit is over de gehele linie gewoon een goed vormgegeven, didactisch goed opgebouwd en vooral boeiend boek dat ik u van harte kan aanbevelen.

Bekijk dit boek bij:

×