Reuzenarbeid
Hoe kwam u op het idee van dit boek?
“Het is al een oud idee. Ik wist al lang van het bestaan van deze foto’s. Ik ben al een keer naar Rijkswaterstaat gegaan met het idee. Pieter de Wilde, de historicus van die tijd, vond het een prima idee, maar het kwam er niet van door andere bezigheden. Het bleef altijd in mijn hoofd spoken. Een jaar of twee geleden dacht ik: nu ga ik er werk van maken.
Dat enorme fotoarchief wat u herontdekt heeft, hoe vond u dat?
“Kort na mijn afstuderen in 1985 wilde ik de freelance journalistiek in. Tijdens mijn studie had ik al voor kranten als NRC Handelsblad geschreven, maar in 1985 ging het om het echie. Het ging enorm goed, maar je zoekt toch naar onderwerpen. Ik was al afgestudeerd op een scriptie over Twentse fabrikanten en hun bemoeienis met de totstandkoming van infrastructuur in de achterhoek Twente (een voorbeeld van staats- en natievorming) en opeens ontdekte ik een serie van meer dan honderd foto’s in de Koninklijke Bibliotheek. Mijn mond viel open… Ik ben verder op zoek gegaan en doe dat eigenlijk nog steeds. Ik vind telkens weer nieuwe foto’s. Een van de meest recente vondsten is die enorme collectie bij de TU Delft. Daar wist men zelf niet welke schat er daar lag.
Welk project/welke foto maakte de meeste indruk op u persoonlijk?
“De enorme hoeveelheid. En vrijwel elke foto is uniek. Dat is wat mij het meest verbaast. Dat inkijkje in een vervlogen tijd, het feit dat Nederland zich voor het eerste open en bloot tentoonstelt. Maar ik heb zeker favorieten. Het drama dat zich voltrekt bij het Zederikkanaal, als dat wordt verbreed tot het Merwedekanaal. De familie van de veerpont met op de achtergrond die brug. Ik vind dit mooier dan welk schilderij dan ook van Van Gogh.
Is het boek behalve een historisch fotoarchief en tijdsbeeld ook een eerbetoon aan de ingenieurs en arbeiders die deze grootste werken tot stand brachten?
“Ja, alleen de elite liet zich vroeger fotograferen. Ze gingen dan naar een fotoatelier en men kwam keurig op de gevoelige plaat. Maar op deze foto’s zie je alles. Het zijn niet alleen de eerste landschapsfoto’s maar ook de eerste nieuwsfoto’s. Jan en alleman staat er op. De ingenieur die zijn vrouw meeneemt, de arbeider die zijn kind of hond meeneemt. De arme sloebers, naast de rijkelui. Ja, dit is een eerbetoon aan de ingenieur maar zeker ook aan de polderjongen. Ik heb ook in de tekst van het boek aan al die aspecten aandacht gegeven. Met citaten over het leven van die lui. Nu wordt gesproken over een slavernijmonument, maar deze polderjongens leefden soms in vergelijkbare omstandigheden, al waren ze in naam vrij. Dit is zeker ook een monument voor hen.
Hoe zou u dit boek willen spiegelen aan onze huidige tijd en de toekomst van de Nederlandse infrastructuur?
“Je ziet dat in een heel korte tijd Nederland verandert. Rond 1861 – het jaar dat ook de eerste foto is gemaakt – is sprake van een andere mentaliteit, een andere sfeer. Na eindeloos gesoebat, hakte men knopen door. In tien jaar tijd kwam er een geweldig staatsspoorwegnet tot stand met gigantisch overbruggingen, behorend tot de grootste van de wereld. De overstromingen werden niet meer voor lief genomen. De rivieren werden aangepakt. De aannemerij ontwikkelde zich in een paar jaar tijd tot prachtige grote bedrijven. En dat onder een liberaal bewind. Rutte zegt mensen als Thorbecke en Cort van der Linden als voorbeeld te nemen. Hun portretten staan in zijn werkkamer in het torentje. Het wordt tijd dat hij die mannen eens diep in de ogen kijkt en echt van deze mannen van de daad (zo profileerden liberalen zich in die tijd) leert. Investeer op basis van goede plannen! Toon visie. Ga voorop in de weg naar een nieuwe samenleving! Stop met dat aanmodderen en angsthazengedrag. Reuzenarbeid toont hoe je met goede wil en kennis enorme veranderingen te weeg kunt brengen. Ik hoop ten zeerste dat die boodschap landt.
Bij de boekpresentatie sprak oud-minister Jeroen Dijsselbloem, tegenwoordig voorzitter van het Nationaal Groeifonds. Waarom wilde u dat hij een verhaal hield?
“Jeroen Dijsselbloem heeft een taak gekregen om als voorzitter van het Groeifonds Nederland een nieuwe toekomst te geven. Hij zit op een pot met miljarden en het is heel goed dat kritisch wordt gekeken hoe de transitie waarvoor we nu staan moet worden vormgegeven, dat er niet zomaar met de miljarden wordt gestrooid maar dat dat in de context van de problematiek als klimaatverandering, energietransitie, andere inrichting van het land gebeurt.. Hij kan vertellen hoe je het best het voortouw kunt nemen. Als de regering die visie niet toont, moet je elders te raden gaan.
Al ideeën voor een volgend project?
“Ik ben al bezig met een ander project. Het Zuiderzeefilmfestival dat wordt gehouden als de Afsluitdijk negentig jaar bestaat. Ook dat staat in het teken van de koppeling verleden, heden en toekomst. Het mooie is dat de filmgeschiedenis en de geschiedenis van de afsluiting en droogmaking parallel lopen.
Ik kreeg het idee ook al enige tijd gelden toen Edwin Rutten (ome Willem) in 2007 tijdens de boekpresentatie van mijn biografie van Cornelis Lely ter gelegenheid van 75 jaar Afsluitdijk mij vertelde over zijn vader Gerard Rutten, de maker van een aantal prachtige speelfilms. De eerste gesproken woorden in de Nederlandse filmgeschiedenis zijn deze: Hoor, hoor de dijk is dicht. Het dramatische tafereel van een Volendammer visser die zijn mensen toeroept dat het leed is geschied. Dat wordt ook de titel van mijn boek, een dubbel ooggetuigenverslag, ik kijk naar de geschiedenis aan de hand van deze films. Naar mijn weten is dat nog nooit zo gedaan. Nu maar hopen dat we de financiering rond krijgen…
Boek: Reuzenarbeid – De bouw van het moderne Nederland in beeld 1861-1918