Op 17 september 1944 begon Market Garden, een van de grootste militaire operaties van de Tweede Wereldoorlog. De geallieerden zouden in Duitsland snel de Rijn oversteken en nog vóór de kerst de nazi’s verslaan. Het liep anders. In het fotoboek De bevrijding in beeld verbindt Joost Rosendaal de talloze verhalen over de bevrijding van Zuidoost-Nederland én het Rijnland tot één samenhangende geschiedenis. Een halfjaar lang waren Noord-Brabant, Gelderland en delen van Limburg het toneel van omvangrijke militaire operaties en boden deze provincies onderdak aan meer dan een miljoen soldaten. Naast het militaire verhaal belicht Joost Rosendaal ook welke gevolgen de oorlog had voor de inwoners van dit gebied. Hieronder een fragment uit het boek:
Hell’s Highway: de bloedige weg van Eind hoven naar Nijmegen
Een van de laatste stralende zomerdagen, 17 september 1944, was voor Bernard Montgomery het moment om operatie Market Garden te starten. Vanaf 24 vlieg-velden in Engeland stegen bijna 1100 vliegtuigen met parachutisten en 416 door transport- en sleepvliegtuigen voortgetrokken gliders op. Meer dan 1200 jachtvliegtuigen beschermden deze luchtvloot op weg naar drie landingsgebieden: boven Eindhoven, bij Nijmegen en bij Arnhem.
De ongeveer 6700 mannen van de 101st Air-borne Division hadden tot taak de bruggen ten noorden van Eindhoven te veroveren. Zij sprongen rond 13.00 uur uit hun vliegtuigen. Het 501st Regiment moest landen bij het dorp Eerde, ten zuiden van de toenmalige spoorlijn Boxtel-Wesel, om vervolgens de bruggen over de Zuid-Willemsvaart en de Aa in het nabijgelegen Veghel te veroveren. Door een ver-keerde inschatting kwam één bataljon terecht bij kasteel Heeswijk. Een aantal soldaten raakte gewond in de bomen en de aalmoezenier belandde in de slotgracht. Commandant Harry Kinnard verzamelde zijn troepen bij het kasteel en ging onmiddellijk op weg naar de beoogde landingszone, zeven kilometer verderop. De gewonden bleven achter, maar konden niet verhinderen dat de gealarmeerde Duitsers Heeswijk weer in bezit namen. De andere twee bataljons van het 501st Regiment landden wel op de juiste plaats. Zij konden al om kwart over drie melden dat ze de twee verkeersbruggen en de twee spoorbruggen over beide waterwegen zonder noemenswaardige weerstand en ongeschonden in handen hadden gekregen. Het noordelijke doel van het 101st, het veiligstellen van de weg Eindhoven-Veghel, was hiermee bereikt.
De andere twee regimenten van de Airborne Division, het 502nd en het 506th, kwamen terecht op de heide ten noordwesten van Son, vlak bij Sint-Oedenrode. Vanuit de bossen na-men Duitse mortieren en kanonnen hen on-der vuur, maar Amerikaanse jachtbommen-werpers maakten hieraan een einde. De mannen van het 506th gingen op weg naar de brug over het Wilhelminakanaal bij Son. Niet ver daarvandaan, bij het sanatorium Noord-Brabant (Zonhove), korte tijd later ingericht als militair hospitaal, ontmoetten de Amerikanen zware weerstand van twee Duitse 88 mm-kanonnen. Na hevige gevechten wisten ze de kanonnen uit te schakelen, maar toen zij rond vier uur bij de brug aankwamen, klonk een luide knal. De Duitse Fallschirmjäger, militairen van het Duitse parachutistenleger dat het zuiden van Nederland moest verdedigen, hadden kans gezien de belangrijke verbinding op te blazen. Dit betekende een ernstige tegenslag. Zwemmend bereikte luitenant-kolonel James LaPrade de overkant, even later gevolgd door de genie, die snel een loopbrug aanlegde. Pas rond middernacht was het gehele 506th aan de zuidkant van het Wilhelminakanaal. Volgens het tijdsplan had dit regiment al vijf uur eerder de bruggen in Eindhoven veilig moeten stellen.
Terwijl het 506th de brug bij Son probeer de te veroveren, trokken de para’s van het 502nd naar Sint-Oedenrode in het noorden van de landingszone en naar Best in het zuidwesten daarvan. Jachtbommenwerpers schakelden twee Duitse Panthertanks uit, waardoor de Amerikanen Sint-Oedenrode vrij eenvoudig konden bereiken. Na een infanteriegevecht rond het kerkhof vielen de verschillende bruggen over de Dommel in het dorp intact in geallieerde handen. De verovering van de brug bij Best, een alternatief voor de vernielde brug bij Son, verliep minder gemakkelijk. De Duitse generaal Hans Reinhard had ter plekke een Kampfgruppe georganiseerd. Dit ad hoc geformeerde legerkorps bestaande uit militaire van verschillende legereenheden, sloeg de eerste Amerikaanse aanval af. In de nacht arriveerden Duitse versterkingen. De Amerikanen waagden een nieuwe poging om de brug over het Wilhelminakanaal in te nemen, maar zij konden niet voorkomen dat deze om elf uur de lucht inging. Een peloton Amerikanen raakte geïsoleerd bij de brug en kwam de volgende dag terecht in een man-tegen-mangevecht met de Duitsers. Joe Mann, die de vorige dag aan beide schouders en handen gewond was geraakt, stortte zich op een hand-granaat die hij door zijn verwondingen niet kon weggooien. Met zijn leven redde hij dat van zes van zijn kameraden.
Een dag na de landingen waren de Duitsers bijgekomen van de eerste slag en ze maakten zich op voor een tegenaanval. Het veroveren van de landingsgebieden tussen Son en Sint-Oedenrode en het hernemen van de bruggen waren de belangrijkste doelen. In de bossen tussen Best en Son kwam het tot een felle strijd. Met veel moeite wisten de Amerikanen de gebieden in bezit te houden, zodat daar die dag 2500 man versterking kon landen. Het 506th was inmiddels naar het zuiden opgerukt en wist op 18 september Eindhoven vanuit het noorden te bereiken. Bij Woensel was er een heftige strijd rond twee 88 mm-kanonnen. De verovering kostte dertien Duitsers en twee Amerikanen het leven. De komst van de Amerikanen leidde tot grote vreugde onder de Eindhovense bevolking. Een waar volksfeest barstte los. Ondertussen bouwden geniesoldaten in Son in een recordtempo een baileybrug, een betrekkelijk nieuw type brug dat in onder-delen in elkaar gezet kon worden. In de vroege morgen van 19 september was deze klaar.
Gelijk met de luchtlandingsoperatie Market zou ook het grondoffensief Garden starten, maar commandant Horrocks wachtte tot de bevestiging van de landing van de eerste parachutisten. Om om vijf over half drie begon de opmars van het XXX Corps. Een half uur daarvoor startte een bulderend kanonvuur richting het Duitse front. De doelen van de beschietingen schoven over een breedte van achthonderd meter steeds voor het grondleger uit. Zestien tanks van de Irish Guards voerden de opmars aan. Kort na de passage van de Belgisch-Nederlandse grens wachtten antitankkanonnen (pantservuisten) van Kampfgruppe Walther de geallieerden op in een hinderlaag. Ze vernielden negen Britse tanks, die vervolgens geruime tijd de weg blokkeerden. Hierdoor stokte de opmars al na enkele kilometers. Pas toen met luchtsteun van Britse Typhoons de Duitse weerstand was gebroken, konden de Irish Guards hun weg hervatten. Om half vijf bereikten zij de brug over de Dommel en vervolgens Valkenswaard.
Na de hevige gevechten van die middag besloten de officieren ’s nachts niet door te trek-ken. De volgende dag moest de tankcolonne een nieuwe strijd aangaan. Bij Aalst en in het zuiden van Eindhoven bleek de Duitse tegen-stand fel. Pas om 19.00 uur kwamen de tanks van het XXX Corps ten zuiden van het cen-trum in contact met de Amerikanen van de 101st Airborne Division. Hierna lag de route naar Nijmegen open. Met een vertraging van een etmaal arriveerden de Irish Guards daar op 19 september in de ochtend.
De weg van Neerpelt naar Nijmegen was nu weliswaar in handen van de geallieerden, maar deze corridor was zeker nog niet stabiel. Over de smalle en kwetsbare route moest veel militair materieel worden vervoerd. Slechts langzaam wist het Britse 2nd Army de strook te verbreden: aan de linkerzijde van het XXX Corps trachtte het XII Corps op te rukken en aan de rechterflank boekte het VII Corps moeizaam terreinwinst. Aan weerskanten vielen de Duitse Kampfgruppe Chill en de Fallschirm-Armee van generaal Kurt Student aan en remden de opmars. Ook vanuit de lucht boden de Duitsers weerstand. Op 19 september voerde de Luftwaffe een bombardement uit op Eindhoven, waarbij 227 burgerdoden vielen. De dag daarop gingen ze over tot een grote aanval op de corridor. Met name bij Veghel, Sint-Oedenrode en Son boekten de Duitsers succes en op 22 september wisten ze de corridor bij Mariaheide, tussen Veghel en Uden, af te sluiten. De 101st Airborne Division en de Grenadier Guards herstelden de route, maar een dag later wierpen de Duitsers opnieuw een blokkade op, ditmaal bij Koevering, tussen Sint-Oedenrode en Veghel. Deze versperring duurde vijfenveertig uur en zou de doodsteek betekenen voor operatie Market Garden. De bloedig bevochten weg kreeg als bijnaam Hell’s Highway.
Boek: De bevrijding in beeld